direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Zijde 116
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL09008WBD-OH01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de woonfunctie;
  • b. beroep aan huis;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' een 15-tal gestapelde woningen;
  • d. met daarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorg' een aan de woonfunctie gelieerde zorgfunctie;
  • e. voet- en fietspaden;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en water, parkeren in gebouwde voorzieningen en parkeren op de eigen oprit.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte;
  • c. bouwhoogte maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte;
3.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. voor zover de aan- of uitbouw wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
    • 3. met dien verstande dat voor uitbouwen in de vorm van erkers tevens de volgende bepalingen gelden:
      • de horizontale diepte bedraagt maximaal 1,5 m;
      • de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden bedraagt minimaal 2,5 m;
  • b. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal 50 m² mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
  • c. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • d. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:

  • a. bij erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. bij overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.

3.2.4 Parkeren

Parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein en met inachtneming van:

  • a. de volgende normen:
    Woonvorm   Parkeernorm per woning  
    zorgwoningen   0,5  
    wonen in lage-prijssegment   1,4  
    wonen in het midden-prijssegment   1,7  
    wonen in het dure prijssegment   2,0  
  • b. in afwijking van het bepaalde onder artikel 3.2.4 onder a geldt dat 7 parkeerplaatsen op het naastgelegen terrein gebruikt mogen worden.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de parkeernorm per woning ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de bereikbaarheid.