direct naar inhoud van 4.5 Water
Plan: Geldersedijk 22
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDGlddijk22-BP30

4.5 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van de gemeente nader wordt behandeld.

Europa

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal

  • Nationale Waterplan (NW).
  • Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21).
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).
  • Waterwet.

Provinciaal

  • Provinciaal Waterplan.
  • Bestemmingsplannen blauw gekleurd.
  • Nota Regels voor Ruimte.
  • (Ontwerp) Provinciale Structuurvisie.
  • (Ontwerp) Verordening Ruimte.

Regionaal

  • Deelstroomgebiedsvisie Zuid-Holland Zuid.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.

Huidige situatie

Het plangebied is gelegen in de kern van Dirksland. Het plangebied is geheel verhard, het bestaat voornamelijk uit bebouwing en verharding.

Bodem en grondwater

Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem uit zavel. Er is sprake van grondwatertrap VI. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand van nature tussen de 0,4 m en 0,8 m beneden maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 1,2 m beneden maaiveld ligt. De maaiveldhoogte bedraagt ter plaatse circa NAP +0,8 m.

Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied. Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijke gemengd rioolstelsel.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan maakt de nieuwbouw van een gebouw mogelijk dat voorziet in een fysiotherapiepraktijk en kantoorruimte. Hiertoe wordt de bestaande bebouwing vervangen door nieuwbouw.

Waterkwantiteit

De nieuwbouw zal kleiner zijn dan de huidige bebouwing. Het bijbehorende terrein wordt geheel ingericht voor parkeren en ontsluiting en wordt zodoende verhard. Qua oppervlakte aan verharding veranderd er zodoende niets.
Op te merken valt dat het gebouw voorzien zal worden van een groen dak van 150 mm. Hierdoor draagt de ontwikkeling positief bij aan de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.

Waterkwaliteit

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.

Afvalwater en riolering

Conform de Leidraad Riolering West-Nederland en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Vanwege de slechte doorlaatbaarheid van de bodem kan hemelwater niet geïnfiltreerd worden. Daarom moet een gescheiden stelsel tot aan de perceelsgrens aangelegd worden. Dit stelsel kan aangesloten worden op het gemeentelijk gemengd stelsel. Wordt in de toekomst in de omgeving een gescheiden stelsel aangelegd, dan kan hier op aangesloten worden.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Door een afname van de bebouwing en het toepassen van groene daken, zal de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse lichtelijk verbeteren.