Plan: | Amstelwijck 2020 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0505.BP204Amstelwijck-4001 |
Bijlage 1 bij dit bestemmingsplan bevat begripsbepalingen voor toepassing van dit bestemmingsplan.
Bijlage 2 bij dit bestemmingsplan bevat bepalingen voor de wijze van meten in dit bestemmingsplan.
Dit bestemmingsplan is voor het plangebied Amstelwijck 2020 gericht op het realiseren van een woongebied dat in 2035 voldoet aan de volgende doelen:
Ter plaatse van de voor 'Ontwikkelingsgebied' aangewezen gronden zijn, met het oog op de doelen in artikel 3, alleen de volgende functies toegestaan:
Het is verboden te bouwen zonder omgevingsvergunning.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt een bouwtekening ingediend die voldoet aan de indieningsvereisten van artikel 20.1.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt alleen verleend indien:
Bron | Aantal woningen | Hogere waarde | wettelijk maximum | aanvullende eisen |
A16 / N3 | 1.068 | 53 dB | 53 dB | Dove gevels uitsluitend toegestaan binnen de aanduiding 'zone stedelijk woonmilieu' en 'aanduiding 'spoorzone' na toepassing artikel 4.2.5' |
geluidzone Groote Lindt / Dordt-West | 400 | 53 dB(A) | 55 dB(A) | |
Spoorlijn | 500 | 61 dB | 68 dB | |
Spoorlijn met treinhalte | 250 | 68 dB | 68 dB | Geldt alleen voor de eerstelijnsbebouwing in combinatie met een treinhalte, mits sprake is van afschermde bebouwing voor de achterliggende woningen tot maximaal 61 dB |
Lokale wegen Laan van Londen | 250 | 58 dB | 63 dB | |
Overige lokale wegen | 500 | 52 dB | 63 dB | |
30 km/u | 1.068 | n.v.t. | n.v.t. | Aanvaardbare akoestisch woonmilieu zoals gesteld in artikel 16.1 |
Laan van Londen | 40 | 53 db | 63 |
Tabel 1: hogere waarden geluidhinder
Binnen de aanduidingen 'zone stedelijk woonmilieu' en 'spoorzone' kan worden afgeweken van artikel 4.2.3, onder b en c, met inachtneming van de artikelen 12.2 en 12.3.
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van artikel 4.2.3 onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen ook verlenen, indien:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning werken of werkzaamheden te verrichten die betrekking hebben op het bouw- en woonrijp maken in de fase van realisatie.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt een inrichtingsplan ingediend dat voldoet aan artikel 20.2.
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien uit de aanvraag van de omgevingsvergunning blijkt dat het te ontwikkelen woongebied voldoet aan volgende eisen:
Een omgevingsvergunning is niet vereist op gronden die na het bouw- en woonrijp maken uitgegeven zijn als woonperceel.
Het is verboden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor :
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Groen - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor :
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 6.4.1 is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die voldoen aan de volgende inrichtingseisen:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 wordt een inrichtingstekening schaal 1:1000 opgenomen waarin in ieder geval het volgende wordt aangegeven:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor niet geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen in de vorm van een moskee en bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, ontsluitingswegen, parkeren, groen en water.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder a voor het toestaan van bijgebouwen tot een oppervlakte en hoogte van respectievelijk 200 m2 en 5 m.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 8.4.1 is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De bouw van een geluidscherm is uitsluitend toegestaan als uit de inrichtingstekening behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning blijkt dat voldaan wordt aan de eisen van landschappelijk inpassing volgens de inrichtingseisen van artikel 16.2.
De voor 'Verkeer - Rijkswegen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De bouw van een geluidscherm is uitsluitend toegestaan als uit de inrichtingstekening behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning blijkt dat voldaan wordt aan de eisen van landschappelijk inpassing volgens de inrichtingseisen van artikel 16.2.
De voor 'Verkeer - Wijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Aan de eis van ruimtelijke kwaliteit wordt voldaan indien:
Op de gronden met de aanduiding 'spoorzone' mag:
Op de gronden met de aanduiding 'zone stedelijk woonmilieu' mag:
Op de gronden met de aanduiding 'Smitzigt hoeve' gelden in afwijking van artikel 12.1 de volgende eisen:
Op de gronden met de aanduiding 'Smitzigt boomgaard' gelden in afwijking van artikel 12.1 de volgende eisen:
Aan de kwaliteitseisen voor de openbare ruimte wordt voldaan indien:
In aansluiting op de hoofdwaterstructuur watergangen in de vorm van poldersloten worden aangelegd en in stand gehouden die voldoen aan de volgende eisen:
Binnen de bestemming Ontwikkelingsgebied een wegenstructuur wordt aangelegd die voldoet aan de volgende eisen:
Binnen de bestemming Ontwikkelingsgebied fietspaden en wandelpaden worden aangelegd, waarbij voldaan wordt aan de volgende eisen:
Op het moment van oplevering van de woningen de infrastructuur aanwezig is voor een busverbinding met een of twee OV-haltes en rekening wordt gehouden met de komst van een treinhalte of vergelijkbare openbaar vervoer voorziening.
Bij woningen:
Aan de eis voldoende speel- en beweegplekken wordt voldaan indien:
Bij de inrichting van het openbaar gebied voldaan wordt aan de eisen ten aanzien van:
Gereserveerd.
Binnen de aanduiding 'Smitzigt hoeve' wordt voldaan aan de volgende aanvullende eisen:
Binnen de aanduiding 'Smitzigt boomgaard' wordt voldaan aan de volgende aanvullende eisen:
Bij de toepassing en uitleg van de beoordelingsregels in dit artikel gelden de volgende beleidsregels:
Bij een omgevingsvergunning voor de inrichting van het openbaar gebied bedoeld in artikel 4.3, dient de aanvraag om een omgevingsvergunning een beschrijving te bevatten van het toekomstige energiesysteem. In deze beschrijving wordt in ieder geval opgenomen:
Bij een omgevingsvergunning voor de inrichting van het woongebied, bedoeld in artikel 4.3, die betrekking heeft op bouw- of woonrijp maken van gronden gelden de volgende eisen:
Voor de inrichting van woongebieden als bedoeld in artikel 4.3 gelden de volgende voorwaarden:
Bij het toepassen van de eisen van artikel 15.1.1 zijn de volgende beleidsregels van toepassing:
<<gereserveerd>>
Bij de bouw en instandhouding van woningen dient per geluidbron te worden voldaan aan de volgende eisen:
Geluidschermen moeten voldoen aan de Richtlijnen Geluidbeperkende Constructies langs Wegen en worden absorberend uitgevoerd, tenzij in het reflectiegebied geen geluidgevoelige functies zijn toegelaten. Geluidschermen worden bij voorkeur aan de zijde van de woningen aan het zicht onttrokken door middel van beplanting.
Zie artikel 13.1.6.
Aan de eis klimaatbestendige inrichting wordt voldaan indien:
Bij het toepassen van lid 17.1 is de beleidsregel klimaatadaptief bouwen Dordrecht Amstelwijck van toepassing.
Aan de eis van voldoende parkeren wordt voldaan als per woning voldaan wordt aan de volgende parkeernorm:
Aan de eis van voldoende parkeren wordt voldaan als per functie wordt voldaan aan de parkeernormen opgenomen in de beleidsregel parkeren bij nieuwbouwprojecten Dordrecht.
Aan een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in artikel 4.31, lid 1 Bouwbesluit - dat voor woningen een individuele fietsenberging verplicht is van 5 m² - wordt voldaan, indien:
Bij de toepassing van artikel 18.1.1 is de beleidsregel parkeren bij nieuwbouwprojecten Dordrecht van toepassing.
Onder wijkvoorzieningen worden verstaan:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 4.2 wordt een bouwtekening ingediend schaal 1 op 1:000 waarop aangegeven staat:
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het inrichten van het openbaar gebied als bedoeld in artikel 4.3 wordt een inrichtingsplan ingediend bestaande uit de volgende onderdelen:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hogedruk gastransportleiding met een diameter van 12 inch en 40 bar (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken zoals op de verbeelding aangegeven.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.1 onder b.
Toepassing van deze bevoegdheid is alleen mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Voordat burgemeester en wethouders over de aanvraag van de omgevingsvergunning beslissen, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.5.1 is slechts toelaatbaar, indien en voor zover door deze werken en werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden benadeeld.
Voordat burgemeester en wethouders over de aanvraag van de omgevingsvergunning beslissen, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding over de vraag of door de voorgenomen activiteiten de belangen van de leiding niet wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor een waterleiding en persleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.1 onder b, mits:
Voordat burgemeester en wethouders over de aanvraag van de omgevingsvergunning beslissen, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden het belang van de leiding niet schaden.
Voordat burgemeester en wethouders over de aanvraag van de omgevingsvergunning beslissen, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding over de vraag of door de voorgenomen activiteiten de belangen van de leiding niet wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van en de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
In afwijking van 23.2.1 onder b. mag worden gebouwd voor andere op deze gronden geldende bestemming(en), mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 23.2 met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 23.4.1 geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.4.1 wordt alleen verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Voordat over het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.4.1 wordt beslist, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' gelden voor geluidgevoelige gebouwen de hogere grenswaarden genoemd in artikel 4.2.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geurcontour 4.2' mogen geen woningen of maatschappelijke functies worden gebouwd.
Binnen de Milieuzone - trillingshinder spoor mogen geen woningen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaald in lid 24.3.1 als uit een trillingsonderzoek blijkt dat, mogelijk met trillingsreducerende maatregelen, voldaan kan worden aan de streefwaarden uit de SBR-richtlijn zoals bedoeling in de Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen mei 2019.
Binnen de aanduiding "Milieuzone - aandachtsgebied luchtkwaliteit" zijn geen gebouwen en geen gebruiksactiviteiten toegestaan die, geheel of gedeeltelijk in gebruik zijn:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaald in lid 24.4.1 na een positief advies van de Dienst Gezondheid en Jeugd.
Binnen de aanduiding 'plaatsgebonden risico' mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Binnen de aanduiding 'veiligheidszone brand' mogen geen gebouwen mogen worden gebouwd die aangemerkt kunnen worden als zeer kwetsbaar, kwetsbaar of beperkt kwetsbaar.
Binnen de aanduiding 'veiligheidszone explosie':
Binnen het plangebied dienen gebouwen te voldoen aan de beoordelingsregels in artikel 15. .
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
De in lid 25.1 bedoelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen.
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en / of oppervlakten, van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in lid 26.1 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
De regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn ingeval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 26.3.1 onder a. voor ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen de aanduiding 'bouwvlak'
worden ondergeschikte bouwdelen als geluidafschermende voorzieningen, zonnepanelen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en reclame-uitingen, buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m wordt overschreden.
Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. Bij de beoordeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning activiteit bouwen wordt aan de hand van de "Beleidsregels parkeren bij nieuwbouwprojecten" bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden 26.5.1 en 26.5.2:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen:
Het gebruik van ruimten van een woning ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep en/of een aan huis verbonden beroep, waaronder mede verstaan de uitoefening van een bed & breakfast-voorziening met maximaal 4 bedden, is niet in strijd met de regels van dit plan voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunnning afwijken van lid 27.2.1 onder a, b, c, d en f voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor zover de op de verbeelding aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:
<<gereserveerd>>
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Amstelwijck 2020'.
plan: het bestemmingsplan “Amstelwijck 2020" met identificatienummer NL.IMRO.0505.BP204Amstelwijck-4001 van de gemeente Dordrecht.
Verder in alfabetische volgorde:
archeologisch deskundige: een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van archeologie.
archeologische waarde: de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aan huis verbonden beroep: een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
atelier: de werkruimte van een kunstenaar.
afvalinzamelvoorziening: geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken/voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage: een verbeelde of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
bed en breakfast: het op kleinschalige wijze tegen betaling verstrekken van kortstondig toeristisch nachtverblijf in een woning door de bewoner van de woning.
bedrijf: een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken,
opslaan, installeren en/of herstellen van goederen.
belhuis en internetcafe: een inrichting waarvan de bedrijfsvoering onder welke benaming dan ook is gericht op het tegen betaling bieden van gelegenheid tot elektronische berichtenuitwisseling in de vorm van telefonie of door middel van toegang tot het internet.
beperkt kwetsbaar object:
beperkt zelfredzame personen: hiervan is sprake bij de volgende functies: gezondheids- en zorgfuncties, opvang- en onderwijsfuncties voor kinderen tot en met 12 jaar;
bestaand (in relatie tot bebouwing): bebouwing aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
bestaand (in relatie tot gebruik): gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel.
bouwrijp maken : de volgende werken en werkzaamheden gericht om het geschikt maken van gronden om te bouwen:
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
bijgebouw: een gebouw dat zowel in bouwkundig, als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden -hieronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen- aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering
van een afhaalwinkel/-centrum.
dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak een winkelkarakter heeft en daarbinnen passende diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, makelaars, videotheken, banken, reis- en uitzendbureaus e.d. Onder dienstverlening worden belhuizen en internetcafé's niet begrepen.
ecologisch deskundige: een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soort specifieke ecologie.
evenement: evenementen en grootschalige evenementen als bedoeld in afdeling 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidgevoelige functies in de zin van de Wet geluidhinder: hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen.
NB: Delen van een onderwijsgebouw die niet zijn bestemd voor geluidgevoelige onderwijsactiviteiten, maken voor de toepassing van de Wet geluidhinder geen deel uit van een onderwijsgebouw.
geluidzone: geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder.
geluidzone - industrie: Een in het bestemmingsplan vastgelegde zone rond een industrieterrein waarbuiten de geluidbelasting ten gevolge van dat industrieterrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A).
gezoneerd industrieterrein: Een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
groepsrisico: cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
kwetsbaar object:
hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of spijzen, voor gebruik ter plaatse en/of nachtverblijf; onder horeca wordt mede verstaan een afhaalwinkel/-centrum. In deze regels zijn de hierna te noemen klassen/categorieën van bedrijven te onderscheiden:
Horeca 1: een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag en in de avond verstrekken van dranken en etenswaren en/of het bieden van nachtverblijf, zoals een café, een restaurant, een croissanterie, een snackbar, een koffiehuis, een hotel.
Horeca 2: een horecabedrijf dat voor het goed functioneren ook ’s nachts geopend moet zijn en dat tevens een groot aantal bezoekers aantrekt, zoals een discotheek, dancing, nachtclub.
huisvesting in verband met mantelzorg: huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.
mantelzorg: Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
omgevingstafel: een door de gemeente georganiseerd overleg met als doel te komen tot een integrale ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning.
peil: voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; voor bouwwerken die op of boven water worden gebouwd: de waterlijn; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van afgewerkte maaiveld ter plaatse van het te bouwen bouwwerk.
plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel is betrokken;
PR 10-6 contour: op deze plaatsgebonden risicocontour is de kans 1 op de 1.000.000 per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval op die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel is betrokken;
seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen
worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam-)prostitutiebedrijf (waaronder begrepen een seksclub), een privéhuis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop als dan niet in combinatie met elkaar.
straatmeubilair: bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals: verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken; telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; afvalinzamelvoorzieningen.
vrij beroep: een beroep uitgeoefend op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig,
ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
woonrijp maken: werken en werkzaamheden ten behoeve van het (her)inrichten van de openbare ruimte:
wonen: het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van onzelfstandige woonruimte of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat bewoning in onzelfstandige woonruimte in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen.
zeer kwetsbare gebouwen: gebouwen als bedoeld in bijlage VI van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Voor de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens.
de bedrijfsvloeroppervlakte: binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.