Ten aanzien van de in lid
artikel 4 lid 1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
a. binnen een bouwvlak mag een vrijstaande woning worden gebouwd;
b. de inhoud van een woning mag ten hoogste 700 m3 bedragen;
c. van de woningen mag de goothoogte niet meer dan 4 m en de hoogte niet meer dan 10 m bedragen;
d. een gevel van een woning dient zich op dan wel op een afstand van maximaal 1 meter te bevinden van de bouwgrens aan de wegzijde;
e. de afstand van een woning tot een zijdelingse grens van het bouwperceel dient minimaal 3 meter te bedragen;
f. bij iedere woning mogen bijgebouwen worden opgericht, waarbij:
- de gezamenlijke oppervlakte per woning niet meer mag bedragen dan 50 m2;
- de goothoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m;
- de hoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 6 m;
- de afstand van de bijgebouwen tot de woning niet meer dan 20 m mag bedragen;
- de bijgebouwen uitsluitend achter de voorgevellijn van de woning mogen worden gebouwd.
g. de afstand van bebouwing tot de bestemmingsgrens dient minimaal 3 m te bedragen;
h. bij iedere woning mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht, waarbij:
1. de hoogte maximaal 1 m mag bedragen indien deze worden geplaatst voor (de lijn welke kan worden
getrokken in het verlengde van) de voorgevel van de woning;
2. de hoogte maximaal 2 m mag bedragen indien deze worden geplaatst achter (de lijn welke kan worden
getrokken in het verlengde van) de voorgevel van de woning;
i. bij beoordeling van bouwaanvragen wordt rekening gehouden met het vastgestelde beeldkwaliteitsplan 'Achterbroek 113-115';
j. in afwijking van het bepaalde onder a van dit lid mag slechts omgevingsvergunning voor nieuwbouw worden verleend indien, ten genoegen van burgemeester en wethouders, de sloop van voormalige agrarische opstallen en de verwijdering van verharding is uitgevoerd conform hetgeen hierover in de toelichting is opgenomen tot ten minste 1.000 m2.