Plan: | Winkelcentrum De Aarhof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.Awcdeaarhof-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Winkelcentrum De Aarhof met identificatienummer NL.IMRO.0484.Awcdeaarhof-VA01 van de gemeente Alphen aan den Rijn.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruizen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen. De oppervlakte van bestaande hoofdgebouw is geen onderdeel van het achtererfgebied.
Een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten, garagebedrijven en andere autoverzorgende bedrijven, waar - voor een belangrijk deel in handwerk - goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/of verbruiker.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten.
De waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwvlak c.q. bestemmingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
Het gebruik zoals dit bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding het bestemmingsplan en rechtens mag bestaan.
Het hoofdgebouw dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal aanwezig is of mag worden gebouwd op grond van een omgevingsvergunning.
Bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan legaal aanwezig zijn of mogen worden gebouwd op grond van een omgevingsvergunning.
Voorzieningen die reeds aanwezig zijn ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een inrichting zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Een al dan niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Het onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van (een complex van) gebouwen of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Het onderzoek brengt in kaart hoe de oorspronkelijke situatie was, welke veranderingen er in de loop der tijd zijn aangebracht en het beschrijft de bestaande situatie als gevolg van die eerdere processen.
Een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.
Gemengde functies die doorgaans in het centrum van een gemeente uitgevoerd worden, zoals daar zijn kantoorfunctie, zakelijke dienstverlening, maatschappelijke doeleinden en wonen.
Alle materiële getuigenissen uit het verleden die de samenleving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren.
Onderzoek waarbij de algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, worden geïnventariseerd en in kaart worden gebracht.
Culturele en ontspannende vrijetijdsbesteding zoals een attractiepark, bioscoop, bowlingbaan, museum, muziekschool en congrescentrum.
De aan een object, element of ensemble toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk, element of gebied.
Een kaart, onderdeel uitmakend van het bestemmingsplan (Bijlage 1 Cultuurhistorische waardenkaart), die in woord, in kaarten en in (referentie)beelden cultuurhistorische waarde toekent aan een cultuurhistorisch waardevol object.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlakvan het dak is geplaatst.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in een of beide dakvlak(ken) is (of zijn) geplaatst.
Een (hellend) vlak in een dak samen met andere vlakken bepalend voor de dakvorm.
Een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, uitstallen ten verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
Een georganiseerde, publieke en bijzondere gebeurtenis, in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in vormen van risicocategorieën:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een bouwwerk of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Horeca zoals omschreven in de Staat van Horeca-activiteiten
Persoon of groep personen die onderling een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
Een woonfunctie voor het verschaffen van een (tijdelijk) nachtverblijf aan meer dan één huishouden, waarbij de bewoners samen één voordeur delen. Inwoning van één huishouden (bestaande uit één persoon) bij een hoofdhuishouden (hospes/hospita) valt niet binnen de reikwijdte van het begrip kamerverhuur.
Voorzieningen gericht op het verlenen van diensten, al dan niet met ondergeschikte baliefunctie, op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
Een geheel of gedeeltelijke niet-horizontale dakconstructie gevormd door tenminste twee schuin hellende dakschilden ter afdekking van een gebouw waarvoor geldt dat:
Geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
De voetganger, de fiets, fiets met trapondersteuning, snorfiets, bromfiets, inclusief bredere varianten zoals een bakfiets, het gehandicaptenvoertuig, en de geleider/berijder van bijvoorbeeld een paard. Ook bestemmingsverkeer en een motorvoertuig met een snelheidsbeperking zoals een landbouwvoertuig valt onder het begrip langzaam verkeer.
Het niveau van de straat of omliggende grond.
Voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport en ontspanning, onderwijs en opvoeding, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
Nederlandse norm van het Nederlands Normalisatie-instituut.
Horizontale snijlijn van twee dakvlakken, de hoogste lijn van het dak.
Vergroting van de ruimte onder een dak, waarbij het voordakvlak wordt verlengd en de nok hoger en verder naar achter komt te liggen en aan de achterkant een nieuwe goot wordt gecreëerd.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
Bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, (vlucht- en brand) trappen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, balustrades, overstekende daken en toegangstrappetjes naar de appartementen.
Verstrekken van eten en drinken waarbij dit een functionele relatie en een ondersteunende functie heeft met de hoofdactiviteit.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een al dan niet gesloten dak met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Voorziening ten behoeve van het parkeren van voertuigen.
Het bestemmingsplan 'Winkelcentrum De Aarhof' met identificatienummer NL.IMRO.0484.Awcdeaarhof-ON01 van de gemeente Alphen aan den Rijn.
Het niveau gemeten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.
Document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd.
De activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie.
Een zodanig aangegeven lijn, die de scheiding vormt tussen de gedeelten van een bouwvlak of bestemmingsvlak, waarbinnen verschillende maatvoeringen zijn toegestaan.
De activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling.
Voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf.
Het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan.
Voorziening die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt.
Een overdekte danwel onoverdekte voorziening ten behoeve van sportactiviteiten zoals een zwembad, sportvelden, ijsbaan of tennisbaan.
De Staat van Horeca-activiteiten behorende bij dit bestemmingsplan.
Een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen zoals groente, brood, vlees en zuivel – en huishoudelijke artikelen worden verkocht.
Het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Winkelcentrum De Aarhof' (NL.IMRO.0484.Awcdeaarhof-VA01).
Een bijbehorend bouwwerk dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Voorziening behorend bij de naastgelegen bestemming gericht op het verblijf van personen, zoals brandgangen en voetgangerspaden.
Verzameling van objecten in het beheer van de infrastructuur voor de geleiding van het verkeer.
Parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels over parkeren en laden en lossen, die zijn vastgesteld door het bevoegd gezag, zijnde het 'Beleid Parkeernormen en parkeervoorzieningen 2020 gemeente Alphen aan den Rijn', of diens rechtsopvolger.
De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, ligging, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
De denkbeeldige lijn gevormd door het verlengde van de voorgevel.
Voorzieningen die verband houden met de waterhuishouding, de aanvoer en afvoer van water en de doorstroming van water.
Het houden van een verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
Een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Zendmast ten behoeve van mobiele communicatie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van dakkappelen. In het geval een dakkapel in horizontale richting meer dan 50% van het dakvlak beslaat, wordt de bovenkant van de dakkapel als goothoogte beschouwd.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, op 1 meter boven peil.
Oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen, bepaald volgens NEN 2580.
De vloeroppervlakte binnen de bouwmuren van het bestaand, bepaald volgens NEN 2580.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden.
![]() |
Afbeelding: principeprofiel standaard bebouwing in relatie tot de begrippen 'bouwlaag', 'begane grond' en 'dak' |
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van deze regels.
Woningen en overige gebruiksfuncties als bedoeld in tabel 4.121 en artikel 4.124, lid 4 van het Besluit kwaliteit leefomgeving die nieuw worden opgericht en/of in gebruik worden genomen mogen uitsluitend worden gebruikt indien deze zijn voorzien van een uitschakelbare mechanische ventilatie.
Ter borging van een goed woon- en leefklimaat ten behoeve van geluidsgevoelige functies:
Ter borging van een goed woon- en leefklimaat ten behoeve van geluidsgevoelige functies:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 sub a, b en d ten behoeve van detailhandel, cultuur en ontspanning, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, ambachtelijke bedrijvigheid en/of horeca I of II van de Staat van Horeca-activiteiten op de eerste bouwlaag boven de begane grond, mits:
Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteit bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in regels in strijd met ruimtelijke ordening, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1, indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 3.5.1, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 4.3 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 4.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen. Het programma van eisen wordt opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en wordt goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de archeologische onderzoeksplicht, indien uit informatie (afkomstig van de gemeente, aanvrager of anderszins) blijkt dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, de archeologisch waarde naar beneden kan worden bijgesteld, of dat de archeologie niet evenredig wordt bedreigd door de voorgenomen plannen.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de planregels.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende, bestemmingen, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is, onverminderd het bepaalde in de voor deze gronden geldende bestemming(en), niet toegestaan om in het plangebied een nieuwe Bevi inrichting of een risicovol bedrijf op te richten.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maximum toegestane bouwhoogte van een gebouw worden technische voorzieningen op het dak of parkeerdek, welke noodzakelijk zijn voor het doelmatig functioneren van het bouwwerk, zoals liftopbouwen, lichtkoepels, lift- en trappenhuizen, schoorstenen, antennemasten, luchtverversingsapparatuur, glazenwas installatie e.d., buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de maximum bouwhoogte niet meer dan 2,5 meter bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' de overschrijding maximaal 5 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan voor installaties nadere eisen stellen ten aanzien van:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten aanzien van:
Een omgevingsvergunning zoals genoemd in artikel 9.1 wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Winkelcentrum De Aarhof'.