direct naar inhoud van Hoofdstuk 1 Beleidskader
Plan: Structuurvisie Brielle
Status: vastgesteld
Plantype: structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002

Hoofdstuk 1 Beleidskader

Op rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau zijn ruimtelijke beleidsdocumenten opgesteld met richtinggevende uitspraken. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het opstellen van de structuurvisie.
Van de belangrijkste ruimtelijk integrale nota's volgt hier een korte uiteenzetting van de onderwerpen die voor deze strategische ontwikkeling van Brielle van belang zijn of zullen worden. Overige, meer sectorale beleidsnota's, komen bij de behandeling van het betreffende thema in de volgende hoofdstukken aan de orde.

1.1 Rijk

Per 1 juli 2008 geldt de Wet ruimtelijke ordening, welke het Rijk verplicht een structuurvisie op te stellen voor het hele Nederlandse grondgebied. Totdat deze structuurvisie is vastgesteld fungeert de Nota Ruimte als interim-beleid.

Nota Ruimte
Op 17 januari 2006 heeft Eerste Kamer ingestemd met de Nota Ruimte "Ruimte voor ontwikkeling". Hoofddoelstelling van deze nota is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. De beperkte beschikbare ruimte in Nederland maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin vorm te geven. Meer specifiek richt het beleid zich vooral op:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.


Doelstellingen voor het ruimtelijk beleid die van belang zijn voor de gemeente Brielle, zijn:

  • een efficiënt en zo mogelijk meervoudig ruimtegebruik;
  • herstructurering van verouderde bedrijventerreinen;
  • de opvangmogelijkheid in de gemeente van de eigen natuurlijke aanwas;
  • verbreding van het woningaanbod en versterking van het culturele klimaat en de zakelijke dienstverlening (vooral van toepassing op Rotterdam en omgeving);
  • de sturende rol van water bij de ruimtelijke inrichting;
  • ontwikkeling van natuur- en cultuurhistorische waarde en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit;
  • versterking van de vitaliteit van het platteland door ruimte te bieden voor hergebruik van bebouwing en nieuwbouw in het buitengebied, vergroting van toeristisch-recreatieve mogelijkheden en door een duurzame en vitale landbouw.

De Nota Ruimte gaat meer dan voorheen uit van het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet". Gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren wordt ondersteund. Hiermee wordt meer verantwoordelijkheid gelegd bij de provincie en gemeenten om te sturen in de ruimtelijke ordening.

Structuurvisie Randstad 2040
De Structuurvisie Randstad 2040 geeft richting aan investeringen op het gebied van ruimte en infrastructuur met het doel om de Randstad te ontwikkelen tot een topregio in Europa. Deze structuurvisie is een verdere uitwerking van de Nota Ruimte.
De Structuurvisie Randstad 2040 is opgehangen aan de volgende leidende thema's:

  • leven in een veilige klimaatbestendige en groenblauwe Delta;
  • kwaliteit maken door een sterkere wisselwerking groen, blauw en rood;
  • wat internationaal is sterker maken;
  • krachtige duurzame steden en regionale bereikbaarheid.

Veel projecten en initiatieven die bijdragen aan genoemde ambities voldoen, zijn al in uitvoering of voorbereiding. In die zin is de structuurvisie geen startpunt van iets geheel nieuws. Om uitvoering te geven aan deze visie, komt het kabinet dan ook niet met een nieuw en omvangrijk uitvoeringsprogramma.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0005.jpg"
AMvB Ruimte
In juni 2009 is het ontwerp van de AMvB Ruimte gepubliceerd. Daarin zijn die elementen van het vigerende ruimtelijk beleid opgenomen, waarop het Rijk wil sturen. In de eerste helft van 2010 zal de 'AMvB Ruimte' in werking treden.

1.2 Provincie/regio

1.2.1 RR2020

Het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam (RR2020) is een gezamenlijk product van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam en geldt formeel als streekplan en regionaal structuurplan tegelijk. De nota heeft de volgende drie hoofddoelstellingen:

  • 1. versterken van het groen/blauwe raamwerk, ingebed in het omringende deltalandschap;
  • 2. aansluiting op economische netwerken en gelijktijdige verbetering van de leefkwaliteit in de regio;
  • 3. grotere diversiteit aan woon-, werk- en verblijfsgebieden en een verbeterde sociale diversiteit.

Brielle en de kernen Vierpolders en Zwartewaal zijn aangegeven als bestaand stads- en dorpsgebied. Het merendeel van het plangebied is echter aangewezen als agrarisch gebied. De noord- en zuidoevers van het Brielse Meer zijn opgenomen als (te ontwikkelen) openluchtrecreatiegebied. Ten zuiden/zuidoosten van Brielle zijn drie locaties aangeduid als "ontwikkelen glastuinbouw". Een gebied ten westen van deze kern is aangegeven als "clusteren glastuinbouw". Vestiging van glastuinbouw buiten de concentratiegebieden is niet toegestaan. Het zuidoosten van het plangebied is aangewezen als zoekgebied voor waterberging.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0006.jpg"

Versterken groenblauw raamwerk en concentreren glastuinbouw
Bij de versterking van de groenblauwe structuur staan in Voorne-Putten de groene randen van het eiland en de realisering van ecologische verbindingszones centraal in combinatie met natuurontwikkeling. Inzet is verder het behoud van het open polderlandschap met een agrarisch karakter en versterking van de recreatieve en ecologische kwaliteiten.

Tekort aan bedrijventerreinen en herstructureringsopgave bedrijventerreinen
De regio heeft een tekort aan bedrijventerreinen en een omvangrijke herstructureringsopgave voor verouderde bedrijventerreinen. Om aan de vraag naar bedrijventerreinen te voldoen, is een zoeklocatie voor een regionaal bedrijventerrein in de gemeente Brielle opgenomen. Bovenop het tekort aan bedrijventerreinen komt de herstructureringsopgave. Intensivering van het ruimtegebruik en een duurzame aanleg en inrichting, een zorgvuldigere omgang met water, lucht en bodem en een betere afwikkeling van het verkeer zijn hierbij van belang.

Grotere diversiteit woon-, werk- en verblijfsgebieden
Een van de opgaven voor de regio is het creëren van een grote diversiteit aan kwalitatief goede woon-, werk- en verblijfsgebieden met goede verbindingen en een goede milieukwaliteit. Om dit te bereiken zet de nota in op transformatie en herstructurering van bestaande woon- en werkmilieus. Ook een goed evenwicht tussen huur- en koopwoningen is daarbij van belang. Daarnaast moet er bij het ontwikkelen van woon-werkmilieus meer ingespeeld worden op specifieke kwaliteiten (rivieren, dynamiek van de haven, historische plekken, etc.).
Kleine kernen op Voorne-Putten hebben te maken met een gering aanbod aan voorzieningen, waaronder zorgvoorzieningen. Een toename van het aantal woningen op Voorne-Putten kan een bijdrage leveren aan het aanbod van voorzieningen.

1.2.2 Streekplanuitwerking Voorne

Sanering verspreid liggend glas en concentratiegebied Vierpolders
In de streekplanuitwerking Voorne (2007) geeft de stadsregio Rotterdam aan op welke locaties glastuinbouw wordt gesaneerd en waar golfbanen mogelijk zijn. De streekplanuitwerking komt voort uit het RR2020. In het RR2020 is vastgelegd dat de streekplanuitwerking alleen op deze onderwerpen betrekking heeft en is het gebied van de streekplanuitwerking bepaald.
Binnen de gemeente Brielle is de aanwijzing van het concentratiegebied voor glastuinbouw bij Vierpolders de grootse ontwikkeling. Door 20 ha aan glastuinbouw toe te voegen aan het concentratiegebied Vierpolders is het mogelijk om elders in de gemeente glas te saneren. Doelstelling van de streekplanuitwerking met betrekking tot de sanering van verspreid liggend glas is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit op Voorne.

Golfbaan Lagerwoude
De streekplanuitwerking biedt daarnaast de mogelijkheid tot het realiseren van een nieuwe golfbaan bij het Fort Peltsersdijk. Bebouwing is alleen toegestaan als die functioneel gebonden is aan de golfbaan. Bij de inrichting van de golfbaan is een goede omgang met de groenstructuur, de aanwezige cultuurhistorische waarden en de openheid van de polders van groot belang. Dat geldt ook voor een goede verkeerstechnische ontsluiting (veelal op lokaal niveau). Voor de locatiekeuze van de golfbanen is een Strategische Milieubeoordeling (SMB) opgesteld om de effecten op natuur, landschap en verkeer te onderzoeken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0007.jpg"

1.2.3 Nota Ruimte voor ruimte

In 2005 heeft de provincie de Nota Ruimte voor Ruimte opgesteld. Het doel van de Ruimte-voor-Ruimteregeling is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied. Door sloop van (agrarische) bedrijfsgebouwen en kassen die niet in het landschap passen en daardoor de gewenste landschappelijke waarde tenietdoen moet de ruimtelijke kwaliteit verbeteren. Onder bepaalde voorwaarden mag in ruil voor de sloop van de bedrijfsgebouwen of glasopstallen één of meer compensatiewoningen worden gebouwd. Ontstening staat in de regeling centraal.

1.2.4 Provinciale ruimtelijke structuurvisie

Per 1 juli 2008 geldt de Wet ruimtelijke ordening. Deze wet verplicht de provincie, ten behoeve van een goede provinciale ruimtelijke ordening, voor haar totale grondgebied een structuurvisie op te stellen. De provinciale structuurvisie bevat de hoofdlijnen van voorgenomen ontwikkelingen en de hoofdzaken van het door de provincie te voeren ruimtelijk beleid. Momenteel is de provincie bezig met het opstellen van de provinciale structuurvisie genaamd "Visie op Zuid-Holland". Visie op Zuid-Holland bestaat uit vijf integrale hoofdopgaven:

  • een concurrerend en aantrekkelijk internationaal profiel;
  • een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • een divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • stad en land verbonden en een vitaal;
  • een divers en aantrekkelijk landschap.


De ontwikkeling van de structuurvisie Visie op Zuid-Holland verloopt in vier fasen:

  • nota Provinciaal Belang, richtinggevend en kaderstellend (nov. 2008);
  • "op weg naar de provinciale structuurvisie voor Zuid-Holland…." (dec. 2008);
  • ontwerpstructuurvisie en ontwerpverordening (mei 2009);
  • vaststelling structuurvisie Visie op Zuid-Holland en verordening (dec. 2009).

Inmiddels zijn concepten van de provinciale structuurvisie en de provinciale verordening ruimte verschenen. Deze concepten bevatten geen grote beleidswijzigingen voor Brielle.

1.3 Gemeente

1.3.1 Collegeprogramma 2006-2010

In het collegeprogramma is de ambitie en de algemene doelstelling van het college van burgemeester en wethouders beschreven. Op hoofdlijnen komt het neer op het volgende:

  • Brielle, actieve stad waar mensen zich betrokken, veilig en thuis voelen en waar zorg is voor de kwetsbaren;
  • een ruimtelijke structuur die bijdraagt aan goed kunnen wonen en leven in de gemeente;
  • een ruimtelijke structuur die bijdraagt aan de cultuurhistorische identiteit van Brielle.
1.3.2 Bestemmingsplan Landelijk gebied

Het bestemmingsplan Landelijk gebied is op 13 maart 2007 door de gemeenteraad vastgesteld. Op 16 april 2009 is het bestemmingsplan Landelijk gebied onherroepelijk geworden.

Het bestemmingsplan Landelijk gebied bevat naast de juridische regeling een gebiedsvisie voor het landelijk gebied. Deze visie is gebaseerd op een analyse van (sectorale) ontwikkelingen in het plangebied. Waar nodig is de beleidsvisie per deelgebied uitgewerkt, waarbij rekening is gehouden met specifieke kwaliteiten en waarden van de voorkomende functies in het plangebied. Het bestemmingsplan bevat de volgende wensbeelden/beleidsuitgangspunten:

  • in het kader van duurzaam waterbeheer moet bij een substantiële uitbreiding van het verhard oppervlak, compensatie van waterberging plaatsvinden;
  • Brielle heeft verschillende landschapstypen voor met elk hun eigen kenmerken; deze diversiteit draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit; behoud en herstel van deze landschappen is daarom van belang;
  • het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid van nieuwvestiging van grondgebonden agrarische bedrijven en glastuinbouwbedrijven; daarbij wordt rekening gehouden met de kwaliteiten van natuur, landschap en cultuurhistorie en wordt aangesloten bij de randvoorwaarden die vanuit het behoud van de verschillende landschapstypen worden gesteld;
  • het is van belang dat de recreatieve functie van het Brielse Meer behouden blijft; daarbij moet wel rekening worden gehouden met de natuurwaarden die het gebied heeft; bestaande recreatiebedrijven mogen in dit gebied uitbreiden als de belangen van de natuur bij de afweging worden betrokken;
  • voorzieningen voor recreatief medegebruik zijn vaak kleinschalig (bijvoorbeeld picknickbankjes en routeborden) van aard waardoor de aantasting van landschappelijke en/of natuurwaarden beperkt is; dergelijke voorzieningen kunnen daarom worden toegestaan;
  • uit het oogpunt van leefbaarheid en het behoud van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, moet flexibel worden omgegaan met het toestaan van nieuwe functies in vrijkomende agrarische bebouwingscomplexen.

Aangezien het bestemmingsplan Landelijk gebied vrij recent is vastgesteld, wordt het in dit bestemmingsplan geformuleerde beleid overgenomen in de structuurvisie.