direct naar inhoud van 4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Landelijk Gebied, 2e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.LG2eherziening-0130

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.2.1 Overleg

Het voorontwerp van het bestemmingsplan Landelijk Gebied, 2e herziening d.d. 21 september 2010 is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende personen en instanties toegezonden:

  • 1. provincie Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag;
  • 2. waterschap Hollandse Delta, Postbus 4103, 2980 GC Ridderkerk;
  • 3. Stadsregio Rotterdam, Postbus 21051, 3001 AB Rotterdam;
  • 4. Ministerie van VROM, Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag.

Van de provincie Zuid-Holland en het waterschap Hollandse Delta is een schriftelijke reactie ontvangen. De overige instanties hebben niet gereageerd.

De ontvangen reacties worden onderstaand samengevat en beantwoord. Per reactie is aangegeven of en in welke mate de reactie aanleiding geeft tot aanpassingen van het voorontwerpbestemmingsplan.

1. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag (brief d.d. 22 oktober 2010 en e-mail d.d. 22 oktober 2010)

Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Per brief d.d. 22 oktober laat de provincie weten dat het voorontwerpbestemmingsplan '2e herziening Landelijk Gebied' conform dit beleid is opgesteld.

Per e-mail d.d. 22 oktober heeft de provincie een aanvulling gegeven op de eerder verstuurde brief. Hierin verzoekt de provincie om in het ontwerpbestemmingsplan alsnog in te gaan op de afwijking ten opzichte van het provinciaal beleid voor wat betreft archeologie. Een gedeelte van het plangebied is op de provinciale CHS-kaart aangeduid als gebied met middelhoge verwachtingswaarde. Voor gebieden die op de CHS-kaart met een middelhoge of hoge verwachtingswaarde zijn aangeduid, geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een groter oppervlak dan 100 m2. Afwijking van het provinciaal beleid is mogelijk op basis van een inhoudelijke onderbouwing. De onderbouwing van de afwijkende oppervlaktemaat (250 m2) ontbreekt echter in het plan.

Beantwoording

Vanaf 1 september 2007 hebben gemeenten de plicht om in hun nieuw op te stellen bestemmingsplannen aan te geven hoe zij omgaan met de in het geding zijnde archeologische waarden in het plangebied. Deze plicht is vastgelegd in de Monumentenwet 1988 (artikel 38 t/m 41). Om aan deze verplichting te voldoen, heeft de gemeente Brielle een nieuw Beleidsplan Archeologie laten opstellen. Dit beleid bevat onder andere een archeologische waarden- en verwachtingenkaart met daarop aangegeven de reeds bekende en de te verwachten archeologische waarden in de bodem in Brielle. Dit beleid is opgenomen in de eerste herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied en vormt daarmee het juridische kader voor het bestemmingsplan Ruimte-voor-ruimte woningen. Ter verduidelijking zal in de juridische planbeschrijving van de toelichting dit vastgestelde gemeentelijk archeologiebeleid nader toegelicht worden.

Conclusie

De overlegreactie geeft aanleiding tot aanpassing van het plan. In de toelichting zal verwezen worden naar het vastgestelde gemeentelijk archeologiebeleid.

2. Waterschap Hollandsche Delta, Postbus 4103, 2980 GC Ridderkerk (brief d.d. 18 oktober 2010)

Het waterschap laat per brief weten dat het voorontwerpbestemmingsplan '2e herziening Landelijk Gebied' geen waterstaatkundige gevolgen heeft en daarom geen opmerkingen te plaatsen bij het plan.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.

4.2.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk Gebied 2e herziening d.d. 15-11-2010 heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij eenieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijzen naar voren te brengen.

Er zijn geen zienswijzen ingediend.