Plannaam:
Sterrenburg
Status:
Vastgesteld
Plantype:
gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Idn:
NL.IMRO.0505.BP181Sterrenburg-3001

Artikel 14 Wonen

 

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. woonwagenstandplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (wp);

  3. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (k);

  4. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (dh);

  5. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (m);

  6. tuinen en erven;

  7. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen en groen,

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 14.4.

 

 

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels.

 

14.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

14.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. ter plaatse van de aanduiding (wp) zijn de standplaatsen voor woonwagens toegestaan met inachtneming van het volgende:

locatie aantal standplaatsen bebouwingspercentage per perceel

Minnaertweg max 6 max 50

Heelalstraat max 5 max 50

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.

 

14.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat aan de achterkant en zijkant van de woning tot een diepte van maximaal 2,5 m buiten de aanduiding 'bouwvlak' een bouwhoogte is toegestaan van 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m of als de woning lager is, tot de bouwhoogte van de woning;

  2. het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 50 % van van het bouwperceel, het hoofdgebouw niet meegerekend, tot een maximum van 50 m2;

  3. bijbehorende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen zijn eveneens toegestaan ter plaatse van de aanduiding [bg] tot een bouwhoogte van maximaal 3 m;

  4. in afwijking van het voorgaande mogen bij een woonwagenstandplaats bijbehorende bouwwerken worden opgericht tot maximaal 30 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 m.

 

 

14.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste voor:

- erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied 1 m

  • overige erfafscheidingen 2 m

  • vlaggenmasten 6 m

  • overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m

b. voor het maximale oppervlak van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient het bepaalde in lid 14.2.3 onder b. in acht te worden genomen.

 

 

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 14.2.3 onder a. voor het bouwen van hogere aanbouwen en overkappingen met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de tweede verdieping van de woning tot een maximum van 7 m of als de woning lager is, tot de hoogte van de woning. Indien een tweede verdiepingsvloer ontbreekt, mag de hoogte niet meer bedragen dan noodzakelijk voor voldoende stahoogte, met dien verstande dat de hoogte van 7 m niet mag worden overschreden;

  2. lid 14.2.3 onder a. voor het aan de zijkant van de woning bouwen van hogere aanbouwen en overkappingen, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m of als de woning lager is, tot de hoogte van de woning;

  3. lid 14.2.3 onder a. voor het bouwen van een kap op bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;

e. lid 14.2.3 onder b. voor het toestaan van een oppervlakte van 75 m2, mits het bebouwingspercentage niet meer bedraagt dan 50.

 

 

 

14.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  1. kantoor als bedoeld in lid 14.1 onder c is toegestaan op de begane grond en eerste verdieping;

  2. detailhandel als bedoeld in lid 14.1 onder d is op het adres Zuidendijk 465A toegestaan:

  1. in agrarische producten tot een oppervlakte van maximaal 125 m2;

  2. in tweede hands fietsen tot een oppervlakte van maximaal 60 m2.

  1. detailhandel als bedoeld in lid 14.1 onder d is op het adres Oudendijk 28A toegestaan in dierenbenodigdheden;

d. op het adres Zuidendijk 465A is ter plaatse van de aanduiding [bg] een paardenstalling toegestaan.

 

 

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 14.4 onder b en c voor het toestaan van een andere vorm van detailhandel voorzover daardoor de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

 

 

14.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

  1. de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-1' zodanig wijzigen dat ter plaatse een uitbreiding van het winkelcentrum kan worden gerealiseerd onder voorwaarden dat:

  1. de uitbreiding voor detailhandel, dienstverlening en horeca-1 niet meer bedraagt dan 3000 m2 winkeloppervlak en met een distributie planologisch onderzoek wordt aangetoond dat er geen sprake is van ontwrichting van de detailhandelsstructuur; genoemde oppervlakte mag worden vergroot met de oppervlakte voor genoemde functies die door de kwaliteitsverbetering elders in het winkelcentrum verdwijnt;

  2. de benodigde parkeerbehoefte op eigen terrein wordt opgelost;

  3. de uitbreiding van het winkelcentrum alleen op de begane grond is toegestaan;

  4. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.

  5. voldaan wordt aan de normen met betrekking tot externe veiligheid waarbij ook de mogelijke effecten en beheersbaarheid van een calamiteit wordt betrokken. Indien een voorziening wordt gerealiseerd binnen het invloedsgebied van een risicobron, zal de Veiligheidsregio om advies worden gevraagd.