direct naar inhoud van 2.7 Groenstrook noordoostelijke zijde
Plan: Glaspark 4P 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.glaspark4p2011-0140

2.7 Groenstrook noordoostelijke zijde

Tegen de groenstrook aan de noordoostelijke zijde, zie figuur 2.5, is beroep ingediend. Hieronder wordt de uitspraak van 29 september 2010 beschreven en wordt de regeling in het nieuwe bestemmingsplan toegelicht.

2.7.1 Uitspraak Raad van State

Beroep:

De indiener stelt dat de gewassen op het naastgelegen perceel schade zullen lijden als gevolg van de schaduwwerking van de groenstrook, alsmede door bladafval, waterontneming en mogelijk door beworteling als er geen sloot wordt gegraven tussen het perceel en de beoogde groenstrook. De indiener verzoekt de mogelijkheid van de aanleg van de groenstrook te vernietigen, dan wel erin te voorzien dat de groenstrook zo ver mogelijk bij het naastgelegen perceel vandaag komt te liggen door de sloot en het schouwpad ertussen te voorzien. Tevens doet de indiener een beroep op het gelijkheidsbeginsel, doordat aan de zuidzijde en deels aan de noordzijde van het plangebied geen groenstroken zijn voorzien.

Verdediging door de raad:

De raad van de gemeente Brielle heeft in de hoorzitting aangegeven dat de groenstrook is voorzien om de kassen aan het zicht vanuit Vierpolders te onttrekken. Wat betreft de ligging van de groenstrook, is de raad uitgegaan van een zo groot mogelijke afstand tot de nieuw te bouwen kassen, in verband met schaduwwerking in die kassen. De raad acht de kans op schade en overlast door schaduwwerking, bladafval en doorgroeiende wortels beperkt. Met betrekking tot de inrichting van de groenstrook wordt uitgegaan van een doorsnede als volgt: kassen, sloot van 5 m, schouwpad van 5 m, een groenstrook van 10 m, het naastgelegen perceel. Een andere indeling is vanuit het oogpunt van efficiƫnt ruimtegebruik niet doelmatig. Met de gekozen volgorde treedt de minste schaduwwerking dan wel beperking van lichttoetreding in de kassen op. De raad heeft het economische belang van de toekomstige tuinders zwaarder geachte dan het belang van de reclamant.

Uitspraak van de Afdeling:

De Afdeling overweegt dat de raad als motivering voor de groenstrook aanvoert dat deze het zicht vanuit Vierpolders op de kassen kan ontnemen. Ter zitting is aan de hand van (lucht)foto's gebleken dat er rondom het plangebied reeds veel kassen zijn gebouwd en er hierdoor slechts zeer beperkt zicht is vanuit Vierpolders op het plangebied. De reeds gebouwde kassen zonder groene afscherming staan meer in het zicht dan voor de voorziene kassen binnen het plangebied mag worden aangenomen. De raad heeft onder deze omstandigheden niet aannemelijk gemaakt waarom het zeer beperkte zicht vanuit Vierpolders op de voorziene kassen moet worden ontnomen door een groenstrook. Daarbij komt dat niet is uitgesloten dat de teelt op de naastgelegen gronden schade lijdt door schaduwhinder, waterontneming, beworteling en bladafval. De raad heeft de omvang van deze schade onvoldoende ingeschat. Het vorenstaande klemt te meer daar aan de zuidzijde van het plangebied groenstroken bewust achterwege zijn gelaten vanwege mogelijke schaduwhinder voor de daar te bouwen kassen.

De Afdeling acht het beroep gegrond.

2.7.2 Nieuwe regeling

De gemeente kan instemmen met de overweging van de Afdeling dat het zicht vanuit Vierpolders al beperkt is door de bestaande kassen. Een 10 m breedte groenstrook is daarom niet langer noodzakelijk. Wel wil de gemeente een afscheiding tussen de kassen en de naastgelegen percelen behouden. De gemeente heeft geprobeerd om tot een invulling van een groenzone te komen waarmee de eigenaar van het naastgelegen perceel ook kan instemmen. De eerder naar voren gebrachte bezwaren (bladafval, wortelgroei en schaduwwerking) blijven echter problemen vormen bij de inrichting. In deze zone zal derhalve alleen een watergang gegraven worden en enkele bomen (knotwilgen) geplant worden.

De definitieve inrichting van de afscheiding tussen de kassen en de naastgelegen percelen wordt in een privaatrechtelijke overeenkomst met de koper van de glastuinbouwgronden vastgelegd. Door de nieuwe inrichting verliest de groenstrook zijn karakter van groenstrook (met 10 m breedte opgaande beplanting). Aanduiding op de plankaart is niet langer noodzakelijk, aangezien groen, water en schouwpaden binnen de agrarische bestemming zijn toegestaan. De bestemming Groen wordt verwijderd van de plankaart. Aan de gronden wordt de bestemming Agrarisch toegekend. Aangezien het niet wenselijk is om kassen toe te staan op deze gronden, wordt ter plaatse de aanduiding 'glastuinbouw' niet opgenomen.