direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Noordeinde 20/20a
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B097noordeinde20-0004

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep, mits de woonfunctie duidelijk wordt gehandhaafd en het woonmilieu niet evenredig wordt verstoord;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' is de functie recreatie toegestaan, mits de woonfunctie duidelijk wordt gehandhaafd en het woonmilieu niet evenredig wordt verstoord en niet bedoeld voor permanente bewoning;
  • c. water.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. Op de gronden zijn toegelaten:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. aan-/uitbouwen;
    • 3. bijgebouwen;
    • 4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zend-, ontvangst- en lichtmasten uitgezonderd.
  • b. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend woningen worden gebouwd, behoudens op de bouwpercelen met de aanduiding "recreatie" waar het hoofdgebouw tevens voor de aangeduide functie is toegestaan;
  • c. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en dienen met de voorgevel in de voorgevelrooilijn te worden opgericht, behoudens ondergeschikte bouwdelen in de vorm van een portiek of erker;
  • d. de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan aangegeven;
  • e. hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kapconstructie, waarvan de dakhelling tenminste 30° en maximaal 65° mag bedragen;
  • f. bijgebouwen en aan-/uitbouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het erf behordende bij de hoofdbebouwing;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen en aan-/uitbouwen moet ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag;
  • h. bijgebouwen mogen worden afgedekt met een kapconstructie, waarvan de dakhelling tenminste 30° en maximaal 65° mag bedragen;
  • i. de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde woning behorende bijgebouwen en aan-/uitbouwen mag binnen het erf niet meer dan 50 m² bedragen, onverminderd het bepaalde onder j;
  • j. de zone hoofdgebouwen mag met maximaal 2,5 meter worden overschreden ten behoeve van het oprichten van een aan-/uitbouw, onverminderd het bepaalde onder k;
  • k. maximaal 50 % van het erf mag worden bebouwd, mits tenminste 40 m² van het betreffende vlak onbebouwd blijft, de oorspronkelijke woning en de gronden daaronder niet meegerekend;
  • l. indien de oppervlakte van gronden binnen het erf meer bedraagt dan 250 m², mag de gezamenlijke oppervlakte van bij een zelfde woning behorende bijgebouw en aan- en uitbouwen binnen het erf niet meer dan 100 m² bedragen, waarbij tevens niet meer dan 20 % van het erf mag worden bebouwd;
  • m. de hoogte van andere bouwwerken mag voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m bedragen en achter de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 m;
  • n. Ter plaatse van de aanduiding "recreatie" is nachtelijk verblijf in aan- en bijgebouwen niet toegestaan;