Professor Telderslaan

6.8 Energie

6.8.1 Bestaande situatie

Het projectgebied kent een traditionele energievoorziening op basis van gas voor verwarming, warm tapwater en koken. De bestaande portiekwoningen zijn van lagere energetische kwaliteit.

6.8.2 Beleid en onderzoek

Vanuit Europese en landelijke doelstellingen heeft Delft een eigen klimaatbeleid ontwikkeld. Dit is vastgelegd in het 3E:Klimaatplan 2003-2012 en de Actualisatie Klimaatplan 2008-2012.

Een van de projecten om een hoge CO2-reductie te bereiken is het inmiddels opgerichte Warmtebedrijf Eneco Delft.

Voor de TU-wijk heeft de TU Delft een bodemenergieplan opgesteld. In het plangebied kan er interferentie optreden tussen bodemenergie systemen onderling en andere belangen. Er gelden algemene ordeningsregels voor het realiseren van een bodemenergiesysteem. De komende periode stelt de provincie en per 2013 ook de gemeente het bodemenergieplan en de daaruit voortkomende ordeningsregels vast.

Gedurende de planontwikkeling is in overleg met de ontwikkelaar gekeken welke ambities en oplossingen passend zijn bij de opgave. In de anterieure overeenkomst is vastgelegd dat de ontwikkelaar een EPC realiseert van maximaal 0,51.

6.8.3 Gewenste ontwikkeling

Voor elke (her)ontwikkeling gelden de ambities uit het Klimaatplan. Vanuit de lokale bouwverordening geldt een `warmte, tenzij…´ principe en een aansluitplicht op een aanwezig warmtedistributienet. Gezien de locatie is dit geen reële optie. Er is gekozen voor gebouwgebonden maatregelen. Prestatieafspraken daarover zijn vastgelegd in de anterieure overeenkomst.

6.8.4 Conclusie

Dit bestemmingsplan is in combinatie met de anterieure overeenkomst in overeenstemming met het Klimaatbeleid van de gemeente Delft. Indien de ontwikkelaar gebruikmaakt van bodemenergie dient gewerkt te worden volgens het Bodemenergieplan TU Delft en de daarbij behorende ordeningsregels.