Plan: | MFA Vrouwenpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0489.BPWGO20120017-VI01 |
Beoogde ontwikkeling
Binnen het MFA wordt onder andere een onderwijsfunctie mogelijk gemaakt. Onderwijsvoorzieningen zijn op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidsgevoelige functies. De locatie ligt binnen de wettelijke geluidszone van diverse gezoneerde wegen. Akoestisch onderzoek dient daarom op grond van de Wgh uitgevoerd te worden.
Toetsingskader
Normstelling
Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidhinder vanwege de weg moet worden getoetst. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- of buitenstedelijke ligging. De geluidhinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal. De onderwijsvoorziening betreft een basisschool en wordt overwegend tijdens de dagperiode (07.00 uur tot 19.00 uur) gebruikt. Daarom worden de avond- en nachtperiode niet betrokken in het onderzoek.
Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De zonebreedte is afhankelijk van een binnen- of buitenstedelijke ligging van de weg en het aantal rijstroken van de weg en wordt gemeten uit de kant van de weg. In de tabel is deze informatie voor de wegen rondom het uitwerkingsgebied weergegeven.
Tabel 3.1 Geluidszones gezoneerde wegen rondom ontwikkeling
Op grond van tabel 3.1 blijkt dat de ontwikkeling binnen de wettelijke geluidszone van de Rijksweg A29 en de Kilweg ligt.
Nieuwe situaties
Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van onderwijsgebouwen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de maximaal toelaatbare hogere waarde niet te boven gaan. De uiterste grenswaarde is op grond van artikel 83 Wgh afhankelijk van de ligging van de woningen (binnen- of buitenstedelijk). In onderhavige situatie is de woning binnenstedelijk gelegen, waardoor de uiterste grenswaarde 63 dB bedraagt. Bestemmingen met een binnenstedelijke ligging, maar binnen de geluidszone van een autosnelweg, worden bij het bepalen van de geluidszone voor die autosnelweg gerekend tot buitenstedelijk gebied, waarvoor een uiterste grenswaarde van 53 dB geldt. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB.
De gemeente Barendrecht heeft geluidsbeleid vastgesteld waarin de beleidsregels zijn vastgesteld bij het vaststellen van hogere waarden (Visie op het geluidsbeleid, DCMR/gemeente Barendrecht, november 2006). Hierin is opgenomen dat alleen ontheffing wordt verleend voor een hogere grenswaarde indien wordt voldaan aan het "stand-still" principe. Dit houdt in dat het percentage woningen dat een bepaalde geluidsbelasting ondervindt ten gevolge van wegverkeerslawaai, niet verder mag toenemen. Onderhavige ontwikkeling betreft geen bouw van nieuwe woningen, waardoor het "stand-still" principe niet van toepassing is.
30 km/h-wegen
Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Voor de beoordeling van de geluidsbelasting langs de 30 km/h-wegen wordt gebruikgemaakt van de methode uit de rapportage Cumulatie en Saldobenadering die gebaseerd is op de 'methode Miedema'. Hierin wordt de geluidsbelasting geclassificeerd en beoordeeld op basis van klassen van 5 dB. Omdat de Wgh niet van toepassing is, wordt bij de berekening van de geluidsbelasting geen correctie ex artikel 110g Wgh toegepast.
Tabel 3.2 Beoordeling akoestisch klimaat volgens methode Miedema
Rondom de ontwikkeling zijn de volgende 30 km/h-wegen van belang:
Aftrek ex artikel 110g Wgh
Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Voor wegen met een representatief te achten snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een representatief te achten snelheid van 70 km/h of hoger geldt een aftrek van 2 dB. De aftrek mag alleen worden toegepast bij toetsing van de geluidsbelasting aan de normstellingen uit de Wgh, zoals in onderhavige situatie het geval is. Bij binnenwaardenberekeningen dient te worden uitgegaan van de gecumuleerde geluidsbelasting exclusief de aftrek conform artikel 110g Wgh.
Uitgangspunten
Voor de ontwikkelingen is akoestisch onderzoek uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode II (SRM II) conform het Reken- meetvoorschrift geluidhinder 2006. Ten behoeve van de SRM II-methode is een akoestisch overdrachtsmodel opgesteld in het programma Geomilieu V1.91 van DGMR. Hierbij is gebruik gemaakt van het akoestisch model Lagewei-Vrouwenpolder dat voor het gelijknamige bestemmingsplan is gebruikt. In het model zijn alle relevante omgevingselementen meegenomen, zoals afschermende en/of reflecterende elementen, bodemgebieden en maaiveldverloop.
De gehanteerde invoergegevens zijn ontleend aan het akoestisch model Lagewei-Vrouwenpolder, welke is gebruikt voor het gelijknamige bestemmingsplan. Alle uitgangspunten die ten grondslag liggen aan dit akoestische model zijn opgenomen in de rapportage 'Barendrecht, Akoestisch onderzoek Lagewei-Vrouwenpolder' van RBOI (projectnummer 048900.1534400) van 4 mei 2011. In tabel 3.3 en 3.4 is een overzicht gegeven van de belangrijkste invoergegevens voor de voor dit onderzoek relevante wegen. Een overzicht van alle invoergegevens is terug te vinden in bijlage 1.
Tabel 3.3 Verkeersintensiteiten (mvt/etmaal), maximum snelheid en wegdektype
Tabel 3.4 Voertuigverdeling dagperiode
*lv=langzaam verkeer, mv=middelzwaar verkeer, zv=zwaar verkeer
Ruimtelijke gegevens en gegevens MFA
In de geluidsberekeningen is rekening gehouden met alle relevante gebouwde ruimtelijke objecten in de omgeving en de aanwezigheid van reflecterend (bijvoorbeeld verhard oppervlak of water) of absorberend (bijvoorbeeld zandgrond of grasland) bodemgebied. Tevens zijn de maaiveldfluctuaties en hoogteliggingen van ruimtelijke objecten meegenomen. De basisgegevens van het digitale terreinmodel (DTM) en de vectorbestanden ten aanzien van aanwezige bebouwing en bodemgebieden zijn ingekocht bij iDelft.
Op basis van een dxf-ondergrond is de uiterste bebouwingsgrens van de ontwikkelingslocatie ingevoerd. Hierbij is sprake van een worstcase situatie. Om de hoogte van de geluidsbelasting op de bebouwingsgrenzen te kunnen bepalen is op een aantal plaatsen op deze grens een waarneempunt geplaatst. De maximale bebouwingshoogte bedraagt 16 m. In het 'Programma van eisen – MFA Vrouwenpolder' (3P Netwerkpartners i.s.m. gemeente Barendrecht, 2012) is opgenomen dat maximaal twee bouwlagen bestemd zullen zijn voor onderwijsruimten, te weten de begane grond en de eerste verdieping. Derhalve liggen de waarneempunten op 1,5 m en 4,5 m.
Sectorhoek en reflecties
Het maximum aantal reflecties waarmee de berekeningen zijn uitgevoerd bedraagt 1 reflectie en een sectorhoek van 2° conform de aanbeveling van de projectgroep Vergelijkend Onderzoek Akoestische Bureaus (VOAB). In deze projectgroep VOAB zijn afspraken gemaakt om de onderlinge verschillen in rekenprogrammatuur te minimaliseren.
Onderzoek en resultaten
Een overzicht van alle resultaten is opgenomen in bijlage 2. Hieronder worden de belangrijkste conclusies kort toegelicht.
Resultaten A29
Op basis van SRM II-berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de A29 de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de westelijke bebouwingsgrens overschrijdt. Dit geldt bij een waarneemhoogte van 4,5 m. De geluidsbelasting bij deze waarneemhoogte bedraagt 49 dB (inclusief aftrek artikel 110g Wgh). De uiterste grenswaarde (53 dB) wordt niet overschreden.
Resultaten Kilweg
Op basis van SRM II-berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Kilweg de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de zuidelijke bebouwingsgrens overschrijdt. Dit geldt zowel bij een waarneemhoogte van 1,5 meter als bij een waarneemhoogte van 4,5 m. De maximale geluidsbelasting bedraagt 50 dB bij een waarneemhoogte van 4,5 m (inclusief aftrek artikel 110g Wgh). De uiterste grenswaarde (63 dB) wordt niet overschreden.
Resultaten Oude Trambaan (niet gezoneerd)
Op basis van SRM II-berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Oude Trambaan maximaal 46 dB bedraagt (exclusief aftrek artikel 110g Wgh). Deze geluidsbelasting wordt op basis van de methode Miedema als 'goed' beoordeeld.
Resultaten Baanvakwei (niet gezoneerd)
Op basis van SRM II-berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Baanvakwei maximaal 39 dB bedraagt (exclusief aftrek artikel 110g Wgh). Deze geluidsbelasting wordt op basis van de methode Miedema als 'goed' beoordeeld.
Resultaten toegangsweg Vrouwenpolder (niet gezoneerd)
Op basis van SRM II-berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Baanvakwei maximaal 57 dB bedraagt (exclusief aftrek artikel 110g Wgh). Deze geluidsbelasting wordt op basis van de methode Miedema als 'matig' beoordeeld.
Gecumuleerde geluidsbelasting
De hoogste gecumuleerde geluidsbelasting op de uiterste bebouwingsgrens bedraagt 58 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh). Deze waarde is lager dan de maximaal toelaatbare geluidbelasting van 65 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh van 2 dB) voor een woning vanwege uitsluitend één weg. Hieruit kan worden geconcludeerd dat cumulatie van geluid niet leidt tot een onaanvaardbare geluidbelasting. Alle gecumuleerde waarden per waarneempunt zijn opgenomen in bijlage 2.
Conclusie
Op basis van de modelresultaten blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden als gevolg van verkeer op de A29 en de Kilweg. Het nemen van maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van de beoogde ontwikkeling te reduceren stuit op bezwaren van verkeerskundige, vervoerskundige, stedenbouwkundige, landschappelijk of financiële aard. Daarnaast is op de wegen die een geluidsbelasting boven de voorkeursgrenswaarde veroorzaken, al een geluidsreducerend wegdektype toegepast. De uiterste grenswaarde van 53 dB voor de A29 en 63 dB voor de overige wegen wordt niet overschreden. Daarom dienen voor beide geluidsbronnen hogere waarden vastgesteld te worden. In tabel 3.5 is een overzicht opgenomen van de vast te stellen hogere waarden.
Voor de niet gezoneerde 30 km/h wegen geldt dat alleen ten gevolge van wegverkeer op de nieuwe toegangsweg Vrouwenpolder de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden (maximaal 57 dB). Deze is als 'matig' beoordeeld. Hieruit wordt geconcludeerd dat de geluidsbelasting niet zal leiden tot een onaanvaardbare geluidbelasting. Ingevolge de Wgh hoeven (en kunnen) voor deze wegen geen hogere waarden te worden vastgesteld.
Tabel 3.5 Hogere waarden
Voor onderwijsgebouwen waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld, dient (ingevolge het bouwbesluit) het binnenwaardeniveau te worden gewaarborgd. Voor onderwijsgebouwen is dit 28 dB in de verblijfsruimten (zoals de leslokalen). In de overige ruimten geldt een binnenwaarde van 33 dB.
Ook dient vanwege de niet-zoneplichtige wegen (Middeldijk, Oude Trambaan, Baanvakwei, Zichtwei) het binnenniveau te worden gewaarborgd conform het Bouwbesluit indien de geluidsbelasting meer dan 48 dB (inclusief aftrek artikel 110g Wgh) bedraagt.
De binnenwaarden worden berekend op basis van de gecumuleerde geluidsbelastingen exclusief aftrek artikel 110g Wgh. De gecumuleerde waarde bedraagt maximaal 58 dB.