direct naar inhoud van 3.2 Systematiek bestemmingen
Plan: Rietveld 109
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0006-2002

3.2 Systematiek bestemmingen

3.2.1 Inleidende regels

Begrippen

In dit artikel zijn begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Wijze van meten

Het onderhavige artikel geeft aan hoe hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht moeten worden genomen, gemeten moeten worden.

3.2.2 Bestemmingsregels

Verkeer

Het binnenterrein heeft de bestemming Verkeer. De bestemming laat beperkte bouw- en aanlegmogelijkheden toe, zoals verhardingen, nutsvoorzieningen en kunstwerken.

Parkeren is binnen de bestemming 'Verkeer' toegestaan. Met de aanduiding 'parkeerterrein' is aangegeven waar in ieder geval parkeerplaatsen in stand dienen te worden gehouden. Daarmee is gewaarborgd dat voldaan wordt aan de parkeernorm (1,4 parkeerplaats per woning).

Wonen

De locaties waar de poortwoning en de drie hofwoningen zijn voorzien, hebben de bestemming 'Wonen'. De toegang tot het terrein bestaat uit een onderdoorgang onder de poortwoning. Op de verbeelding is daarvoor de aanduiding 'onderdoorgang' opgenomen.

Ook binnen de bestemming 'Wonen' komt op de verbeelding de aanduiding 'parkeerterrein' voor. Met die aanduiding is aangegeven waar parkeerplaatsen in stand dienen te worden gehouden. Daarmee is gewaarborgd dat voldaan wordt aan de parkeernorm (1,4 parkeerplaats per woning). Binnen de bestemming 'Wonen' is parkeren alleen toegestaan op de gronden waarop de aanduiding 'parkeerterrein' op van toepassing is.

Voor de woningen op het binnenterrein is in de planregels vastgelegd dat de woningen moeten worden voorzien van een lessenaarsdak. Bij de bouwhoogte is uitgegaan van de bouwhoogte uit het bouwplan met een kleine marge. De hoge zijde van het lessenaarsdak dient aan de voorzijde van de woning te worden gerealiseerd. De maximale hoogte is 8 meter. De lage zijde bevindt zich aan de achterkant van de woning en mag maximaal 5,5 meter hoog zijn.

Voor de poortwoning is vastgelegd dat het gebouw met een plat dak dient te worden uitgevoerd. Daarnaast is de bouwhoogte voor dit gebouw in de regels vastgelegd.

Waarde-Archeologie (dubbelbestemming)

Het plangebied ligt binnen archeologisch waardevol gebied. Ter plaatse van archeologisch waardevol gebied geldt naast deze primaire bestemming nog een andere bestemming/secundaire bestemming. Bouwwerken ten behoeve van de secundaire bestemmingen zijn slechts toelaatbaar na ontheffing. Ontheffing wordt verleend als de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad. Ter plaatse van de primaire bestemming Waarde - Archeologie geldt een aanlegvergunningenplicht voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden.