Plan: | Paraplubestemmingsplan wonen en kamerverhuur |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.parapluplanwonen-0130 |
De aanleiding voor deze parapluherziening is jurisprudentie rondom het thema wonen, die bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ontstaan. Uit meerdere, uiteenlopende uitspraken volgt dat zonder goede, sluitende definities van begrippen als 'wonen', 'woning' en 'huishouden', vele uiteenlopende woonvormen mogelijk kunnen zijn in veel bestaande bestemmingsplannen.
Uit een inventarisatie van de verschillende bestemmingsplannen in Brielle, is gebleken dat dergelijke begrippen niet in alle bestemmingsplannen goed en/of sluitend zijn opgenomen. Dit houdt in dat met de bestemming 'Wonen', zonder de gewenste begripsbepalingen, bijvoorbeeld ook gesplitst kunnen worden in meerdere eenheden zonder dat de gemeente daar een ruimtelijke of stedenbouwkundige overweging bij kan maken. Dit is over het algemeen niet gewenst. Dit kan bijvoorbeeld tot een hogere parkeerdruk leiden. Of in het geval van opslitsing ten behoeve van kamerverhuur kan dit tot overlast voor de omgeving zorgen. Daarnaast kan dit ook leiden tot situaties waarbij weinig of geen onderhoud wordt gepleegd aan het erf of de woning.
Door met dit paraplubestemmingsplan te voorzien in een uniforme en actuele regeling die daarmee voor alle huidige bestemmingsplannen van toepassing wordt, worden dergelijke ongewenste mogelijkheden uitgesloten.
Dit betreft een zogenaamd paraplubestemmingsplan. Een paraplubestemmingsplan is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen rondom één of meerdere specifieke thema's. In dit geval betreft dat de begripsbepalingen en gebruiksmogelijkheden die samenhangen met het gebruik van (bedrijfs)woningen. Het paraplubestemmingsplan legt de nieuwe regeling rondom dit onderwerp vast voor de bestemmingsplannen waar het paraplubestemmingsplan betrekking op heeft. Voor het overige blijven die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd en zelfstandig van kracht. Dit maakt het dus mogelijk om met één bestemmingsplan alle bestemmingsplannen aan te vullen of aan te passen waarvoor dit noodzakelijk is.
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het gehele gemeentelijk grondgebied van de gemeente Brielle en is daarmee van toepassing op alle geldende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen, beheersverordeningen en het Omgevingsplan Buitengebied van de gemeente Brielle. In bijlage 1 staat een overzicht van alle geldende bestemmingsplannen van de gemeente Brielle.
Zoals in hoofdstuk 1 al is aangegeven, zijn er diverse uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) met betrekking tot begrippen zoals ‘wonen’ en ‘huishouden’.
De uitspraak van de ABRvS (ECLI:NL:RVS:2018:1882) houdt, kort samenvat, het volgende in: Binnen de bestemmingen waar wonen mogelijk wordt gemaakt wordt het begrip wonen niet altijd omschreven in de begrippen van het bestemmingsplan. Dit heeft tot gevolg dat het toestaan van kamerverhuur c.q. spliting van een woning in meerdere wooneenheden niet verboden is. Dit kon worden toegestaan ondanks dat het begrip woning wél was opgenomen. In de bestemmingsregels ontbrak een verwijzing naar dit begrip. Dit is ook het geval bij de meeste bestemmingsplannen in Brielle.
Als het begrip 'wonen' niet nader is gedefinieerd, dient aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik. Volgens de ABRvS dienen in het algemeen spraakgebruik onder 'wonen' diverse uiteenlopende vormen van huisvesting te worden begrepen. Daaronder valt ook het verhuren van kamers aan personen die niet tot het huishouden van de verhuurder behoren.
Een nadere inventarisatie van de bestemmingsplannen in de gemeente Brielle wijst uit dat niet alle bestemmingsplannen zijn ingericht overeenkomstig het planologisch-juridisch gewenste regime. Daardoor kunnen woningen gesplitst worden in meerdere eenheden zonder dat de gemeente daar een ruimtelijke of stedenbouwkundige overweging bij kan maken. Dit is over het algemeen niet gewenst. Zo kan het zijn dat wanneer planologisch meerdere woningen mogelijk zijn, er ook een hogere parkeerdruk op het openbaar gebied komt te liggen.
Tevens kan opsplitsen leiden tot ongewenste vormen van kamerverhuur hetgeen tot overlast kan leiden voor de omgeving of tot situaties waarbij weinig of geen onderhoud wordt gepleegd aan het erf/de woning. Deze ongewenste situatie wordt met dit paraplubestemmingsplan aangepast.
Omdat het begrip ‘wonen’ samenhangt met het begrip ‘woning’ is ook geïnventariseerd hoe dit begrip wordt gedefinieerd. Hieruit blijkt dat dit begrip vaak wordt gedefinieerd als ‘een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.’ Geconstateerd wordt dat het om die reden relevant is om ook het begrip 'huishouden' met een duidelijke 'begripsbepaling' in de planregels vast te leggen.
Bij de vraag of sprake is van één huishouden, zijn in de jurisprudentie twee factoren van belang. Er moet sprake zijn van ‘onderlinge verbondenheid’ en ‘continuïteit van samenstelling’. Dit blijkt onder meer uit de uitspraak 8 november 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3018).
Door deze begrippen met dit paraplubestemmingsplan vast te leggen en van toepassing te verklaren op de geldende ruimtelijke plannen van de gemeente Brielle, wordt in de eerste plaats aansluiting gezocht bij recente jurisprudentie en wordt dit in de tweede plaats voor alle gemeentelijke plannen op identieke wijze vastgelegd.
De begrippen die met dit paraplubestemmingsplan worden opgenomen, zijn de volgende:
Dit bestemmingsplan bestaat uit enkele aanvullingen en aanpassingen van de bestaande regels die geen toetsing aan de diverse omgevingsaspecten zoals water, milieu en natuur vragen.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.
Gelet op de aard van het plan is er geen sprake van ontwikkelingen waarvoor kostenverhaal aan de orde is.
Inspraak en overleg
Aangezien het gaat om slechts beperkte aanpassingen aan de geldende bestemmingsplannen, wordt voor dit plan geen inspraakmogelijkheid geboden. Omdat daarnaast geen belangen van andere overheden/overheidsorganen geraakt wordt met dit paraplubestemmingsplan, zijn ook overlegpartners (in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) niet vooraf geconsulteerd.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 25 juni 2021 gedurende 6 weken ter inzage gelegen en in deze periode konden door eenieder zienswijzen worden ingediend. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ontvangen.