direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Binnenstad 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0014-2001

Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van actuele en het benutten van potentiële cultuurhistorische waarden.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat vergroting en/of verandering van de bestaande bebouwing niet zijn toegestaan, indien de vergroting en/of verandering zichtbaar is vanaf openbaar toegankelijk gebied en betrekking heeft op:

  • a. aan- en uitbouwen aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. dakterrassen;
  • c. verandering van dakvorm, nokrichting, dakhelling, goothoogte of bouwhoogte van het hoofdgebouw.
22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand of object gelet op:

  • a. bouwmassa naar hoofdafmeting en onderlinge verhoudingen;
  • b. dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten en schoorstenen;
  • c. gevelindelingen naar ramen, deuren en erkers.
22.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunning

Het bepaalde in lid 22.2 is niet van toepassing, indien:

  • a. voor de betrokken activiteit reeds een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder f of artikel 2.2 lid 1 onder b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nodig is; en/of
  • b. een dakkapel wordt gebouwd mits de breedte daarvan ten hoogste 40% bedraagt van de breedte van het dakvlak waarin de dakkapel geplaatst wordt.
22.3.3 Advies

Alvorens over het verlenen van omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie voor welstand en monumenten, omtrent de vraag of geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de bebouwing en de eventueel te stellen voorwaarden.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.4.1 Verbod

Het is verboden op gronden die samenvallen met de bestemming Groen of Verkeer zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden en/of anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het planten en verwijderen van bomen en/of gewassen;
  • c. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. Voor het (gedeeltelijk) graven, dempen of wijzigen van de vorm en diepte van een waterpartij, zoals sloten en vijvers;
  • e. het veranderen van oevers;
  • f. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
  • g. het aanbrengen van drainage;
  • h. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen;
  • i. het wijzigen van de structuur van het park;
  • j. het wijzigen van de aard van de beplantingen.
22.4.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
22.4.3 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 22.4.1, zijn slechts toelaatbaar voor zover de cultuurhistorische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.

22.4.4 Advies

Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie voor welstand en monumenten, omtrent de vraag of geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de gronden en de eventueel te stellen voorwaarden.

22.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
22.5.1 Sloopverbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, zoals bedoeld in artikel 3.3 sub b Wet ruimtelijke ordening, bouwwerken te slopen, tenzij artikel 2.6 van het Besluit omgevingsrecht van toepassing is.

22.5.2 Uitzonderingen sloopverbod

Het in lid 22.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing:

  • a. op sloopwerkzaamheden die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of;
  • b. op sloopwerkzaamheden die reeds in uitvoering zijn of waarvoor reeds omgevingsvergunning voor het slopen is verleend op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
22.5.3 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 22.5.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover uit cultuurhistorisch onderzoek (quickscan) blijkt dat de cultuurhistorische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.

22.5.4 Advies

Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie voor welstand en monumenten, omtrent de vraag of geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de gronden en de eventueel te stellen voorwaarden.