direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en doel
Plan: Schollevaar
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0502.BP10Schollevaar-5001

1.1 Aanleiding en doel

Voor de wijk Capelle-Schollevaar dient een integrale herziening van de ter plaatse vigerende bestemmings- en uitwerkingsplannen plaats te vinden. De wijk ligt globaal tussen de Rotterdamse wijk Oosterflank aan de westzijde en het open polderlandschap van de Prins Alexanderpolder, behorend tot de gemeente Zuidplas, aan de oostzijde. Het gebied is opgebouwd uit een aantal ruimtelijk te onderscheiden woonbuurten. Centraal door het gebied loopt de spoorlijn Rotterdam-Gouda. Rond het spoorwegstation Capelle Schollevaar bevindt zich tevens het centrum van de wijk, met onder meer winkels en maatschappelijke voorzieningen.

Totdat het voorliggende bestemmingsplan in werking treedt, gelden voor (delen van) het gebied verschillende bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen. De ontwikkeling van de wijk Capelle-Schollevaar heeft voor het grootste deel gefaseerd en projectmatig (per bouwplan) plaatsgevonden op basis van een bestemmingsplan met uitwerkingsbevoegdheid. De formele uitwerking heeft echter slechts voor een deel plaatsgevonden, waarmee een adequate bestemmingsregeling en toetsingskader voor bouwplannen ontbreekt. Bovendien kenmerken de thans vigerende regelingen, die gedateerd zijn, zich door een grote mate van globaliteit en is voor de uitwerkingsgebieden geen directe toetsing mogelijk. De vigerende regelingen voldoen niet meer aan de hedendaagse eisen.

Doel van het voorliggende bestemmingsplan is het bieden van een eenduidige samenhangende juridisch-planologische regeling, waarbij rekening wordt gehouden met de meest recente wijzigingen in de wetgeving en het beleid. De juridisch-planologische regeling zal in beperkte mate uitbreiding van bestaande functies mogelijk moeten maken, maar dient ook voldoende waarborgen te bieden voor handhaving van de ruimtelijke kwaliteit. Het is slechts mogelijk ontwikkelingen die voldoende concreet zijn en waarvan de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond in het bestemmingsplan op te nemen. Het voorliggende bestemmingsplan is daarom hoofdzakelijk consoliderend van aard. Indien zich na de vaststelling van het bestemmingsplan, gedurende de planperiode (10 jaar), gewenste ontwikkelingen voordoen zou hieraan op basis van een (postzegel)bestemmingsplan of op basis van een omgevingsvergunning (activiteit afwijken van het bestemmingsplan) medewerking kunnen worden verleend.