Plan: | Vroonweg 23 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0504.DLDVroonweg2310-BP30 |
Begrippen
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
Tuin
De voor de woningen gelegen gronden zijn bestemd als Tuin. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht, terwijl bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in beperkte mate worden toegestaan.
Een bijzondere regeling wordt getroffen voor de bouw van erkers. Omdat de bestemming Wonen vaak niet verder reikt dan de voorgevel van een woning, zou een aan te bouwen erker gelegen zijn op gronden die bestemd zijn als Tuin. Derhalve wordt onder voorwaarden een erker toegestaan binnen deze bestemming.
Wonen
Gronden met en behorend bij woonhuizen zijn bestemd als Wonen. Het woningtype wordt specifiek geregeld en schrijft vrijstaande woningen voor. Het plan staat hoofdgebouwen uitsluitend toe binnen het bouwvlak, terwijl aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ook daarbuiten toegestaan zijn. Voor deze zogenaamde erfbebouwing is een gezamenlijke maximumoppervlakte opgenomen, die wordt uitgedrukt in een percentage van de bij de woning behorende gronden. Het maximum is gesteld op 50% van het oppervlak van het zij- en achtererf, met een maximum van 75 m². De erfbebouwing wordt altijd 3 m achter (het denkbeeldige verlengde) van de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd.
De bestemmingsregels bieden tevens mogelijkheden voor hobbymatige paardrijvoorzieningen, waarbij de voornaamste voorwaarde de minimumoppervlakte van het erf betreft. Deze dient ten minste 2.000 m² te bedragen. Aan de paardrijvoorzieningen worden onder andere voorwaarden gesteld ten aanzien van de oppervlakte en de afstand tot omliggende functies.
Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden in de specifieke gebruiksregels eisen gesteld. De voornaamste voorwaarden zijn de maximumoppervlakte en enkele uitgesloten activiteiten.
Tot slot kan er worden afgeweken van de gebruiksregels om aan huis bed & breakfastactiviteiten uit te voeren.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelregel
Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee bestaande afwijkingen van maten uit het bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd. Aanpassingen die leiden tot grotere afwijkingen dan in de huidige situatie aan de orde zijn, worden niet toegestaan.
Tevens is een regel opgenomen op basis waarvan het verboden is een terrein te bebouwen op zodanige wijze dat daardoor op aansluitende terreinen strijdigheden ontstaan met de voor die gronden geldende regels. Indien er op zulke wijze reeds strijdigheden bestaan dan mogen deze worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot.
Tot slot worden binnen bepaalde maten kleine overschrijdingen van bouwgrenzen door ondergeschikte bouwdelen als trappen, hellingbanen en balkons toegestaan.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan. De bouwverordening blijft buiten toepassing voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.
De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
Algemene aanduidingsregels
Het plangebied valt binnen de vrijwaringszone van de molen aan de Vroonweg. Om die reden is een gebiedsaanduiding vrijwaringszone-molenbiotoop op de plankaart opgenomen en is een algemene aanduidingsregel opgenomen.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan kan worden afgeweken bij een omgevingsvergunning. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een regeling opgenomen die het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft de bestemmingslegging te wijzigen voor gronden waar de bestemmingslegging niet conform de werkelijke situatie is opgenomen.
Overige regels
In dit artikel is een regeling opgenomen waarmee wordt vastgelegd dat daar waar het plan verwijst naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, de betreffende verwijzing betrekking heeft op het bedoelde document zoals dat van kracht is op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde.
Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).
Slotregel
Deze regel bevat de titel van het plan.