direct naar inhoud van 7.6 Weg- en spoorweglawaai
Plan: Binnenstad 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0014-2001

7.6 Weg- en spoorweglawaai

7.6.1 Bestaande situatie

Het overgrote deel van de wegen in het plangebied zijn 30 km/h-wegen. Rondom deze wegen geldt geen geluidzone. Binnen het plangebied zijn alleen de Wateringsevest en de Vrijenbanselaan 50 km/h-wegen. Ook rondom het plangebied ligt een aantal 50 km/h-wegen. Voor dergelijke wegen geldt een geluidzone van 200 meter. Een deel van het plangebied ligt binnen deze geluidzone.

Ongeveer 30 meter ten westen van het plangebied ligt de spoorlijn Schiedam-Delft-Den Haag. Voor deze spoorweg geldt een geluidzone van 700 meter. Een groot deel van het plangebied ligt binnen deze geluidzone.

7.6.2 Beleid en onderzoek

Wegverkeerslawaai

Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidzones waarbinnen, bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige functies, moet worden getoetst aan geluidshinder vanwege de weg. De breedte van de geluidzone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- of buitenstedelijke ligging. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook bij ontwikkelingen rondom 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting te worden onderbouwd.

De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.

Spoorwegen

Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone van een spoorweg mogelijk worden gemaakt, moet onderzoek plaatsvinden naar de geluidsbelasting vanwege deze spoorweg. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 55 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. De uiterste grenswaarde mag daarbij niet worden overschreden. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

7.6.3 Gewenste ontwikkeling

Omdat het bestemmingsplan consoliderend van aard is, worden er geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone van gezoneerde wegen of de spoorweg Rotterdam-Delft-Den Haag mogelijk gemaakt.

7.6.4 Conclusie

Het aspect weg- en spoorweglawaai staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.