direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Noordwest 1 (Hof van Delft)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0023-2001

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdrijbanen;
  • b. verblijfs- en verkeersvoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. water;
  • f. taluds;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. voorzieningen voor het stallen van fietsen.
10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de regels van artikel 24 en de volgende bepalingen:

  • a. voorzieningen voor het stallen van fietsen zijn toegestaan indien:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,5 m, de breedte niet meer bedraagt dan 2,2 m en de diepte niet meer bedraagt dan 2,4 m;
    • 2. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden;
  • b. bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zijn niet toegestaan.
10.3 Afwijken bouwregels
10.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2, sub b voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.

10.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 10.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
10.4.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 10.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.