direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Reijerskoop 259 -263
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL11032HBD-OH01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciale Structuurvisie 'Ontwikkelen met de schaarse ruimte'

Op 2 juli 2010 heeft de provincie Zuid-Holland de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte vastgesteld. De provincie Zuid-Holland heeft ervoor gekozen een integrale ruimtelijke structuurvisie voor haar hele grondgebied op te stellen. Deze vervangt het streekplan Zuid-Holland West. De invoering van de Wet ruimtelijke ordening was aanleiding voor aanpassing van haar ruimtelijk beleid. Deze structuurvisie bevat de ambities van provinciaal belang voor de periode 2020 met een doorkijk naar 2040. Ook de aanpak om samen met andere partijen de doelen te bereiken wordt in de structuurvisie beschreven. Het accent daarbij ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. Om hier meer grip op te krijgen, heeft de provincie een kwaliteitskaart en functiekaart opgesteld. Onderstaande afbeeldingen tonen een uitsnede van beide kaarten met het betreffende plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0499.BPL11032HBD-OH01_0009.png"

Uitsnede kwaliteitskaart Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland

afbeelding "i_NL.IMRO.0499.BPL11032HBD-OH01_0010.png"

Uitsnede functiekaart Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland

De functiekaart geeft de gewenste en mogelijke ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Zo biedt de kaart ruimte aan de diverse belangen in Zuid-Holland. De functiekaart is vergelijkbaar met de voormalige streekplankaarten. Terwijl de functiekaart stuurt op het 'wat en waar' stuurt de kwaliteitskaart op het 'waar en hoe'. Op de kaart zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. De kaart geeft vanuit een kwalitatieve invalshoek richting en randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling van de ruimte in Zuid-Holland.

De locatie valt in de structuurvisie (functiekaart) binnen de aanduiding ‘Stads- en dorpsgebied’. Het gebied om het dorp is aangeduid als ‘Agrarisch landschap – boom- en sierteelt’. Op de kwaliteitskaart is het plangebied aangeduid als 'Dorpskern', 'Bebouwingslint' en 'Cultureel erfgoed topgebied'. Het gebied om het dorp wordt aangeduid als ‘Sierteelt-veenlandschap’. De functie van het plangebied is dus in beide gevallen stad/dorp.

Planspecifiek

Het dorp Boskoop maakt deel uit van het stedelijk netwerk zuidvleugelnet. Vanuit de provincie bestaat de wens om dorpen en steden in dit netwerk in hun stedelijke functie te versterken. De versterking van de stedelijke functie van Boskoop kan worden gerealiseerd door bebouwing te concentreren en te intensiveren. In onderhavig plan wordt het bestaande en vervallen bedrijfspand gesloopt ten behoeve van de bouw van een nieuw bedrijfspand en een woning. Het plangebied sluit dus aan bij de wensen vanuit de provincie opgenomen in de structuurvisie.

3.2.2 Provinciale verordening Ruimte

Op 2 juli 2010 heeft de provincie Zuid-Holland de Verordening Ruimte vastgesteld. De verordening draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie Ruimtelijke Ordening en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. Een verordening omvat in aanvulling op de structuurvisie toetsbare criteria, van provinciaal belang, waaraan planvorming moet voldoen. In dit geval draagt de Verordening Ruimte Zuid-Holland bij aan de ruimtelijke doelen en belangen van de provinciale structuurvisie 'ontwikkelen met schaarse ruimte'. In de verordening zijn regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Uit de twaalf kaarten, behorende bij de verordening, blijkt dat het plangebied binnen het groene hart en de bebouwingscontouren van het stedelijk gebied valt. Voor stedelijke gebied in het groene hart worden geen nadere eisen gesteld in de verordening.

Planspecifiek

Aan onderhavig plangebied worden geen nadere eisen gesteld vanuit de verordening Ruimte.

3.2.3 Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2005)

Vanuit het perspectief van de stedelijke regio is een schaalsprong nodig, vooral om de concurrentiekracht te vergroten. Eén van de centrale opgaven is dat de kernkwaliteiten van de Randstad worden versterkt, met name die van de provincie Zuid-Holland. Wat de Randstad zo bijzonder maakt, is de ligging in de delta en de structuur waarbij de steden rondom het Groene Hart liggen. Behalve dat de stedelijke netwerken versterkt moeten worden, is het ook heel belangrijk om de waterrijke cultuur- en natuurlandschappen mee te ontwikkelen. Een aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsmilieu is een voorwaarde om de provincie volwaardig en duurzaam te ontwikkelen. Groen en water vormen daarvoor essentiële dragers. Water, natuur, recreatie en agrarische bedrijvigheid moeten beter met elkaar in balans worden gebracht. Het Groenbeleid van de provincie Zuid-Holland wordt ontwikkeld aan de hand van de kernopgaven uit de Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie 2020. Verder pakt de provincie de groenopgave op aan de hand van de lagenbenadering, en kiest ze er bewust voor gebieden integraal te ontwikkelen.

Planspecifiek

Gelet op de aard en omvang van de voorgenomen ontwikkeling is het plan in overeenstemming met het beleidsplan Groen, Water en Milieu (2005).