direct naar inhoud van 6.2 Oppervlakte water
Plan: Molenwetering 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B082molenwetering-0003

6.2 Oppervlakte water

6.2.1 Bestaand watersysteem

Het plangebied ligt vrijwel geheel binnen de Polder Alpherhoorn. Een zeer klein deel ten zuidwesten van de N11 ligt in de Polder Het Zaanse Rietveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.B082molenwetering-0003_0010.jpg"

Figuur 10: Polders in het plangebied

6.2.2 Beschrijving bestaand watersysteem

Het plangebied binnen de Polder Alpherhoorn ligt voor het grootste deel binnen het peilvak WW-21A met een vastgesteld peil van N.A.P. -2,52 m. De buitenrand van het plangebied ligt in een aantal andere peilvakken. Aan de noordzijde en de zuid-westzijde is dit het peilvak WW-21B met een vastgesteld peil van N.A.P. -2,12 m. De noord-westzijde ligt in WW-21E met een vastgesteld peil van N.A.P. -2,20 m. De strook met groen en water aan de zuid-oostzijde vormt het peilvak WW-21-HW09. Dit is een hoogwatergebiedje met fluctuerende peilen tussen N.A.P. -2,12 en -2,42 m. Het zeer kleine deel van het plangebied binnen de Polder Het Zaanse Rietveld ligt in het peilvak WW-22A met een vastgesteld peil van N.A.P. -2,38 m. In het plangebied is er volgens kaart 5 van het Waterbeheerplan 2010-2015 van het hoogheemraadschap voor de peilvakken binnen Polder Alpherhoorn en Polder Het Zaanse Rietveld waarschijnlijk een wateropgave vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Dit is nog niet nader onderzocht en uitgewerkt in maatregelen. In het Stedelijk Waterplan Alphen aan den Rijn 2008 staan een aantal maatregelen aan de noordzijde van het plangebied, die de afvoer van het hoger gelegen peilgebied verbeteren. Deze maatregelen, waaronder het vervangen van stuwen en aanleggen van duikers, zijn inmiddels uitgevoerd.

6.2.3 Aanpassingen aan de waterstaatkundige inrichting

Behoudens het eventueel vergroten van aanwezige duikers zijn er geen aanpassingen aan de waterstaatkundige inrichting binnen het plangebied bekend. Als ontwikkelingen toch aanpassingen nodig maken, zullen hierbij de keur van het hoogheemraadschap van Rijnland en de onderliggende beleidsregels leidend zijn.

6.2.4 Waterkwaliteit (riolering en dubo)

Nieuwe rioleringssystemen in stedelijk gebied zullen worden uitgevoerd als gescheiden rioolstelsel. Voor nieuwe lozingen in het buitengebied wordt, in overleg met het hoogheemraadschap, de meest doelmatige oplossing gekozen binnen de geldende wet- en regelgeving.

Er wordt naar gestreefd om de waterafvoerende oppervlakken van bouwwerken en terreinen uit te voeren in niet uitlogende materialen en de toepassing van zink, koper of lood bevatten, te vermijden. Hiermee wordt diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater voorkomen.

6.2.5 Grondwater

Het grondwaterbeleid van de gemeente is beschreven in het verbeterd Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2015.

De gemeentelijke grondwatertaak heeft betrekking op de openbare ruimte in stedelijk gebied. In het plangebied zijn geen problemen voortkomend uit de grondwaterstand bekend.

Bij alle planologische ontwikkelingen binnen het plangebied zal het effect op de grondwaterstand onderzocht worden en zonodig worden maatregelen getroffen om negatieve effecten op de grondwaterstand te compenseren.

6.2.6 Riolering

Huidige rioleringsstructuur

Het grootste deel van het plangebied heeft een volledig gescheiden rioolstelsel. Het vuile afvalwater stroomt via een apart buizenstelsel naar een rioolgemaal, dat het naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie pompt. Het hemelwater afkomstig van daken en verhardingen wordt via een ander buizenstelsel afgevoerd naar het meest nabijgelegen oppervlaktewater.

In het noordwestelijk deel van het plangebied ligt een verbeterde gescheiden rioolstelsel. Dit is ook een gescheiden stelsel, maar in dit stelsel wordt ook het eerste deel van een regenbui afgevoerd als ware het vuil afvalwater. Pas bij langduriger en heviger regenval wordt het overige deel afgevoerd naar het oppervlaktewater.

Gemeentelijk rioleringsplan

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de inrichting van de gemeentelijke rioolstelsels is beschreven in het Gemeentelijk rioleringsplan. Het geldende plan heeft de titel vGrp 2012-2015. Naast de wijze waarop de bestaande stelsels worden beheerd en onderhouden beschrijft het vGrp ook op welke wijze invulling wordt gegeven aan de zorgplichten voor hemelwater, afvalwater en grondwater.

Toekomstige rioleringsstructuur

Bij reconstructiewerkzaamheden zal worden onderzocht of nu bestaande verbeterd gescheiden rioolstelsels gehandhaafd moeten worden of dat een ombouw naar een 'gewoon' gescheiden rioolstelsel de voorkeur heeft.

Als ontwikkelingen toch aanpassingen nodig maken, zullen de uitgangspunten zoals vermeld in het verbeterd Gemeentelijk rioleringsplan leidend zijn.