direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Geuzenland
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.geuzenland-0140

Artikel 21 Wonen - Woonwagenstandplaats

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonwagens;

met de daarbijbehorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. verhardingen en parkeervoorzieningen;
  • d. bergingen en sanitaire ruimten.

21.2 32.2. Bouwregels
21.2.1 Woonwagens

Voor de aanleg van standplaatsen en de bouw van woonwagens gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woonwagens niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • b. de standplaatsen zijn alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • c. de minimale oppervlakte van een standplaats (exclusief berging en sanitaire ruimte) bedraagt 112 m²;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van de woonwagens niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. de kapconstructie mag bestaan uit platte afdekking of een kap, ingeval van een kap bedraagt de dakhelling minimaal 30°.

21.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woonwagens gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per standplaats is maximaal 1 bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m²;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter.

21.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per standplaats gerealiseerd mag worden en tot maximaal 30 m²;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter.

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.