direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Ruimte-voor-Ruimtewoningen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.ruimtevoorruimte-0130

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-vab': de in tabel 4 opgenomen nevenfuncties;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

Tabel 4 Toegestane nevenfuncties

nevenfunctie   max. aantal m2 bebouwing   max. aantal m2 gebruik excl. opp. bebouwing  
veearts/hoefsmederij   200   -  
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   200   -  
opslag en stalling van niet-agrarische producten in bestaande gebouwen, niet zijnde kassen, in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   500   -  
overige bedrijven behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   200   -  
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension   200   1.200  
kano-, boot- of fietsverhuur   100   -  
kleinschalige horecagelegenheid (theeschenkerij, boerderijcafé, wijnproeverij)   100   500  
bed & breakfast   100   -  
kleinschalig kamperen (boerderijcamping)   100   2.500  

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak mag één woning (inclusief aan-, uit- en bijgebouwen) worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-zonder woning' mogen uitsluitend bijgebouwen worden gebouwd;
  • d. de inhoud van de woning (inclusief aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen) mag ten hoogste 750 m3 bedragen.

5.2.2 Hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen)
  • a. de bouwhoogte van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten hoogste 4.5 m;
  • c. de dakhelling van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten minste 45o;
  • d. het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) dient ten minste 5 m uit de zijerfperceelsgrenzen gesitueerd te zijn;
  • e. de voorgevel van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) mag niet breder zijn dan 30% van de breedte van het kavel, met dien verstande dat op 8 m achter de voorgevelrooilijn de voorgevel niet breder dan 40% van de breedte van het kavel mag zijn.

5.2.3 Bijgebouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • c. bijgebouwen dienen los van het hoofdgebouw en ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gesitueerd te zijn;
  • d. bijgebouwen dienen ten minste 3 m uit de zijerfperceelsgrenzen gesitueerd te zijn.

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Ten behoeve van grotere inhoudsmaat woning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 3.6 Wro, de maximaal toelaatbare inhoudsmaat van een woning te vergroten, met inachtneming van het volgende:

  • a. de aanvrager dient door middel van bouwkundige tekeningen en een schriftelijke onderbouwing aan te tonen dat de maximale inhoud van 750 m3 ontoereikend is;
  • b. de overschrijding mag niet meer dan 250 m3 bedragen;
  • c. er dient een positief welstandsadvies afgegeven te zijn.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Ten behoeve van nevenfuncties ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijfscomplex' gelden de volgende regels:

  • a. binnenrijbanen zijn niet toegestaan;
  • b. de afstand van mestopslag, paardenbakken en paardenstallen tot woningen van derden dient ten minste 50 m te bedragen;
  • c. de nevenfunctie bed & breakfast dient in de bestaande woning plaats te vinden;
  • d. burgemeester en wethouders kunnen bedrijven toelaten in maximaal 1 categorie (van de Staat van Bedrijfsactiviteiten) hoger, dan genoemd in tabel 4, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze en getoetst aan de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ingevolge de tabel 4 algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat benzineservicestations met lpg-verkoop niet zijn toegestaan;
  • e. burgemeester en wethouders kunnen bedrijven toelaten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf geen inrichting is als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en naar aard en omvang op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze) geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat benzineservicestations met lpg-verkoop niet zijn toegestaan;
  • f. ten behoeve van de nevenfunctie kleinschalig kamperen gelden de volgende regels:
    • 1. het aantal kampeermiddelen mag niet meer dan 15 per bedrijf bedragen;
    • 2. de kampeermiddelen mogen uitsluitend worden geplaatst in de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 3. het plaatsen van stacaravans is niet toegestaan;
    • 4. ten behoeve van kleinschalig kamperen mogen op het bouwvlak sanitaire voorzieningen worden gebouwd;
    • 5. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • g. ten behoeve van de nevenfuncties opslag en stalling van agrarische producten en opslag en stalling van niet-agrarische producten gelden de volgende regels:
    • 1. voor opslag mogen géén nieuwe gebouwen worden gebouwd, evenmin mogen bestaande gebouwen ten behoeve van opslag als nevenfunctie worden uitgebreid;
    • 2. voor de hier bedoelde functies is buitenopslag in geen geval toegestaan;
    • 3. het oppervlak dat in gebruik is ten behoeve van caravanstalling mag, in afwijking van tabel 4 maximaal 200 m² bedragen;
  • h. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor lichtmasten en lichtbakken;
  • i. voor aan-huis-gebonden beroep/kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende regels:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 60 m²;
    • 2. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
    • 3. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

5.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 5.1 onder b ten behoeve van het toestaan van één of meerdere nevenfuncties zoals genoemd in tabel 5, met inachtneming van het volgende:

  • a. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn; er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  • b. bestaande landschaps- en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking, dit in relatie tot de functie van de ontsluitingsweg waaraan het bedrijf is gelegen;
  • d. tevens is de regelgeving zoals opgenomen in artikel 5.4 van toepassing.

Tabel 5 Nevenfuncties via ontheffing toegestaan

nevenfunctie   max. aantal m2 bebouwing   max. aantal m2 gebruik excl. opp. bebouwing  
kinderboerderij   100   -  
kampeerboerderij (natuur- en milieukampen, groepsaccommodatie)   200   -  
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij)   200   -  
museum/tentoonstellingsruimte   200   500  
dierenpension, hondenfokkerij   200   -  

5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Ten behoeve van het aantal woningen

Burgemeester en wethouders zijn, met toepassing van artikel 3.6 Wro, bevoegd ten behoeve van het aantal woningen per locatie planwijziging toe te staan, met inachtneming van het volgende:

  • a. per locatie mag ten hoogste één bouwvlak toegevoegd of verwijderd worden;
  • b. bij planwijziging dienen alle bouwvlakken binnen een locatie versmald of verbreed te worden, zodat de bouwvlakken gelijkmatig verdeeld zijn;
  • c. het aantal woningen in het gehele plangebied mag door de planwijziging niet toenemen, wat betekent dat altijd op minimaal 2 locaties planwijziging toegepast dient te worden.