direct naar inhoud van 3.2 Systematiek bestemmingen
Plan: Professor Telderslaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0020-2001

3.2 Systematiek bestemmingen

3.2.1 Inleidende regels

Begrippen

In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

In de begrippen is 'bevoegd gezag' opgenomen (als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht). Als hoofdregel geldt dat het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is, tenzij een ander orgaan is aangewezen zoals Gedeputeerde Staten van de Provincie indien het een project van provinciaal belang betreft, of een minister voor projecten van nationaal belang.

Wijze van meten

Het onderhavige artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten, die bij het bouwen in acht moeten worden genomen, gemeten moeten worden.

3.2.2 Bestemmingsregels

Bestemmingen

Groen

De groenstrook binnen het plangebied heeft de bestemming 'Groen'. Op deze gronden zijn gebouwen niet toegestaan, met uitzondering van fietsenstallingen. Binnen deze bestemming zijn speelvoorzieningen mogelijk.

Tuin

De 'Delftse stoepjes' aan de voorzijde van de woningen hebben bestemming 'Tuin'. Op deze gronden zijn uitsluitend luifels en bordessen toegestaan.

Verkeer

Qua bebouwing zijn er op de gronden met de bestemming 'Verkeer' slechts fietsstallingen toegestaan.

Wonen

De nieuw te bouwen woningen hebben de bestemming 'Wonen'. Behalve de woningen hebben ook de achtertuinen deze bestemming. De hoofdgebouwen dienen te worden opgericht binnen de aangegeven bouwvlakken, waarbij de maximale bouw- en goothoogte in meters zijn aangegeven. Tevens zijn er bepalingen opgenomen voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak.

Binnen de bestemming 'Wonen' is ook bedrijvigheid aan huis toegestaan met een maximum van 40% van het brutovloeroppervlak.

3.2.3 Algemene regels

Antidubbeltelregel

Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Dit zou bijvoorbeeld aan de orde kunnen zijn ingeval (onderdelen van) bebouwingsstroken van verschillende eigenaars zijn.

Algemene aanduidingsregels

Vrijwaringszone - straalpad

Deze gebiedsaanduiding is opgenomen om te voorkomen dat straalpaden (niet zichtbare verbindingen ten behoeve van telecommunicatie) worden verstoord door te hoge bebouwing. Bouwwerken, gelegen onder het straalpad, mogen een maximale hoogte van 69 meter hebben. Het bestemmingsplan maakt een maximale bouwhoogte van 10.5 meter mogelijk. Dit is ruim onder de maximale hoogte onder het straalpad. De maximale hoogte voor bebouwing onder het straalpad is uit oogpunt van zorgvuldigheid in het plan opgenomen.

Algemene bouwregels

In dit artikel zijn bouwregels opgenomen die gelden voor alle gebouwen binnen het plangebied. Deze regels gelden naast de overige regels in het plangebied.

Algemene gebruiksregels

In dit artikel is een algemeen verbod opgenomen voor gebruik in strijd met de bestemmingen. In lid 1 is aangegeven welk gebruik in ieder geval verboden is en in lid 2 welk gebruik hieronder niet wordt verstaan.

Algemene afwijkingsregels

In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre en in welke gevallen bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels ingeval van geringe afwijkingen van de bouwregels.

Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een beperkte overschrijding van bestemmingsgrenzen.

3.2.4 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht

Dit artikel bevat de overgangsregels met betrekking tot het bouwen en het gebruik van gronden. In afwijking van de bouwregels blijven enige bouwmogelijkheden bestaan voor die gebouwen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan afwijken van het plan en die zijn of worden gebouwd bij of krachtens de Woningwet of Wabo. Bestaande afwijkingen mogen in principe niet worden vergroot.

Het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken, dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat het in werking treedt, mag worden voortgezet. Het overgangsrecht is echter niet van toepassing op gebruik dat al in strijd was met het voorgaande plan. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan, indien de afwijking hierdoor in mindere mate strijdigheid met dit bestemmingsplan oplevert.

Slotregel

Hierin is de naam van het bestemmingsplan opgenomen.