direct naar inhoud van 4.1 Huidige situatie
Plan: Structuurvisie Brielle
Status: vastgesteld
Plantype: structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002

4.1 Huidige situatie

4.1.1 Bodemopbouw en grondwaterstand

De bodem van het plangebied bestaat grotendeels uit lichte klei. De Veckhoekse Maasdijk en de gronden langs Het Spui bestaan uit zware klei. De gronden aan de overzijde van het Brielse Meer zijn opgehoogd, voornamelijk met zand. De maaiveldhoogte ligt globaal tussen NAP 0 m en NAP -1 m, de Polder Zwartewaal en de Polder Heenvliet liggen wat lager (tot NAP -2 m). In het plangebied treedt brakke kwel op. Volgens de Bodemkaart van Nederland is in het grootste deel van het plangebied sprake van grondwatertrap VI. In onderstaande tabel wordt voor de betreffende grondwatertrappen de bijbehorende grondwaterstanden gegeven. Langs Het Spui en langs de Holle Mare komen hogere grondwaterstanden voor dan vermeld in de tabel.

Tabel 4.1 Grondwatertrappen met bijbehorende grondwaterstanden

  grond-
watertrap  
Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand*   Gemiddeld Laagste Grondwaterstand*  
langs Kanaal door Voorne   II   < 0,4   0,5 – 0,8  
zuidelijk deel Polder Zwartewaal   III   < 0,4   0,8 – 1,2  
ten noorden van Veckhoekse Maasdijk   IV   > 0,4   0,8 – 1,2  
kern Brielle en landelijk gebied ten noorden van Brielle   V   < 0,4   > 1,2  
grootste deel plangebied   VI   0,4 – 0,8   > 1,2  
* In meter onder het maaiveld.  
4.1.2 Watersysteem

Het watersysteem in Brielle speelt een belangrijke rol in de cultuurhistorie van de vestingstad.

Waterinlaat en peilgebieden
In de zomerperiode wordt water ingelaten vanuit het Brielse Meer, dit is een belangrijke bron van kwalitatief goed water. Deze inlaat wordt van nog groter belang na uitvoering van het Kierbesluit22 in het Haringvliet.
De waterinlaat wordt gestuurd op basis van de chloridegehaltes in de landbouwgebieden. Waterstaatkundig bestaat het plangebied uit een behoorlijk aantal verschillende peilvakken, onderdeel uitmakend van verschillende bemalingsgebieden.

Waterkeringen
De Krabbeweg/Staaldiepseweg vormt een primaire waterkering. Langs het Kanaal door Voorne ligt een secundaire waterkering, ook de wallen en de Heindijk/Maasdijk worden aangemerkt als secundaire waterkering. Direct langs het Brielse Meer en langs het Spui liggen boezemwaterkeringen. Het Brielse Meer is een boezem hoofdwater, het peil in het Brielse Meer wordt gehandhaafd op NAP 0 m. Ook in en rond de oude vestingstad bevinden zich verschillende boezemhoofdwatergangen. De primaire waterkering wordt gevormd door de Krabbeweg, tussen het Brielse Meer en het Hartelkanaal. Onderstaande figuur geeft de ligging van de waterkeringen weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0019.jpg"
Waterbergend vermogen en watertekorten
Vrijwel alle peilvakken in het plangebied hebben voldoende waterbergend vermogen. Dat neemt niet weg dat hevige neerslag een verhoging van de waterstanden in het oppervlaktewater kan veroorzaken en in extreme gevallen zelfs leiden tot inundaties. Eventuele toekomstige ontwikkelingen in de stedelijke gebieden kunnen worden aangegrepen om het watersysteem te verbeteren. Voor Vierpolders zijn concrete plannen voor de aanleg van open water (zie figuur 10.3 op pagina 56). Ook de voorgenomen aanleg van natuurvriendelijke oevers in Vierpolders en Zwartewaal draagt bij aan verbetering van het watersysteem. De natuurvriendelijke oevers dragen tevens bij aan de chemische en ecologische waterkwaliteit. Voor Zwartewaal is een integrale aanpak van het watersysteem bij de ontwikkeling van de locatie Lijnbaanweg gewenst.
In de Ondernemingspolder (landelijk gebied ten westen van de N57 en ten noorden van N218) bestaat een wateropgave. Het gaat hier om een gebied van 0,5 ha waar het maaiveld niet de vereiste hoogte heeft. Het waterschap gaat deze wateropgave oplossen door het ophogen van de landbouwgrond in plaats van het graven van extra water.
In Vierpolders, tussen de woonkern en de N57 werkt het Waterschap plannen uit om extra water aan te leggen in de Kooijewatering.

Rioolstelsel
De kernen Brielle, Zwartewaal en Vierpolders zijn voorzien van een gemengd rioolstelsel. In het landelijk gebied bevindt zich een drukriool. Wel is inmiddels een afkoppelplan voor de gemengde riolering opgesteld.

Waterveiligheid
Door de ligging onder zeeniveau en nabij de primaire waterkering heeft het plangebied theoretisch een verhoogd overstromingsrisico. De faalkans van de primaire waterkering bedraagt 1:4.000, verder bevinden zich nog een aantal secundaire waterkeringen in het plangebied. Om uiteenlopende redenen wil de gemeente Brielle desalniettemin woningbouw plegen op verschillende locaties binnen de gemeentegrenzen.

4.1.3 Waterkwaliteit

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt doelen voor een goede chemische en ecologische toestand van oppervlaktewater en grondwater in 2015. Als gevolg van deze richtlijn dient al het oppervlaktewater te voldoen aan normen voor chemische stoffen, daarnaast moeten de zogenaamde KRW-waterlichamen bovendien voldoen aan ecologische doelstellingen. In het plangebied bevinden zich verschillende waterlichamen; het Brielse Meer, het Kanaal door Voorne en de afwatering Groot Voorne West.
Het oppervlaktewater in de kernen heeft relatief lage stikstofconcentraties, vrijwel overal wordt voldaan aan de MTR23. Dat geldt echter niet voor de fosforconcentraties; deze zijn hoog en voldoen vrijwel nergens in de kernen aan MTR. Doordat de watergangen voldoende worden doorgespoeld, zijn de chlorideconcentraties in de kernen vrijwel nergens te hoog. Het water rondom de vesting en het Spui bevat voldoende zuurstof (met uitzondering van de Kaaivest), in de overige stedelijke wateren zakt het zuurstofgehalte periodiek onder de MTR-waarde. De zink- en koperconcentraties zijn te hoog, van de andere zware metalen blijven de concentraties onder de MTR. Het doorzicht van het water is vrijwel overal voldoende tot goed. In het algemeen zijn de grotere doorgaande stedelijke wateren biologisch gezonder dan de overige stedelijke wateren. In het landelijk gebied liggen vooral de nutriëntconcentraties hoger.