direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Alphen West 2018
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.Abgalphenwest-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening geldt dat een bestemmingsplan niet ouder mag zijn dan 10 jaar. Door een aanstaande wijziging van de Wet ruimtelijke ordening komt deze actualisatieplicht te vervallen. De datum waarop deze wijziging in werking treedt, is nog niet bekend. Aangezien het bestemmingsplan Buitengebied West inmiddels ouder is dan 10 jaar is ervoor gekozen om niet de wetswijziging af te wachten maar een beheersverordening op te stellen voor het gebied van het Buitengebied West. Hiermee wordt het planologisch regime voor dit gebied weer actueel. De overige bestemmingsplannen in het gebied, te weten: bestemmingsplan Maximabrug, Geluidszone Industrieterrein Oude Rijn, Herziening Buitengebied 2010, Bestemmingsplan 2e herziening Buitengebied 2010, en Geluidszone Industrieterrein Heimanswetering, blijven, gezien de recente data van vaststelling, gelden.

1.2 Plangebied

Het verordeningsgebied van de Beheersverordening Buitengebied Alphen West 2018 bestaat uit het gebied zoals aangegeven in afbeelding 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.Abgalphenwest-VA01_0001.png"

Afbeelding 1.1 Plangebied

1.3 Geldende bestemmingsplannen

In het verordeningsgebied zijn 6 bestemmingsplannen van kracht. Hierbij gaat het om het:

- Bestemmingsplan Buitengebied West, vastgesteld op 22 november 1990;

- Bestemmingsplan Maximabrug, vastgesteld door de raad op 25 april 2013;

- Bestemmingsplan Herziening Buitengebied 2010, vastgesteld door de raad op 28 april 2011;

- Bestemmingsplan 2e herziening Buitengebied 2010, vastgesteld door de raad op 30 juni 2011;

- Geluidszone Industrieterrein Heimanswetering, vastgesteld op 13 oktober 2016;

- Bestemmingsplan Geluidzone Industrieterrein Ouder Rijn, vastgesteld op 13 oktober 2016.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.Abgalphenwest-VA01_0002.png"

Afbeelding 1.2 verbeelding geldend bestemmingsplan Buitengebied West

De vijf laatst genoemde bestemmingsplannen maken geen deel uit van deze beheersverordening, aangezien deze nog actueel zijn.

Na vaststelling van het bestemmingsplan zijn nog diverse omgevingsvergunningen verleend die eveneens van toepassing zijn. Wat betreft de uitgebreide Wabo-procedures gaat het hierbij om:

  • Gnephoek 42;
  • Middelweg 5.

1.4 Opzet van de beheersverordening

De beheersverordening bestaat uit een toelichting, planregels en verbeelding.

1.5 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een globale planbeschrijving, hoofdstuk 3 de juridische planbeschrijving en hoofdstuk 4 beschrijft de uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Inleiding

De beheersverordening is een vormvrij alternatief voor een bestemmingsplan waarmee het bestaande recht binnen een gebied opnieuw wordt vastgesteld. Het is niet mogelijk om met een beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiervoor dient met een omgevingsvergunning afgeweken te worden van de beheersverordening, of een nieuw bestemmingsplan vastgesteld te worden. De mogelijkheden om in afwijking van de beheersverordening een ontwikkeling mogelijk te maken zijn daarin niet anders dan de mogelijkheden voor het afwijken van een bestemmingsplan.

Het is niet mogelijk om in de beheersverordening uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden op te nemen, deze zijn namelijk gericht op het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Deze zijn uit het plan geschrapt, zie paragraaf 3.2.

Gelet op het conserverend karakter van de beheersverordening heeft de wetgever het niet wenselijk geacht bezwaar of beroep tegen de verordening mogelijk te maken. Het uitgangspunt is immers dat er geen wijzigingen van de bestaande rechten en plichten uit het voorheen geldende plan plaatsvinden. Van de wettelijke voorgeschreven participatiemogelijkheden kon bij dat bestemmingsplan gebruik gemaakt worden.

2.2 Toelichting bestemmingsplannen

Bestemmingsplan Buitengebied West

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan Buitengebied West, zie afbeelding 1.1 en de bijlagen bij de planregels. Daarnaast gelden de bestemmingsplannen genoemd in par. 1.3. Deze blijven gezien de recente data van vaststelling (niet ouder dan 10 jaar) gelden en worden om die reden hier verder niet besproken.

2.3 Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten zijn voor de beheersverordening in acht genomen:

Bestaand planologisch toegestane gebruik

De Beheersverordening Buitengebied Alphen West 2018 verklaart het toegestaan feitelijk gebruik ten tijde van vaststelling van deze beheersverordening, alsmede nog niet gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden van de hiervoor in artikel genoemde bestemmingsplannen als bestaand gebruik. De bestaande rechten en plichten blijven hierdoor ongewijzigd.

Tijdelijk van aard

Om het planologisch regime voor het gebied actueel te houden, is de beheersverordening ingezet. Tevens wordt hiermee voorkomen dat de legessanctie van artikel 3.1 lid 4 Wro in werking treedt.

2.4 Beleid

Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situatie, is een uitgebreide beleidstoetsing niet noodzakelijk. Uit de beleidstoets blijkt dat de beheersverordening niet in strijd is met rijksbeleid, provinciaal en/of gemeentelijk beleid.

2.5 Omgevingsaspecten

Zoals hiervoor aangegeven maakt de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Voor zover wel sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen, gaat het om ontwikkelingen die ook al in de vigerende bestemmingsplannen zijn geregeld. Voor andere nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen geldt dat daarvoor een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure, moet worden opgestart, inclusief onderzoeksverplichtingen. Gelet op het conserverende karakter van deze beheersverordening is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de uitvoering ervan leidt tot nadelige milieugevolgen. Uitgebreid onderzoek kan hierop dan ook achterwege blijven.

1 Mer

De beheersverordening maakt geen (nieuwe planologische) ontwikkelingen mogelijk die vallen onder categorie C of D. van het Besluit m.e.r. Het doorlopen van een (plan)m.e.r. of m.e.r.-beoordeling is in dat geval op basis van de Wet milieubeheer niet verplicht.

2 Geluid

Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen voorzien ten opzichte van het nu vigerende bestemmingsplan. Akoestisch onderzoek is daarom niet aan de orde.

3 Luchtkwaliteit

Er worden geen nieuwe milieugevoelige bestemmingen voorzien ten opzichte van het nu vigerende bestemmingsplan. Er is dan ook geen sprake van een mogelijk verslechtering van de luchtkwaliteit ten opzichte van de nu geldende planologische situatie.

4 Externe veiligheid 

Er is geen sprake van nieuwe gevoelige functies of een verandering van de populatie ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor vaststelling van de beheersverordening.

5 Bodem

Er is geen sprake van verandering van planologisch gebruik ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan. Bodemonderzoek is in het kader van deze beheersverordening dan ook niet aan de orde. Bij nieuwe initiatieven kan in het kader van de omgevingsvergunning wel bodemonderzoek noodzakelijk zijn.

6 Ecologie

Er is geen sprake van nieuwe planologische ontwikkelingen ten opzichte van het geldende bestemmingplan. Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de vaststelling van de beheersverordening.

7 Archeologie 

Er is geen sprake van nieuwe planologische ontwikkelingen ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de vaststelling van de beheersverordening.

8 Provinciale belangen

Er zijn geen nieuwe voorgenomen ontwikkelingen aan de orde. De beheersverordening is in overeenstemming met de provinciale milieubelangen.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

3.1 Inleidende regels

Artikel 1 van de planregels bevat een algemene bepaling die verklaart dat de voorschriften, regels, en plankaart van de in paragraaf 3.1 genoemde bestemmingsplannen van toepassing zijn, alsmede de nadien verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken. De rechten die voortvloeien uit deze verleende besluiten veranderen niet door het vaststellen van de beheersverordening. In artikel 2 van de regels is een aantal begrippen gedefinieerd die in de beheersverordening worden genoemd. In de van toepassing verklaarde bestemmingsplanregels en voorschriften zijn ook begrippen gedefinieerd. Deze begripsbepalingen blijven van toepassing voor het betreffende bestemmingsplan.

3.2 Bestemmingsregels

Conform de wettelijke beperkingen van de beheersverordening kunnen uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan niet worden opgenomen in de beheersverordening. De van toepassing zijnde bestemmingsplannen kennen geen uitwerkingsplichten maar wel een aantal wijzigigingsbevoegdheden. Deze wijzigingsbepalingen komen in de regels van voorliggende beheersverordening te vervallen. Hiermee bestaan geen belemmeringen om een beheersverordening voor dit plangebied vast te stellen.

3.3 Algemene regels

Parkeerbepaling

Stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de parkeerbepaling) in de bouwverordening vormen geen toetsingskader meer voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen. Bestaande vigerende plannen vallen onder het overgangsrecht, zodat de parkeerbepaling hier wel op van toepassing blijft. De beheersverordening valt echter niet onder dit overgangsrecht. Om die reden is het noodzakelijk in de beheersverordening een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen te toetsen aan het geldende parkeerbeleid. De regeling die is opgenomen, sluit aan bij de regeling van het Parapluplan Parkeren die op 21 september 2017 is vastgesteld.

3.4 Overgangs- en slotregels

De wetgever heeft in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat in de beheersverordening moet worden voorzien in overgangsrecht, zoals dit in artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld. Omdat de beheersverordening in overgangsregels voorziet, vervallen de overgangsregels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied West'.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Economisch

De beheersverordening is conserverend van karakter en verklaart enkel het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Zoals bij een bestemmingsplan met enkel conserverende bestemmingen bestaat ook bij een conserverende beheersverordening geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.

Maatschappelijk

Op grond van de Wro geldt geen verplichte openbare voorbereidingsprocedure voor een beheersverordening waarmee ingezetenen en belanghebbenden betrokken worden bij de besluitvorming. Daarnaast bepaalt de gemeentelijk Inspraakverordening 2016 dat onder andere geen inspraak wordt verleend ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen. Aangezien hiervan sprake is, is geen inspraak verleend.