direct naar inhoud van 4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Geuzenpark Atletiek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.GeuzenparkAtletiek-0130

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.1.1 Vooroverleg Bro-partners

Het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Geuzenpark Atletiek' d.d. 5 april 2011 is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan diverse belanghebbende personen en instanties toegezonden.

  • 1. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernisse;
  • 2. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;
  • 3. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;
  • 4. College van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne;
  • 5. Ministerie van Defensie, directie West, Dienst Vastgoed Defensie;
  • 6. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
  • 7. Nederlandse Gasunie;
  • 8. Provincie Zuid-Holland, directie Ruimte en Mobiliteit, afdeling Ruimte en Wonen;
  • 9. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;
  • 10. Rijkswaterstaat dienst Zuid-Holland;
  • 11. Stadsregio Rotterdam;
  • 12. VROM-inspectie regio Zuid-West;
  • 13. Waterschap Hollandse Delta;
  • 14. DCMR Milieudienst Rijnmond.

Van de onder 7, 8, 12, 13 en 14 genoemde instanties is een schriftelijke reactie ontvangen. De overige instanties hebben niet gereageerd. Hieronder zijn de ontvangen overlegreacties samengevat en beantwoord. Per reactie is aangegeven of en in welke mate de reactie aanleiding geeft tot aanpassingen van het plan.

4.1.2 Nederlandse Gasunie

In het plangebied ligt een gastransportleiding. In artikel 4.3 (Leiding-Gas) wordt bepaald dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning af kan wijken van lid 4.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Gasunie is van mening dat het bevoegd gezag alleen een zorgvuldige afweging omtrent het niet onevenredig schaden van de leiding kan maken, indien gebruik is gemaakt van de kennis en expertise van Gasunie betreffende de leiding. Gasunie verzoekt dan ook om in de leden 4.3 en 4.4.3 de voorwaarde op te nemen dat bij een aanvraag een schriftelijk advies van de leidingbeheerder noodzakelijk is.

Beantwoording

De gemeente stemt in met dit verzoek. Lid 4.3 en 4.4 worden conform het verzoek aangepast.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van lid 4.3 en 4.4.

4.1.3 Provincie Zuid-Holland, directie Ruimte en Mobiliteit, afdeling Ruimte en Wonen

Het provinciale beoordelingskader wordt gevormd door de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. De provincie geeft te kennen dat het plan conform dit beleid is opgesteld.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

4.1.4 VROM-inspectie

Het plan geeft de VROM-inspectie aanleiding om een opmerking te maken, gelet op het nationaal belang nummer 2: Verbetering basiskwaliteit van de gehele hoofdinfrastructuur.

Ten zuiden van het plangebied liggen twee gasleidingen. In het bestemmingsplan wordt gesteld dat zowel het Plaatsgebonden Risico (PR) als het Groepsrisico (GR) geen risico vormen voor het plan. Ter onderbouwing wordt verwezen naar een onderzoek waaruit blijkt dat de PR 10-6 contour op de leidingen is gelegen en dat de oriƫntatiewaarden van het GR niet toenemen. De toename van de personendichtheid als gevolg van het plan zodanig beperkt is dat de orientatiewaarde van het Groepsrisico niet zal worden overschreden.

De VROM-inspectie verzoekt de gemeente om naast dit onderzoek ook aandacht te besteden aan de verantwoordingsplicht van het GR. Tevens verzoekt de VROM-inspectie om het genoemde onderzoeksrapport op de nemen als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan.

Beantwoording

Het voorontwerpbestemmingsplan is voor advies voorgelegd aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). De VRR gaat in op de zelfredzaamheid van de aanwezigen binnen het plangebied en de beheersbaarheid van een eventuele calamiteit. Paragraaf 6.6 (externe veiligheid) wordt aangevuld met de adviezen van de VRR en op basis hiervan wordt het groepsrisico verantwoord. Het gehele advies wordt opgenomen in bijlage 3 van de toelichting. Het genoemde onderzoeksrapport wordt opgenomen in bijlage 2.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van paragraaf 6.6 van de toelichting.

4.1.5 Waterschap Hollandse Delta

Het waterschap geeft aan dat het plan voldoet aan de uitgangspunten voor waterkwaliteit en waterkwantiteit. Wel merkt het waterschap op dat er in het bestemmingsplan uitgegaan wordt van het dempen van 1.410 m2 oppervlaktewater en dat dit mogelijk minder betreft.

Beantwoording

Uit navraag bij het Waterschap blijkt dat er vergunning is verleend voor het dempen van 50 m2. Dit zal aangepast worden in de toelichting, paragraaf 6.1.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van paragraaf 6.1 van de toelichting.

4.1.6 DCMR Milieudienst Rijnmond

Ten aanzien van de aspecten geluid, bodem en ecologie kan de DCMR met het gestelde in het voorontwerpbestemmingsplan instemmen. Het aspect luchtkwaliteit kan niet worden beoordeld omdat de relevante informatie ontbreekt. Daarnaast geeft de DCMR aan dat op 14 april 2011 door de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond een advies omtrent de externe veiligheid van het plan heeft opgesteld. Dit advies is niet meegenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. De DCMR adviseert dit alsnog te doen en mede op basis hiervan het groepsrisico te verantwoorden.

Beantwoording

In paragraaf 6.5 is reeds opgenomen dat de verwachte verkeerstoename 'niet in betekende mate' bijdraagt aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. En dat er ter plaatse van de ontwikkeling geen grenswaarden voor stifstofdioxide en fijn stof worden overschreden. Hiermee is voldoende aangetoond dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling.

Paragraaf 6.6 (externe veiligheid) wordt aangevuld met de adviezen van de VRR en op basis hiervan wordt het groepsrisico verantwoord. Het gehele advies wordt opgenomen in bijlage 3 van de toelichting.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van paragraaf 6.6. van de toelichting.

4.1.7 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan 'Geuzenpark Atletiek' d.d. 23-05-2011 heeft met ingang van 8 juni 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij eenieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.