3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende bepalingen:
-
a. de maximale bouwhoogte van bruggen bedraagt - 0,50 meter ten opzichte van NAP;
-
b. de maximale bouwhoogte voor verblijfs- en verkeersvoorzieningen op de brug bedraagt + 1,15 meter ten opzichte van NAP;
-
c. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, naast de brug bedraagt
+ 0,55 meter ten opzichte van NAP;
-
d. de minimale doorvaarthoogte bedraagt 1,00 meter ten opzichte van het streefpeil, waarbij het streefpeil - 2,85 meter ten opzichte van NAP bedraagt, en een minimale doorvaartbreedte van
3,10 meter.