| Plan: | Ruimte-voor-Ruimtewoningen |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.ruimtevoorruimte-0130 |
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten:
| inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden | inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden | |
| minimumafstand tot objecten categorie I en II | 100 m | 50 m |
| minimumafstand tot objecten categorie III, IV en V | 50 m | 25 m |
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:
| soort objecten | aan te houden afstand | |
| indien kassen voor 1 mei 1996 zijn opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen) | indien kassen na 30 april 1996 zijn opgericht | |
| categorie I | 25 m | 50 m |
| categorie II | 10 m | 25 m |
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen: