direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene bouwregels
Plan: Glaspark 4P 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.glaspark4p2011-0130

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  • b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

10.2 Afstanden tot zijerfscheidingen

Gebouwen mogen niet binnen een afstand van 3 m tot de zijerfscheiding worden gebouwd. Het bevoegd gezag is bevoegd hiervan af te wijken teneinde de afstand van 3 m te verkleinen, met inachtneming van het volgende:

  • a. indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijerfscheiding wordt gebouwd, dient te worden gewaarborgd dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw of van de naastgelegen kassen, tenzij:
    • 1. daardoor de gebruikswaarde van de te bebouwen gronden onevenredig worden geschaad;
    • 2. de goot- of boeibordhoogte van (delen van) gebouwen worden teruggebracht tot minder dan 2,8 m.

10.3 Afstand van woningen tot wegen
10.3.1 Afstand van woningen tot wegen

Met betrekking tot de afstanden van woningen tot wegen gelden de volgende regels:

  • a. in geval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of afwijking mag de afstand van de woning (inclusief aanbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van geluidshinder - langs de Rijksstraatweg in geen geval minder bedragen dan 18 m en langs de Prinsenweg in geen geval minder bedragen dan 6 m;
  • b. in geval van herbouw van een woning elders op een bouwvlak mag de afstand van de woning (inclusief aanbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van geluidshinder - langs de Rijksstraatweg in geen geval minder bedragen dan 18 m en langs de Prinsenweg in geen geval minder bedragen dan 6 m.

10.3.2 Kleinere afstand voor nieuwe woningen

Nieuwe woningen ingevolge planwijziging of afwijking mogen op een kleinere afstand worden gebouwd dan in artikel 10.3.1 is aangegeven, indien:

  • a. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
  • b. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.

10.3.3 Afwijking voor herbouw van woningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.1 teneinde herbouw van woningen toe te staan op een kleinere afstand, indien:

  • a. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
  • b. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.