b.
gebouw bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
1°. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
2°. scholen, of
3°.
gebouw of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
c.
gebouw waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
1°.
kantoorgebouwen en
hotel met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object, of
2°. complexen waarin meer dan 5
winkel zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en
winkel met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per
winkel, voor zover in die complexen of in die
winkel een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
d. kampeer- en andere recreatie bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.