direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Landsweg 4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.landsweg4-0130

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak mag één woning (inclusief aan-, uit- en bijgebouwen) worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zonder woning' mogen uitsluitend bijgebouwen worden gebouwd;
  • d. de inhoud van de woning (inclusief aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen) mag ten hoogste 900 m³ bedragen.

3.2.2 Hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen)
  • a. de bouwhoogte van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten hoogste 10 m;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • c. de dakhelling van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten minste 45o;
  • d. het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) dient ten minste 5 m uit de zijerfperceelsgrenzen gesitueerd te zijn;
  • e. de voorgevel van het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) mag niet breder zijn dan 30% van de breedte van het kavel, met dien verstande dat op 8 m achter de voorgevelrooilijn de voorgevel niet breder dan 40% van de breedte van het kavel mag zijn.

3.2.3 Bijgebouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. bijgebouwen dienen ten minste 3 m uit de zijerfperceelsgrenzen gesitueerd te zijn.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Ten behoeve van grotere inhoudsmaat woning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximaal toelaatbare inhoudsmaat, met inachtneming van het volgende:

  • a. de aanvrager dient door middel van bouwkundige tekeningen en een schriftelijke onderbouwing aan te tonen dat de maximale inhoud van 900 m³ ontoereikend is;
  • b. de overschrijding mag niet meer dan 450 m³ bedragen;
  • c. er dient een positief welstandsadvies afgegeven te zijn.