direct naar inhoud van 5.2 Uitgangspunten bestemmingsregeling
Plan: Schollevaar
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP10Schollevaar-5001

5.2 Uitgangspunten bestemmingsregeling

Begin 2010 zijn uitgangspunten (voor erfbebouwing) opgesteld. Hierbij zijn in het kader van het te herziene bestemmingsplan uitgangspunten geformuleerd ten behoeve van een meer samenhangende visie op de toekomstige vergroting van de woningen en de situering en bouw van erfbebouwing. Deze uitgangspunten zijn gebaseerd op een verrichte inventarisatie en analyse van de binnen Schollevaar aanwezige bebouwingstypologie en de wijze waarop uitbreidingen van de hoofdgebouwen en de situering van erfbebouwing in het verleden hebben plaatsgevonden. Deze uitgangspunten zijn vervolgens vertaald in de voorliggende regeling.

Karakteristiek voor Schollevaar is het relatief grote oppervlak aan bebouwde voorerven. Het faciliteren van stallingsruimte voor bijvoorbeeld fietsen aan de voorzijde van woningen heeft een duidelijke impact op het straatbeeld omdat dit gepaard gaat met het oprichten van bijgebouwen of aanbouwen. Ook kan de hoeveelheid erfverharding aan de voorzijde van de woning toenemen. De situering van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan de voorzijde van de woning heeft een sterk verdichtend effect op het straatbeeld. Bij sommige woningen ontbreekt een achterpad bij de achtertuinen. In dat geval is de situering van ten minste een deel van de erfbebouwing aan de voorzijde van de woning een noodzakelijk gegeven, met name waar het gaat om het kunnen stallen van bijvoorbeeld (brom)fietsen.

Naast aandacht voor de mogelijke situering van erfbebouwing aan de voorzijde van de woning, is ook aandacht geschonken aan de aanwezigheid van erfbebouwing aan de achterzijde van de woning indien de achtertuin grenst aan een belangrijke groen- en waterzone. In dergelijke gevallen is het van belang dat het beeld van het openbaar gebied niet gedomineerd wordt door een veelheid van in het zicht geplaatste erfbebouwing in achtertuinen.

Ten slotte is specifiek aandacht besteed aan de mogelijkheid om een opbouw op een woning of een garage te plaatsen (al dan niet na het verlenen van een omgevingsvergunning middels toepassing van een afwijkingsbevoegdheid).