Plannaam:
Sterrenburg
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP181Sterrenburg-3001

Artikel 15 Leiding - Hoogspanningsverbinding

 

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemming, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hoogspanningsverbinding van 380 kV.

 

 

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

15.2.1 Bouwen algemeen

  1. op of in de in 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leidingen worden gebouwd;

  2. de krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen en de met ontheffing ingevolge artikel 23 toelaatbare bouwwerken zijn niet toegestaan.

 

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van een hoogspanningsmast bedraagt ten hoogste 60 m

  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste

12 m.

 

 

15.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2 onder b., mits:

  1. wordt gebouwd in overeenstemming met de bouwregels van de betreffende bestemming;

  2. het belang van de leiding hierdoor niet onevenredig worden geschaad.

Voordat over het verlenen van een omgevingsvergunning wordt beslist, winnen burgemeester en

wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding over de vraag of

door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de leiding niet onevenredig wordt geschaad

en over de eventueel te stellen voorwaarden.

 

 

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

 

15.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het wijzigen van het maaiveldniveau;

  2. het beplanten van gronden met hoogopgaande beplanting;

  3. het aanleggen van watergangen en waterpartijen;

  4. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;

  5. het aanleggen van kabels en leidingen.

 

15.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in 15.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  1. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;

  2. mogen worden uitgevoerd krachtens een eerder verleende vergunning;

  3. worden uitgevoerd voor de instandhouding van de leidingen.

 

15.4.3 Overleg

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 15.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover het leidingenbelang hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld.

 

15.4.4 Advies

Voordat over het verlenen van een omgevingsvergunning wordt beslist, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de leiding.