direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Schollevaar
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP10Schollevaar-5001

2.4 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Capelle aan den IJssel 2006-2020

Om de juiste keuzes te maken in de vormgeving van de toekomst van Capelle aan den IJssel heeft de gemeente in 2005 een structuurvisie opgesteld. Deze geeft de richting aan voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente tot aan 2020.

Uitgangspunt van de structuurvisie is dat in 2020 de gemeente Capelle aan de IJssel 65.000 inwoners moet huisvesten. Door vergrijzing en toename van eenoudergezinnen komen er echter steeds minder bewoners per woning. Daarom moeten er voor 2020 nog ruim 3.000 nieuwe woningen in Capelle aan den IJssel worden toegevoegd. Voor het overgrote deel gaat het om herontwikkeling en het opvullen van kleine stukken resterende grond; ruimte voor grootschalige nieuwbouw is er niet. Bij de realisatie van de nieuwe woningen is er veel aandacht voor de bevordering van de woonkwaliteit en de kwaliteit van de woonomgeving.

Voor economische groei en vernieuwing is de komst van nieuwe kleine bedrijven essentieel. Om de dynamiek van dit type ondernemerschap in de stad aan te trekken en te behouden, is het noodzakelijk een aanbod te scheppen dat past tussen de achterkamer in het huis van de startende ondernemer en het bedrijventerrein voor de gevestigde ondernemer. Bij de bedrijvigheid op buurtniveau is het streven om dergelijke bedrijfsgebieden veel meer dan tot nu toe als onderdeel van de woonbuurt te ontwikkelen. Daarbij gaan de gedachten uit naar vormen van bedrijvigheid die weinig overlast veroorzaken, zoals zakelijke dienstverlening. Het mengen van wonen en werken bevordert de werkgelegenheid en de sociale veiligheid en zorgt voor een zekere mate van levendigheid in de woonbuurt. Ook in de woongebieden zal de combinatie wonen en werken aan huis worden gestimuleerd.

Zelfredzaamheid van de Capellenaren is het uitgangspunt bij de beleidsterreinen zorg en maatschappelijke dienstverlening. In Capelle aan den IJssel krijgen ouderen, jongeren en minderheden extra aandacht. Voor deze groepen, die een verhoogde kans hebben om buiten de boot te vallen, bestaan er speciale voorzieningen. Institutionele zorg ziet de gemeente als laatste middel voor diegenen die het zelfstandig niet langer redden. De zorg aan huis en in de wijken is versnipperd over tal van instanties en personen die verspreid over de stad gevestigd zijn. De verschillende wijken worden niet in dezelfde mate en op dezelfde wijze bediend. Om dat wel mogelijk te maken en iedereen een herkenbare en aanspreekbare ingang tot de zorg te bieden, ontwikkelt de gemeente een zorgconcept op twee niveaus: het wijkniveau en het stedelijk niveau.

De verkeersproblemen die Capelle ervaart en voor de toekomst voorziet als gevolg van de toenemende mobiliteit zijn niet beperkt tot het eigen grondgebied. Dat geldt ook voor de oplossingen. Er is dan ook al in een vroeg stadium intensief overlegd met de stadsregio en met de gemeenten Rotterdam (deelgemeente Prins Alexander), gemeente Zuidplas en Krimpen aan den IJssel.

Capelle aan den IJssel beschikt over een goede openbaarvervoerinfrastructuur en goede verbindingen met de rijkswegen A16 en A20. Via NS-station Capelle-Schollevaar is de gemeente aangesloten op het landelijke spoorwegennet. Waar het openbaar vervoer tekortschiet, zullen aanvullende voorzieningen worden gecreëerd dan wel extra ondersteund (bijvoorbeeld de vrijwilligersservice van de ANBO). De NS laat het station Capelle-Schollevaar alleen aandoen door stoptreinen met een betrekkelijk lage frequentie. De korte reisafstand naar het intercitystation Rotterdam-Alexander maakt het desondanks voor Capellenaren - vooral als zij in de buurt van het station wonen - aantrekkelijk om het station Capelle-Schollevaar als startpunt voor hun reis te gebruiken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0502.BP10Schollevaar-5001_0003.png"Figuur 2.2 Structuurvisie Capelle aan den IJssel

Woonvisie (2007)

De Woonvisie Capelle aan den IJssel 'kiezen voor kwaliteit van wonen' is door de gemeenteraad op 8 oktober 2007 vastgesteld. De gemeentelijke Woonvisie is een vervolg op en sectorale uitwerking van de in december van 2005 door de gemeenteraad vastgestelde Structuurvisie. Deze structuurvisie vormt samen met de Nota Hoogbouw, de Kadernota en het Collegewerkprogramma 2006-2010 ('Werken aan Kwaliteit') een belangrijke beleidscontext voor de Woonvisie.

De gemeente Capelle aan den IJssel is jarenlang groeigemeente geweest. De grenzen van de groei komen in zicht. De ruimtelijke mogelijkheden voor nieuwbouw van grondgebonden woningen in een groene setting zijn straks binnen de gemeentegrenzen nauwelijks meer aanwezig. De gemeente staat voor de omslag van groeigemeente naar beheergemeente. Daarbij zijn diverse opgaven en dilemma's aan de orde, waarin keuzes gemaakt moeten worden die richting geven aan de kwaliteit van Capelle aan den IJssel als woon- en werkgemeente.

De gemeente Capelle aan den IJssel heeft een aantal kernopgaven opgesteld:

  • versterking van de identiteit van Capelle aan den IJssel als groene en veilige woon- en werkgemeente, met gedifferentieerde woonwijken en woonmilieus;
  • passende huisvesting voor de verschillende doelgroepen, met bijzondere aandacht voor starters en ouderen;
  • het woonruimteverdelingsbeleid mede richten op versterken sociale structuren;
  • een bereikbare woningvoorraad en vernieuwing van verouderd woningbezit;
  • wonen, zorg en welzijn op maat;
  • een gedifferentieerd en op doorstroming gericht nieuwbouwprogramma.

Masterplan Woonzorginfrastructuur (2007)

De op 8 juni 2007 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde visie is opgesteld in opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel en de provincie Zuid-Holland. In de bestuurlijke visie op het Masterplan Woon-Zorginfrastructuur is de visie van de gemeente samengevat in de volgende speerpunten:

  • wonen, zorg en welzijn hangen nauw met elkaar samen en zijn ten minste deels communicerende vaten en worden daarom in samenwerking benaderd; het is belangrijk dat de visie op wonen, welzijn en zorg niet los van elkaar ontwikkeld en uitgevoerd worden;
  • maatwerk per wijk is belangrijk;
  • burgers met een beperking zijn meer aangewezen op hun directe leefomgeving; daarom is een goede toegankelijkheid en nabijheid van dienstverlening van belang, die is toegesneden op de behoeften in de wijk;
  • burgers moeten zolang als het kan en als men wil thuis kunnen blijven wonen;
  • goede beschikbaarheid en toegankelijkheid van eerstelijnszorg heeft grote prioriteit; de huisartsenzorg is hierbij een belangrijk aandachtspunt;
  • beschikbaarheid en spreiding van ziekenhuiszorg is van groot belang;
  • ketenzorg is van groot belang: de zorgprocessen moeten rond de zorgaanvrager zijn geconcentreerd.

Wat betreft de toekomstige zorginfrastructuur is het streven gericht op:

  • wijkgericht opzetten van zorg- en welzijnsvoorzieningen;
  • koppelingen van 'care' (maatschappelijk werk, (jeugd) gezondheidszorg, cultureel werk etc.) en 'cure' (eerste- en tweedelijnszorg) door samenwerking;
  • ontwikkelingen multidisciplinaire centra waar 'care' en 'cure' bij elkaar komen, waarin mogelijk de zorgmanager als 'voorportaal' wordt ingezet.

Op basis van de in de verschillende wijken aanwezige voorzieningen en ontwikkelkansen zal een oplossing op maat voor de verschillende wijken moeten worden ontwikkeld. Daarbij onderscheidt het Masterplan de volgende gebieden:

  • 's Graveland/Capelle west/Fascinatio: ontwikkelen eerstelijns multidisciplinair gezondheidscentrum (EMGC);
  • Middelwatering/Oostgaarde: ontwikkeling EMGC;
  • Schollevaar: ontwikkeling EMGC (Moordrechtflat en Spoorlaan 20).

Woonzorgservicecentrum Schollevaar (20 mei 2010)

Het beleid van landelijke en gemeentelijke overheden is erop gericht om burgers zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen (zelfredzaamheid) en actief deel te laten nemen aan de samenleving (participatie). Niet alleen vanuit de overheden, maar ook vanuit de ouderen is er een groeiende behoefte aan nieuwe woonvormen, die het mogelijk maken dat zij zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven behouden.

Veranderende woonwensen van mensen met of zonder functiebeperking vragen om woonvoorzieningen op maat. Daarnaast dient er voldoende passende zorg aanwezig te zijn (24-uurs) alsmede een uitgebreid scala aan welzijnsvoorzieningen, ontmoetingsmogelijkheden en op maat gesneden dienstverlening, die aansluit bij de behoefte van bewoners. De gemeente staat voor de uitdaging om de leefbaarheid en de sociale samenhang van haar wijken te verbeteren. Niet alleen voor ouderen, maar voor alle wijkbewoners, van jong tot oud. Doel daarbij is dat verschillende doelgroepen met verschillende leefstijlen in goede harmonie samen kunnen leven.

Om aan deze beleidsdoelen invulling te geven, stimuleert de gemeente Capelle aan den IJssel de ontwikkeling van woonzorgservicezones in verschillende Capelse wijken, waaronder Schollevaar en Oostgaarde. Doel is een integraal en samenhangend aanbod aan voorzieningen en diensten op het gebied van wonen, welzijn en zorg te creëren.

Notitie Jongeren Ontmoetings Plaatsen (JOP's) (11 mei 2005)

De openbare ruimte fungeert voor (groepen) jongeren vaak als ontmoetingsplek. Dat is prima, maar het verloopt niet altijd zonder problemen. Soms is er sprake van hinderlijk gedrag, vervuilend gedrag, een dreigende werking van een groep, of andere vormen van overlast. Dit doet zich vooral voor bij 'kwetsbare' plekken als winkelcentra, portieken, directe omgeving woningen en dergelijke. De beschikbare ruimte voor jongeren wordt door bebouwing steeds minder.

Ook in Capelle aan den IJssel is dit onderwerp actueel. In het zogenoemde JOP-overleg, waaraan naast de gemeente tevens de politie, Stichting Jongerenwerk, Com-wonen en een bewonersondersteuner deelnemen, worden jaarlijks tientallen overlastgevende groepen 'gevolgd' en besproken. Het creëren van een specifieke ontmoetingsplek in de vorm van een JOP kan een oplossing zijn om overlast te voorkomen dan wel te beperken. Bovendien kan het zijn dat een groep jongeren zelf om een JOP vraagt.

In de notitie wordt een JOP gedefinieerd als een overdekte ontmoetingsplaats. Hoewel het ontmoetingsplekken betreft, gaat het hierbij niet om gebouwen, zoals jeugdhonken.

JOP's vormen een instrument in het preventieve jeugdbeleid. Het is een plek waar jongeren naar kunnen worden verwezen indien de aanwezigheid op andere plekken niet is toegestaan dan wel minder gewenst. Zij dienen dan tevens als vindplaatsen voor de jongerenwerkers en de buurtagenten. Hierdoor kunnen eenvoudig contacten worden gelegd en onderhouden met de jongeren.

Visie Detailhandel Wijk- en buurtwinkelcentra/Capelle XL (2010)

De gemeente Capelle aan den IJssel heeft de Visie Detailhandel op 26 januari 2010 vastgesteld. In deze nota is onder andere een functionele winkelhiërarchie vastgesteld, met een verdeling naar hoofdwinkelcentrum, wijk- en buurtwinkelcentra en buurtsteunpunten. In Capelle aan den IJssel is sprake van een mooie spreiding van de winkelgebieden over de woonplaats en functioneren deze vrijwel allemaal ook naar behoren. Op dit moment is er vrijwel overal voldoende aanbod voorhanden en mag de opbouw van het winkelapparaat worden gekoesterd. In de gemeentelijke structuurvisie Capelle 2006-2020 is aangegeven dat de detailhandelsstructuur in Capelle aan den IJssel gehandhaafd dient te blijven. Dat wil zeggen dat de prominente positie van wijk- en buurtwinkelcentra moet worden behouden.

Geconstateerd is dat de marktsituatie in Capelle aan den IJssel vrijwel in evenwicht is op dit moment. Het ene buurt- of wijkwinkelcentrum doet het wel beter dan het andere, maar in zijn geheel genomen voldoet het op dit moment. De meeste benodigde veranderingen in het winkelcentrum De Scholver zijn van fysieke aard. Door verandering van onder meer de entreepartijen en de overkapping, zou de uitstraling van het winkelcentrum De Scholver verbeterd kunnen worden. Het winkelcentrum De Scholver zou hierdoor een meer uniform karakter krijgen, waarmee ook de sociale veiligheid wordt vergroot.

Evaluatie speelruimteplan 2000

In het kader van het participatiebeleid in de gemeente Capelle aan den IJssel kan gesteld worden dat de ouders in grote mate de verantwoordelijkheid dragen voor hun kinderen en de belangen van hun kinderen. Burgers en gemeente zijn daarom samen verantwoordelijk voor de invulling van dit recht op (in)formele speelruimte. Getracht is te komen tot een praktisch speelruimteplan. In dit plan zijn de beleidsuitgangspunten voor spelen aangescherpt en is geschetst of het huidige voorzieningenniveau hieraan voldoet. De bijbehorende visie is dat er in de openbare ruimte voldoende en veilige speelruimte is. Naast deze zogenaamde informele speelruimte moet er een evenredig verdeeld aanbod van formele speelvoorzieningen aanwezig zijn. Beide dienen aan te sluiten bij het aantal, de leeftijd en de behoefte van de doelgroep per wijk. Voor het aanbod van formele speelvoorzieningen dienen voldoende financiële middelen te zijn, zodat het mogelijk is passend beheer, onderhoud en vervanging uit te voeren.

Welstandsnota 2007

In de Welstandsnota van Capelle aan den IJssel wordt aangegeven aan welke criteria bouwplannen getoetst worden door de welstandscommissie en op welke accenten er in bepaalde gebieden of bij bijzondere objecten specifiek wordt gelet. Op deze manier wordt de helderheid en de openheid bij de beoordeling door de welstandscommissie vergroot.

In de welstandsnota wordt het plangebied op de typologiekaart met de codering W1.3 aangegeven en is het basisniveau van welstand van toepassing. In het woongebied zijn twee typen bebouwingselementen te onderscheiden:

  • seriematige objecten;
  • bijzondere bebouwingselementen.

De waarde van het woongebied schuilt vooral in de stedenbouwkundige opzet: de ruime groene aanleg en de (eenvoudige) compositie van de bouwmassa's. De architectonische waarde van de verschillende gebouwencomplexen verschilt onderling sterk. De bouwdynamiek is in deze woongebieden groot, maar is hoofdzakelijk toegespitst op de kleinere bouwwerken waarvoor een lichte bouwvergunning nodig is. Met name wordt getoetst aan de sneltoetscriteria. Voor wat betreft de reguliere bouwvergunningsaanvraag in dit gebied geldt een basisniveau van welstand. Bij het basisniveau van welstand wordt de toets door welstandstoezicht beperkt tot die aspecten die te maken hebben met de situering van het bouwwerk (bouwmassa, bouwhoogte, kapvorm en kapinrichting), de schaal en geleding van het gebouw, het overwegende materiaalgebruik en de gebruikte kleurtoon. Voor de gebieden gebouwd in het woonerfconcept (W.1.3) gelden aparte criteria. In de nota zijn deze gebiedsgerichte criteria aangegeven. Voor de voorzieningenstrook in de wijk Schollevaar gelden aanvullende specifieke criteria.

Nota parkeernormen 2006

In artikel 2.5.30, eerste lid, eerste volzin van de Bouwverordening van de gemeente Capelle aan den IJssel, is bepaald dat indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

Deze niet in de Bouwverordening ingevulde dan wel geconcretiseerde parkeernorm van 'In voldoende mate', is uitgewerkt in de gemeentelijke Nota parkeernormen (maart 2006). In deze Nota is vastgelegd hoeveel parkeerplaatsen bij een bestemming moeten worden gerealiseerd, ten einde te waarborgen dat de toekomstige ontwikkeling in haar eigen parkeerbehoefte kan voorzien. Blijkens de inleiding van de Nota kan van deze norm worden afgeweken. In de Nota parkeernormen zijn parkeernormen opgenomen die moeten worden gehanteerd bij herinrichting van bestaande woongebieden.

Milieubeleidsplan Capelle aan den IJssel 2009-2012

In november 2009 heeft de raad het Milieubeleidsplan 2009-2012 'van ambitie naar actie' vastgesteld. Uitgangspunt van het nieuwe milieubeleidsplan is het op hoger ambitieniveau brengen van het milieubeleid. De nadruk van het milieubeleidsplan ligt op de uitvoering van acties, waarbij de integrale benadering met andere beleidsvelden voorop staat, waaronder ruimtelijke ordening.

Belangrijke speerpunten van het milieubeleid liggen dan ook op het gebied van klimaat, duurzame ontwikkeling, geluid, externe veiligheid, bodem en licht.

In het milieubeleidplan worden 3 ambitieniveaus onderscheiden:

1.   Basis:   uitvoeren van de wettelijke taken/regelgeving op alle milieuthema's (voortzetten van huidig beleid en voldoen aan nieuwe wettelijk verplichte taken).  
2.   Plus:   extra aandacht en gebruikmaken van beleidsruimte of financiële inspanningen.  
3.   Koploper:   streeft naar maximaal milieurendement om een optimaal resultaat te bereiken; daarbij ook inzetten op maatregelen en activiteiten die op lange termijn rendement hebben.  

Voor duurzame ontwikkeling en energie/klimaat is als ambitieniveau gekozen voor koploper, terwijl voor geluid, externe veiligheid en licht als ambitieniveau voor plus is gekozen.

Dit betekent dat er gestreefd wordt naar het realiseren van woningen die een lagere Energy Performance Certificates(EPC) hebben dan het bouwbesluit en gebruikmaken van een laag temperatuursysteem. Daarnaast wordt het gebruik van duurzame materialen zoals het gebruik van FSC-hout en het zoveel mogelijk hergebruiken van materialen gestimuleerd (bijvoorbeeld toepassen van beton met maximaal 20% betongranulaat.

Archeologie

De gemeente Capelle aan den IJssel heeft uitgesproken op verantwoorde wijze met het archeologische erfgoed in de bodem om te willen gaan. Binnen het grondgebied van de gemeente zijn diverse vindplaatsen uit de ijzertijd, de Romeinse tijd en de middeleeuwen vanaf circa 1000 na christus bekend. Vermoedelijk gaat het in werkelijkheid om een veelvoud van dergelijke vindplaatsen.

De gemeente Capelle aan den IJssel heeft op 20 september 2010 archeologisch beleid en beleidsinstrumenten vastgesteld, waarmee een tijdige en volwaardige inbreng van archeologische belangen bij ruimtelijke ontwikkelingen is gewaarborgd (Nota Archeologie 2010 – 2014). Meer specifiek is het doel van het archeologisch beleid (1) te zorgen voor het behoud van archeologische waarden ter plaatse in de bodem; (2) te zorgen voor de documentatie van archeologische waarden indien behoud ter plaatse niet mogelijk is; (3) te zorgen dat de resultaten van het archeologisch onderzoek bereikbaar en kenbaar zijn voor derden.

Deze werkwijze sluit aan op en komt mede voort uit het rijksbeleid en het provinciale beleid dat naar aanleiding van het Europese 'Verdrag van Malta' is ontwikkeld en dat zijn weerslag vindt in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz 2007).

Het vaststellen, waarderen en documenteren van archeologische waarden vindt binnen de archeologische monumentenzorg gefaseerd plaats. Na een bureauonderzoek kan het nodig zijn een archeologische inventarisatie in het veld uit te voeren. De resultaten van de inventarisatie kunnen vervolgens leiden tot een aanvullend archeologisch onderzoek. De resultaten van laatstgenoemd onderzoek vormen het uitgangspunt bij de keuze om een vindplaats te behouden, op te graven, waarnemingen uit te voeren tijdens het bouwproject of geen verdere stappen te ondernemen.

Groenvisie (2011)

De Groenvisie is op 19 september 2011 vastgesteld. Deze visie laat zien hoe Capelle aan den IJssel er op het gebied van groen voor staat en geeft een antwoord op de vraag: "Hoe zorgen we ervoor dat die groene kwaliteit blijft, mee ontwikkeld en sterker wordt?" De hoofddoelstelling van de Groenvisie is het instandhouden, verbeteren en nieuw ontwikkelen van groenvoorzieningen die bijdragen aan een veelzijdig, gevarieerde, gezonde en prettige leefomgeving voor mens, dier en plant.

 

De visie wijst de hoofdgroenstructuur van Capelle aan den IJssel aan. Deze bestaat uit de dragers 'landschap en cultuurhistorie', 'ecologie' en 'cultuurlijk groen'. De hoofdstructuur is onaantastbaar en krijgt optimale aandacht op het gebied van inrichting, beheer en onderhoud. De Groenvisie geeft daarnaast uitgangspunten voor de thema's ontwerp, inrichting en sortiment, beheer en onderhoud, bomen, ecologie, duurzaamheid en milieu en communicatie en participatie. In de uitvoeringsagenda worden de vervolgacties benoemd om de visie waar nodig concreter te maken.