direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Grootschalige Infrastructuur
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPGI20090000-VI01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het bestemmingsplanGrootschalige Infrastructuur van de gemeente Barendrecht.

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0489.BPGI20090000-VI01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

bovenkant spoorstaaf:

de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf ten opzichte van N.A.P.

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling voor de verkoop, het verkopen en leveren van goederen en diensten voor eindgebruikers.

Elektrotechnisch Systeem:

het geheel aan technische voorzieningen dat zorg draagt voor de energievoorziening van de spoorbaan, de beheersing en beveiliging van het treinverkeer en de benodigde telecommunicatie.

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

kantoren:

het al dan niet commercieel verrichten van administratieve activiteiten zoals schrijf- of tekentafelactiviteiten, inclusief ondersteunende activiteiten en naar verhouden tot die schrijftafelactiviteiten ondergeschikte balieactiviteiten.

kunstwerk:

een dragende bouwconstructie in op of over een weg, spoorlijn of watergang, waaronder begrepen zijn viaducten, bruggen, tunnels alsmede hiermee vergelijkbare bouwwerken; vliesconstructies en duikers daaronder niet begrepen.

N.A.P.:

Normaal Amsterdams Peil

spoorwegwerken:

alle ten behoeve van de spoorweg noodzakelijke bouwwerken en voorzieningen, waaronder aardebanen, spoorstaven met dwarsliggers en ballastbed, bovenleidingen met draagconstructies, kunstwerken, afwateringssloten, duikers, onderhoudspaden, alsmede elektrotechnische systemen en kabels en leidingen voor energievoorziening, beveiliging en telecommunicatie.

tijdelijke werken:

alle in de aanlegfase noodzakelijke bouwwerken en voorzieningen, waaronder bouwdokken, werk- en montageterreinen, opslagruimten, bouwketen, grond-, zand-, en slibdepots, bouwwegen, persleidingen en wegomleggingen.

vliesconstructie:

een gootvormige constructie, in hoofdzaak bestaand uit een met een grondlaag afgedekte kunststoffolie, in het bijzonder ter vervanging van bouwkundige constructies, die het mogelijk maken de spoorbaan of (kruisende) weg aan te leggen beneden de plaatselijke grondwaterstand.