direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Scheepmakerij 11-12
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0011-2002

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen en aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • b. bedrijven;
  • c. kantoren;
  • d. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • e. dienstverlening;
  • f. maatschappelijke voorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren';
  • i. voorziening voor de betreding van een dakterras ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorziening voor de betreding van een dakterras';
  • j. bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Artikel 10 en de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' (m)' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' (m)' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorziening voor de betreding van een dakterras' is een dakterras toegestaan inclusief een voorziening voor de betreding van een dakterras met een maximale bouwhoogte van 2,20 m en een maximale oppervlakte van 8 m2;
  • d. het aantal wooneenheden/woningen mag niet meer bedragen dan aangegeven op de verbeelding.
3.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Artikel 10 en de volgende bepalingen:

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Gebruiksregels
  • a. De in lid 3.1, sub b tot en met f genoemde functies zijn slechts toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de adressen Rotterdamseweg 64-66 en Scheepmakerij 11 de onder sub b tot en met f genoemde functies zowel op de begane grond als boven de begane grond zijn toegestaan.
3.3.2 Milieucategorie
  • a. De in lid 3.1, sub a tot met d genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 van de LvB, met uitzondering van de bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben, met dien dat ter plaatse van het adres Rotterdamseweg 64-66 de in lid 3.1, sub b tot met d genoemde functies uitsluitend zijn toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 en 2 van de LvB, met uitzondering van de bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben.
3.3.3 Gebruiksverbod

Niet toegestaan zijn:

3.3.4 Aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, voor zover:

3.3.5 Parkeren

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' dienen ten minste twee parkeerplaatsen te worden gerealiseerd.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.3.2 om functies uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben;
  • b. het bepaalde in lid 3.3.2 om functies uit categorie 3 van de LvB mogelijk te maken met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben;
  • c. het bepaalde in lid 3.3.2 om functies toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
3.4.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 3.4.1, sub a en c bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.

3.4.3 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 3.4.1, sub b en c bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 2 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.

3.4.4 Afwijken gebruiksverbod

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.3 voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen het gehele gemeentelijke grondgebied zijn maximaal 2 seksinrichtingen toegestaan;
  • b. binnen een straal van 250 m vanaf NS-stations en binnen een straal van 50 m vanaf gebedshuizen en scholen zijn seksinrichtingen niet toegestaan;
  • c. de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning, wooneenheid van een derde dient minimaal 10 m te bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen de 2 seksinrichtingen dient minimaal 50 m te bedragen;
  • e. ten behoeve van de seksinrichting dient in voldoende mate in parkeergelegenheid voor de bezoekers te zijn voorzien;
  • f. een seksinrichting in de vorm van een raamprostitutiebedrijf is niet toegestaan.