direct naar inhoud van 4.1 Beleid en Onderzoek
Plan: Rietveld 109
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0006-2002

4.1 Beleid en Onderzoek

4.1.1 Rijksbeleid, Nota Ruimte

De op 27 februari 2006 in werking getreden Nota Ruimte is het nationale ruimtelijke beleid voor de ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het kabinet schept ruimte voor ontwikkeling uitgaande van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet' en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De Nota Ruimte ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling waarin alle betrokken partijen kunnen participeren. Het gaat daarbij onder andere om het versterken van de dynamiek in de bestaande steden door het voldoende ruimte bieden voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water, waarbij verdichtingsmogelijkheden in het bestaand bebouwd gebied zo optimaal mogelijk moeten worden benut.

4.1.2 Provinciaal en regionaal beleid

Ten aanzien van het regionaal beleid zijn de volgende beleidsnota's richtinggevend geweest bij het opstellen van het bestemmingsplan.

4.1.2.1 Provinciale Structuurvisie Visie op Zuid-Holland (2010)
afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0006-2002_0013.png"  
Afbeelding 11: Uitsnede kaart Structuurvisie  

De Provinciale Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland', Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 2 juli 2010. Zij vervangen het interim-beleid op basis van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. De provincie geeft in het ruimtelijke ordeningsbeleid zoveel mogelijk vrijheden aan lokale en regionale overheden en pakt alleen die zaken op waar ze een provinciale rol ziet of wettelijk een rol heeft. Voor het behartigen van het Provinciaal Belang gaat de provincie daarom uit van: lokaal wat kan, provinciaal wat moet.

De vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen van de structuurvisie zijn: een aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; divers en samenhangend stedelijk netwerk; een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap en stad en land verbonden.

4.1.2.2 Verordening

De Provinciale Verordening Ruimte vervangt de Nota Regels voor Ruimte (2005). De verordening vormt met de structuurvisie en uitvoeringsagenda het beoordelingskader van Gedeputeerde Staten voor gemeentelijke ruimtelijke plannen. Ten aanzien van bestaand stedelijk gebied is de beleidsfilosofie van de provincie dat zuinig en efficiënt met de ruimte moet worden omgegaan. Verstedelijking moet zoveel mogelijk worden geconcentreerd in en rond de steden in het stedelijk netwerk; binnen de bebouwingscontouren. Belangrijke speerpunten van het provinciale beleid in de sfeer van de ruimtelijke ordening zijn dan ook: intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering en transformatie.

Het bestemmingsplan is niet in strijd met de Provinciale Structuurvisie of Verordening Ruimte.

4.1.2.3 Regionaal Structuurplan 2020 (RSP 2020) (2008)

Het Stadsgewest Haaglanden heeft in de afgelopen periode samen met gemeenten gewerkt aan de herziening van het Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP) 2002. Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) vastgesteld. Het RSP geeft een regionale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de regio Haaglanden tot 2020 met een doorkijk naar 2030.

Aanleidingen voor de herziening zijn veranderende beleidsinzichten op nationaal en lokaal niveau en nieuwe inhoudelijke opgaven die sinds 2002 op de ruimtelijke agenda zijn gekomen, zoals de gevolgen van de klimaatveranderingen en vraag naar ruimte voor wonen, werken en recreëren op de langere termijn. Haaglanden kiest in het RSP voor een beperkte uitbreiding van het stedelijk gebied. De nadruk ligt op de binnenstedelijke opgave. Verdere verstedelijking gaat namelijk ten koste van het 'goud' van Haaglanden, zoals de groene kwaliteiten worden aangeduid. Uitbreiding van de woningvoorraad moet zo veel mogelijk plaatsvinden binnen het bestaand stedelijk gebied en dan met name op stationslocaties en rond haltes van hoogwaardig openbaar vervoer. Het plangebied wordt aangeduid als (historisch) centrum en winkelcentrum waarbinnen gezocht dient te worden naar verdichtingsmogelijkheden (zie afbeelding 12).

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0006-2002_0014.jpg"  
Afbeelding 12: Uitsnede kaart Regionaal Structuurplan Haaglanden  

4.1.3 Gemeentelijk beleid
4.1.3.1 Ruimtelijke Structuurvisie Ontmoetingen met Delft 2030 (2009)

Ontmoetingen met Delft 2030 is de gemeentelijke visie op de gewenste (ruimtelijke) ontwikkeling van Delft op de langere termijn en een beeld van de voorgenomen ruimtelijke maatregelen in de komende jaren. De Structuurvisie is voor de gemeente ook de grondslag voor het verhalen van kosten op basis van de Grondexploitatiewet. De ruimtelijke consequenties van de relevante sectorale beleidsvisies zijn geïntegreerd in de Structuurvisie. Voor de periode tot 2030 is de Structuurvisie daarmee kaderstellend.

Verdichten en verdunnen

Om Delft als stad te kunnen blijven ontwikkelen, is het nodig dat we blijven bouwen. De gemeente wil dit doen door in bepaalde gebieden in de stad de bebouwing te intensiveren en andere gebieden, die aan vernieuwing toe zijn, aan te passen aan de eisen van deze tijd (transformeren). Tegelijkertijd zal het aanwezige versnipperde groen worden gebundeld en nieuw groen aan de stad worden toegevoegd. Met verdichten in combinatie met de verdere vergroening van Delft kunnen we de stedelijke dynamiek, levendigheid en de groene identiteit van Delft vergroten.

Gelaagde stad

Delft is een gelaagde stad, die zich op drie schaalniveaus presenteert: op stedelijke niveau, op het niveau van de buurten en wijken en op regionaal niveau binnen de Zuidvleugel van de Randstad. Elk schaalniveau kent zijn eigen kwaliteiten, dynamiek en verbondenheid met de omgeving. Dit is van belang voor de gewenste toekomstige ontwikkeling van de stad. Onze visie op Delft 2030 wordt in drie perspectieven verbeeld en verwoord:

1. Delft: verbonden stad met eigen identiteit

· Nieuw centrumstedelijk gebied

· Boulevards

· Groene vingers

2. Delft: veelkleurig palet van buurten

· Aantrekkelijke woon en leefmilieus

· Kris-kras netwerk

3. Delft: veelzijdig knooppunt in de randstad

· Technologisch innovatief complex Delft

· Cultuurhistorisch binnenstad

· Delft in de regio

Voor dit bouwinitiatief zijn de eerste twee perspectieven relevant. Het bouwinitiatief ligt in het Nieuw centrumstedelijk gebied en is als woongebied onderdeel van het palet van buurten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0006-2002_0015.jpg"  
Afbeelding 13: Delft: verbonden stad met eigen identiteit  

Nieuw centrumstedelijk gebied

Het centrum van Delft ondergaat een aantal wezenlijke veranderingen. De herstructurering van de spoorzone, de omgeving van In de Hoven en van het Ireneviaduct creëert in het hart van de stad ruimte voor een nieuw centrumstedelijk gebied. In dit geografisch midden van de stad ontmoeten de verschillende sferen van Delft elkaar: Het bouwinitiatief valt echter buiten deze grootschalige herstructureringsgebieden. Het is de herontwikkeling van een kleinschalig binnenterrein. Daarom is gekozen voor de woonfunctie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0006-2002_0016.jpg"  
Afbeelding 14: Delft: veelkleurig palet van buurten  

Aantrekkelijke woon en leefmilieus

De buurten zijn de sociale en ruimtelijke bouwstenen van Delft. Elke wijk in Delft heeft zijn eigen, herkenbare ruimtelijke identiteit. De herkenbaarheid is in de Structuurvisie opgenomen in 6 typologieën:

· De historische binnenstad en schil

· Nieuw stedelijk

· De groene kenniswijk

· Parkstad

· Tuinstad

· Stedelijke bedrijventerreinen

Het bouwinitiatief is onderdeel van de historische binnenstad. Het plan bestaat uit woningen en een collectief binnenhof en past daarmee binnen de identiteit van de binnenstad.