Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Brede School Snijdelwijk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0499.BPL11037WBD-OH01

4.7 Ecologie

4.7.1 Natuurbeschermingswet
De Europese Unie heeft een zeer gevarieerde en rijke natuur, die van grote biologische, esthetische en economische waarde is. Om deze natuur te behouden heeft de Europese Unie het initiatief genomen voor Natura 2000. Dit is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden. Voor Nederland gaat het in totaal om 162 gebieden.
Nederland heeft sinds 1998 een nieuwe natuurbeschermingswet, die zich alleen richt op de bescherming van gebieden. De gebieden die door de wet worden beschermd, zijn de vroegere Beschermde- en Staatsnatuurmonumenten en de zogenoemde Natura 2000 gebieden, welke onder de Europese Vogel- en habitatrichtlijnen vallen.
 
Conclusie
Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van een Natura 2000 gebied, vogelrichtlijngebied of habitatrichtlijngebied. Hieruit volgt geen nadere onderzoeksverplichting.
4.7.2 Flora- en Faunawet
Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet biedt het juridische kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten in Nederland en bevat onder andere de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. In de wet zijn algemene en specifieke verboden vastgelegd ten aanzien van beschermde plant- en diersoorten. Naast een aantal in de wet (en daarop gebaseerde besluiten) vermelde specifieke mogelijkheden om ontheffing te verlenen van in de wet genoemde verboden, geeft de wet een algemene ontheffingsbevoegdheid aan de minister van LNV (artikel 75, lid 3).
 
Op grond van de flora- en fauna wetgeving dient onderzocht te worden in hoeverre ruimtelijke plannen negatieve gevolgen hebben op beschermde dier- en plantsoorten, de zogenaamde rode lijst, en of er compenserende of mitigerende maatregelen genomen moeten worden.
 
Planspecifiek
Bomenwacht Nederland middels twee rapporten (bijlagen 1 en 2) dat nader onderzoek niet noodzakelijk is. Er zijn geen nesten of andere vaste rust- of verblijfplaatsen aangetroffen van jaarrond beschermde roofvolgens, uilen of soorten met een vergelijkbare status. Er zijn aangaande beschermde natuurwaarden geen andere potenties gevonden dan die voor algemeen in de omgeving voorkomende en broedende vogels. Voor de broedperiode van deze soorten mag worden uitgegaan van de datumgrenzen 1 maart en 15 augustus. Omdat het verboden is broedende vogels te verstoren, wordt geadviseerd de werkzaamheden uit te voeren buiten deze periode. Er kan echter ook voor worden gekozen om het terrrein voor 1 maart ongeschikt te maken voor broedende vogels.