direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.herz01aandeNoord-2001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het industrieterrein Aan de Noord is gelegen in drie gemeentes (Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht) Het industrieterrein is geluidgezoneerd in het kader van de Wet geluidhinder. Voor het industrieterrein zijn verschillende bestemmingsplannen opgesteld, die de juridische regeling bieden voor de gronden ter plaatse.

In het kader van de geluidzonering op het industrieterrein is het noodzakelijk om de geluidruimteverdeling, waarin de geluidruimte op het terrein per kavel wordt toebedeeld juridisch vast te leggen. Om dit juridisch te borgen dient dit door middel van een bestemmingsplan te worden vastgelegd. In paragraaf 2.2 wordt nader op de nut en noodzaak ingegaan.

Daarnaast wordt de geluidruimteverdeling op het terrein herzien in verband met actuele ontwikkelwensen. Een aantal delen van het terrein wordt gedezoneerd, terwijl een ander deel van het gebied juist deel uit gaat maken van het geluidgezoneerd terrein. Ook worden in dit kader een klein aantal oevercorrecties uitgevoerd. Daarnaast wordt de geluidzone rondom het industrieterrein ook aangepast. Deze zone wordt op een groot deel kleiner en op een klein deel wordt de zone uitgebreid. Om ontwikkelingen in Hendrik-Ido-Ambacht mogelijk te maken is het noodzakelijk om de geluidzone beperkt uit te breiden binnen de gemeente Ridderkerk, dit onder voorwaarde dat er geen verslechtering van het woon- en leefklimaat optreedt. Ook wordt waar mogelijk de geluidzone ter hoogte van woningbouw verkleind (Hendrik-Ido- Ambacht en Albasserdam). Daarmee is ongebruikte geluidruimte niet langer beschikbaar voor industrie beschikbaar maar wordt ter plaatse van woningen een hoger beschermingsniveau tegen industrielawaai geboden.

Omdat het industrieterrein is gelegen in drie verschillende gemeentes worden hiervoor drie aparte parapluherzieningen gemaakt. Omdat deze herzieningen onderling een samenhang kennen is door de gemeentes afgesproken de procedure van deze herzieningen gelijk op te laten lopen en de plannen min of meer gelijktijdig vast te stellen.

De geluidzone behorende bij het industrieterrein is gelegen in vijf verschillende gemeentes, naast Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht ook Ridderkerk en Zwijndrecht. Omdat de aanpak een onderlinge smenhang heeft tussen de verschillende gemeentes en de nut en noodzaak voor de herzieningen gelijk is, is gekozen om één gebiedsonderzoek en één toelichting op te stellen die voor alle gemeentes (nagenoeg) gelijk is. De regels en de verbeelding van de herzieningen is voor elke gemeente wel specifiek opgesteld. Zwijndrecht doet de aanpassing van de geluidzone op het moment van actualisatie van de andere plannen. 

De herziening heeft uitsluitend betrekking op het onderdeel industrielawaai. Voor de overige regels wordt verwezen naar de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen, zoals opgenomen in paragraaf 1.3.

1.2 Ligging plangebied

Het industrieterrein Aan de Noord is gelegen in de gemeentes Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht. Het plangebied is gelegen aan het water de Noord. Tevens maakt de Sophiapolder deel uit van de herziening. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.herz01aandeNoord-2001_0001.jpg"

Figuur 1.1 Ligging plangebied

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Ter plaatse van het plangebied vigeren bestemmingsplannen en beheersverordeningen van vijf verschillende gemeenten. In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen ter plaatse.

Gemeente   Plan   Vastgesteld  
Alblasserdam   Herstelplan Alblasserdam   31 maart 2015  
  Wijzigingsplan Nieuwland Parc 520   01 juni 2015  
Hendrik-Ido-Ambacht   Natuurgebied Crezéepolder   1 decembber 2008  
  De Volgerlanden-Oost   07 november 2011  
  De Volgerlanden West   07 mei 2011  
  Centrum   11 juni 2012  
  Uitwerkingsplan cluster 4.7-4.10 zuid, De Volgerlanden-West   31 januari 2013  
  Industrieterrein Antoniapolder plus   08 juli 2013  
  Sophiapolder   08 juli 2013  
  Veersedijk   08 juli 2013  
  1e partiële herziening Veersedijk   11 mei 2015  
  De Volgerlanden-Oost, uitwerkings- en wijzigingsplan gebied B1   24 augustus 2015  
Papendrecht   Aan de Noord   20 september 2007  
  Industrieterrein Het Nieuwland   23 september 2010  
  Beheersverordening Woongebied   21 maart 2013  
  Slobbengors   10 september 2015  
Ridderkerk   Natuurgebied Crezéepolder   1 december 2008  
  Oostendam   05 november 2014  
  Beheersverordening Rijkswegen en het Oosterpark   12 december 2013  

In de regels van de parapluherziening wordt alleen gerefereerd aan de bestemmingsplannen. Wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen worden geacht na vaststelling onderdeel uit te maken van het moederplan. Het is voor deze parapluherziening dan ook niet nodig deze plannen apart te benoemen. De uitwerkings- en wijzigingsplannen hebben inhoudelijk ook geen wijzigingen aangebracht op het onderdeel industrielawaai.

1.4 Planvorm

De parapluherziening past de vigerende regeling op enkele onderdelen aan. Uit de regels en verbeelding blijkt op welke punten het bestemmingsplan is aangepast. In de herziening zijn dan ook geen complete bestemmingen weergegeven, alleen de wijzigingen zijn beschreven betrekking hebbend op het aspect geluidverdeling en industrielawaai. Voor de volledige regeling wordt verwezen naar de reeds inwerking zijnde bestemmingsplannen (inclusief de onderhavige herziening).

1.5 Planproces

De parapluherziening wordt eerst als voorontwerp opgesteld en zowel ter inzage voor burgers en bedrijven gelegd als toegezonden aan de wettelijke overlegpartners. Daarna zullen de reacties op het voorontwerp worden verwerkt in een ontwerpbestemmingsplan dat vervolgens ter visie wordt gelegd. De eventueel ingekomen zienswijzen worden uiteindelijk verwerkt in een door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan. Voor een beschrijving van proces wordt verwezen naar paragraaf 4.2

1.6 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden komen de achtergronden van deze parapluherziening aan de orde. In hoofdstuk 3 wordt een toelichting gegeven op de juridische vormgeving. Hoofdstuk 4 gaat ten slotte in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Achtergronden

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de achtergronden van de herziening beschreven. Hierbij wordt ingegaan op de nut en noodzaak van het opnemen van een regeling ter verdeling van de geluidruimte. Vervolgens wordt ingegaan op de aanpassingen op de geluidzone en het gezoneerde industrieterrein. Ook worden in dit hoofdstuk de beleids- en sectorale aspecten aangestipt, waarbij het onderdeel industrielawaai het belangrijkste onderdeel is. In Hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de wijzigingen in de vigerende bestemmingsplannen en hoe de akoestische situatie is vastgelegd in deze parapluherziening.

2.2 Geluidruimteverdeling

Het eerste doel van de herziening is het vastleggen van de beschikbare geluidruimte op het industrieterrein en de doelmatige verdeling hiervan. De geluidruimteverdeling op het industrieterrein Aan de Noord is momenteel vastgelegd in het zonebeheerplan met het bijbehorende zonebeheermodel. De geluidruimte in het model is hierbij verdeeld op basis van de vergunde rechten van de bedrijven en de reserveringen voor nieuwe activiteiten. Het zonebeheerplan werd voorheen gebruikt als toetsingskader bij de milieuvergunning voor het aspect geluid. Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de milieuvergunning Puinrecycling Nijmegen B.V. (201008546/1/M1) blijkt dat een omgevingsvergunning voor milieu niet kan worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan het zonebeheerplan. De eerder gereserveerde geluidruimte is daarmee vrij beschikbaar. Zowel de optimale ontwikkeling van het industrieterrein als die van individuele bedrijven kan hierdoor worden gefrustreerd.

Om toch te kunnen beschikken over een juridisch houdbare geluidruimteverdeling voor een gezoneerd industrieterrein kan deze worden opgenomen in een bestemmingsplan. Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het bestemmingsplan Oosteind in Papendrecht (201308203/1/R3) blijkt dat de geluidruimteverkaveling ruimtelijk relevant is en kan worden opgenomen in het bestemmingsplan.

Om het risico van een ondoelmatige ontwikkeling op het industrieterrein Aan de Noord uit te sluiten worden de onderliggende bestemmingsplannen herzien voor wat betreft de geluidruimteverdeling. In de herziening wordt, op basis van een akoestisch onderzoek, de beschikbare geluidruimte toegedeeld aan de gronden. Hiervoor is het industrieterrein onderverdeeld in verschillende akoestische gebiedseenheden. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in paragraaf 2.6.

2.3 Geluidgezoneerd industrieterrein

Het tweede doel van de herziening is het aanpassen van het geluidgezoneerd industrieterrein en de bijbehorende zone. In januari 2015 heeft de gemeente samen met de omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid de knelpunten van het bestaande gezoneerde industrieterrein Aan de Noord geïnventariseerd. Op basis van deze inventarisatie is gekeken naar het meest optimale ontwikkelingsscenario voor Aan de Noord. Uitgangspunt dat hierin is gehanteerd is 'Ruimte maken daar waar kan en bescherming bieden daar waar moet'.

De herziening van de geluidruimte op het industrieterrein is noodzakelijk om nieuwe industriële ontwikkelingen op het terrein mogelijk te maken. Onvoldoende geluidruimte op vrije kavels gelegen in Hendrik-Ido-Ambacht en Alblasserdam levert een beperking op voor de vestiging van (watergebonden) industriële bedrijvigheid binnen de voor dit gebied voorziene ontwikkeling tot maritiem cluster.

Om de extra ruimte in de geluidzone mogelijk te maken wordt ter hoogte van Oostendam in Ridderkerk de geluidzone uitgebreid. Hierdoor komen circa 15 woningen binnen de zone te liggen. Hierdoor wordt extra geluidruimte geboden aan de nog te ontwikkelen kavels aan de noordzijde van het industrieterrein.

Om ruimte te kunnen bieden aan het industrieterrein wordt aan de oostzijde een deel van het terrein gedezoneerd. Op dit deel van het terrein liggen momenteel geen Wgh-inrichtingen. Hierdoor ontstaat voor de bestaande Wgh-inrichtingen op het terrein meer geluidruimte in oostelijke richting, waar zich minder woningen bevinden.

Aan de zuidzijde van het terrein wordt het industrieterrein gedezoneerd, waardoor aan deze zijde een groot deel van de geluidzone kan worden verkleind.

In figuur 2.1 zijn de wijzigingen van het terrein en de zone weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.herz01aandeNoord-2001_0002.png"Figuur 2.1 Aanpassing industrieterrein en geluidzone Aan de Noord

2.4 Beleidsaspecten

In deze paragraaf worden de diverse beleidsdocumenten van het Rijk, provincie en de gemeente in het kort beschreven. De wijzigingen die worden voorgestaan met deze herziening zijn niet van dusdanige aard dat deze wijzigingen leiden tot een wezenlijk ander plan. De herziening past binnen deze beleidsdocumenten.

2.4.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Barro

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. De doelen uit de structuurvisie en de genoemde belangen uit het Barro zijn wel van belang maar gezien de regeling die deze herziening beoogt, hebben ze vrijwel geen consequenties.

Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6 Bro)

Belangrijk uitgangspunt van het Bro is de toepassing van de zogenaamde 'duurzaamheidsladder' (artikel 3.1.6. van het Bro). Via de duurzaamheidsladder stimuleert het Rijk de herstructurering van bestaand stedelijk gebied om de ontwikkeling van nieuwe terreinen te verminderen. Dit draagt bij aan economische dynamiek, zorgvuldig gebruik van ruimte en infrastructuur en behoud van de leefbaarheid van het stedelijk en landelijk gebied.

De ladder heeft betrekking op nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Deze herziening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Toetsing aan de ladder kan daarbij achterwege blijven.

2.4.2 Provinciaal beleid

Visie Ruimte en Mobiliteit (2014)

De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting van de ruimte in Zuid-Holland. De Visie ruimte en mobiliteit (VRM), vastgesteld op 9 juli 2014, geeft op hoofdlijnen sturing aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer.

Hoofddoel van de VRM is het scheppen van voorwaarden voor een economisch krachtige regio. Dat betekent: ruimte bieden om te ondernemen, het mobiliteitsnetwerk op orde en zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. De herziening past binnen deze visie. Deze legt de geluidruimte van het industrieterrein per kavel vast, zodat er ruimte blijft om te ondernemen.

Verordening ruimte

In deze verordening zijn specifieke eisen gesteld waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Het plangebied ligt binnen het bestaand stedelijk gebied. De verordening stuurt op krachtige industrieterreinen. Met deze herziening wordt de bestaande geluidruimte voor het bedrijventerrein vastgelegd. Verder maakt deze herziening geen ontwikkelingen mogelijk en past deze daarmee binnen de Verordening ruimte.

2.4.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Alblasserdam 'bedrijvig Hollands dorp'

In 2015 is de nieuwe structuurvisie voor Alblasserdam vastgesteld. In deze structuurvisie zet de gemeente haar ruimtelijke koers uit en geeft ze haar ambities voor de toekomst aan. In de structuurvisie ligt het accent meer op het profiel, ambitie en ontwikkelstrategie. Hiermee is een visie die als magneet kan fungeren voor het richten van initiatieven van particulieren en overheden. En een visie die aangeeft welke ruimte de gemeente geeft aan initiatieven en welke rol zij daarin voor zichzelf ziet.

De gemeente heeft de ambitie om een dorp te zijn met een menselijke maat, waar aangenaam wonen en ruimte voor ontmoeting vanzelfsprekend zijn. Alblasserdam koestert het groene en dorpse karakter, de hechte sociale infrastructuur en het voorzieningenniveau. De economische kracht zit in de marktplaatsfunctie die Alblasserdam vanouds door haar ligging heeft en in de samenwerking met haar omgeving. De gemeente wil vanuit de basis van netwerken, faciliteren, kansen zien, flexibiliteit en ruimte geven, zich richten op een veilige en duurzame toekomst.”

2.5 Sectorale aspecten

In de vigerende bestemmingsplannen is reeds voor alle sectorale aspecten uitgebreid beschreven wat de huidige situatie is. Deze beschrijving wordt (met uitzondering van het aspect industrielawaai) ook voor deze herziening nog actueel geacht. De wijzigingen die deze herziening voorstaat ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen zijn niet van dergelijke aard dat deze wijzigingen leiden tot andere conclusies dan reeds in de vigerende bestemmingsplannen zijn opgenomen. De herziening past binnen de huidige sectorale wet- en regelgeving.

2.6 Industrielawaai

Beleid en normstelling

Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrieterreinen, waarop hoofdzakelijk inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen – ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht. Rondom deze industrieterreinen dient een geluidzone te worden vastgesteld en vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.

Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Wanneer er voor een locatie binnen de zone industrielawaai wordt aangetoond dat de geluidbelasting onder de 50 dB(A) ligt, is de bouw van geluidgevoelige functies op die locatie toegestaan. Bij een geluidbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld tot maximaal 55 dB(A).

Bij de realisatie van een gezoneerd industrieterrein dient uiteraard ook rekening gehouden te worden met de (geluidbelasting op de) omliggende woningen.

Onderzoek 

Geluidruimteverdeling

Bij wijziging van bedrijfsactiviteiten of nieuwvestiging op het industrieterrein wordt getoetst of hiervoor geluidruimte is. Dit zogenaamde zonebeheer is door de gemeente in het verleden vastgelegd in een zonebeheerplan. Het zonebeheerplan werd gebruikt als toetsings- en sturingsinstrument voor geluidruimteverdeling. De toetsing vond plaats in het traject van de milieuvergunning. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) acht het borgen van geluidruimteverdeling in een bestemmingsplan noodzakelijk. Daarom is er nu voor gekozen de geluidruimte direct vast te leggen op de verbeelding en in de regels. Hiervan heeft de ABRvS recent geoordeeld dat dit ruimtelijk relevant en aanvaardbaar is.

In het kader van de herziening van de geluidruimte en de borging van de geluidruimteverdeling zijn verschillende akoestische onderzoeken uitgevoerd. Het zogenoemde verkavelingsonderzoek is opgenomen in Bijlage 1. Hierin wordt verwezen naar eerder uitgevoerd onderzoek, of zijn relevante onderdelen daarvan opgenomen in de bijlagen bij het rapport. Dit onderzoek is de basis voor het bestemmingsplan.

In deze herziening wordt geluidverkaveling toegepast om de geluidruimte te verdelen tussen de bedrijven op het gezoneerd industrieterrein. Geluidruimte wordt in het bestemmingsplan toegekend aan zogenaamde akoestische gebiedseenheden (hierna: AGE's ). De geluidruimte wordt per AGE uitgedrukt in geluidproductie (emissie) en/of geluidbelasting (immissie) en vastgelegd op de verbeelding en in de regels (zie hiervoor ook de toelichting op de juridische regeling in Hoofdstuk 3).

Begrippen in het akoestisch onderzoek

Akoestische gebiedseenheid
Een (deel van een) bedrijfsperceel waarop geluidproducerende bedrijven zijn toegestaan. In het bestemmingsplan is gekozen voor de term akoestische gebiedseenheid, zodat er geen onduidelijkheid kan ontstaan over de begrenzing hiervan. Dit omdat de begrenzing van een akoestische gebiedseenheid niet altijd de exacte begrenzing van het bedrijfsperceel omvat, of omdat een akoestische gebiedseenheid meerdere percelen betreft, bijvoorbeeld in het geval van bedrijfsverzamelgebouwen. Daarnaast kunnen percelen in de loop van de tijd wijzigen, bijvoorbeeld bij splitsing of samenvoeging van percelen. De begrenzing van een akoestische gebiedseenheid kan uitsluitend door middel van een bestemmingsplanwijziging worden gewijzigd.

Geluidemissie
Geluidemissie is de productie van geluid op een bepaald perceel. In het bestemmingsplan is de totale geluidproductie van een bedrijf teruggerekend naar de geluidemissie per m2.

Geluidimmissie
De geluidimmissie is de geluidbelasting op de geselecteerde toetspunten. Voor de verschillende akoestische gebiedseenheden is per toetspunt de geluidimmissie berekend, zodanig dat de gecumuleerde geluidbelasting van alle akoestische gebiedseenheden niet meer bedraagt dan de zonegrenswaarde of de vastgestelde MTG's voor woningen.

Geluidverkaveling
Door middel van geluidverkaveling wordt de beschikbare geluidruimte binnen de geluidzone over de verschillende bedrijfspercelen verdeeld.

Toetspunten
Ter bewaking van de geluidzone om het industrieterrein zijn een aantal punten geselecteerd, waarop de gecumuleerde geluidbelasting (geluidimmissie) de zonegrenswaarde of de vastgestelde MTG's voor woningen niet mag overschrijden. Ter bewaking van de geluidruimteverdeling is een aantal toetspunten geselecteerd op de zone of ter plaatse van woningen waar een MTG of hogere waarde is vastgesteld.  

Een AGE bestaat uit het perceel of de percelen met bijbehorend oppervlak in m2 waarop het bedrijf (of de bedrijven bijvoorbeeld in geval van een bedrijfsverzamelgebouw) zijn vergunde activiteiten uitoefent. Bij dit industrieterrein is tevens sprake van vergunde geluidbronnen op het water. De geluidbronnen op het water zijn in het akoestisch rapport toegerekend aan een AGE (het water zelf behoort niet tot de AGE). Zie voor de exacte informatie over de AGE's ook hoofdstuk 3 van het akoestisch onderzoek.

Op basis van de akoestische informatie en de begrenzing van de AGE's is vervolgens de geluidemissie per AGE berekend. Dit is de geluidruimte in dB(A)'s/m2 voor de dagperiode, avondperiode en nachtperiode. Deze geluidemissie voor de dag-, avond- en nachtperiode is zichtbaar vastgelegd op de verbeelding.

Per AGE geldt een maximale geluidimmissie op deze geselecteerde toetspunten. De selectie van de toetspunten bevat een aantal wettelijke zonebewakingspunten en bewakingspunten op woningen waarvoor in het verleden hogere waarden zijn vastgesteld. De geselecteerde toetspunten waarborgen dat de geluidruimteverdeling op Aan de Noord of de wijziging daarvan, niet leidt tot een overschrijding van de grenswaarden.

Uit het onderzoek blijkt dat een immissiebijdrage op één of meer toetspunten van 15 dB(A) etmaalwaarde of minder geen relevante bijdrage heeft op de totale geluidbelasting. Dit betekent dat voor een AGE die niet meer dan 15 dB(A) etmaalwaarde op een toetspunt veroorzaakt op basis van de regels een maximale geluidsimmissie van 15 dB(A) geldt.

Aanpassingen geluidzone en geluidgezoneerd industrieterrein

Het akoestisch onderzoek gaat ook in op de gevolgen van de aanpassingen van het geluidgezoneerd industrieterrein en de samenhangende wijzigingen van de geluidzone. De aanpassingen van het geluidgezoneerd industrieterrein leiden op een groot deel van de geluidzone tot een verkleining van de zone. Met name aan de zuidzijde van het industrieterrein wordt de zone flink verkleind. Ter hoogte van Oostendam wordt de zone verruimd, zodat meer ruimte geboden kan worden aan de te ontwikkelen kavels aan de noordzijde van het industrieterrein.

Geluidruimte die al korte of langere tijd niet meer gebruikt wordt, wordt nu blijvend uitgesloten, waardoor hier de zone kan worden verkleind. Door de herschikking van de geluidruimte, ontstaat er een beperkte ontwikkelingsruimte voor Aan de Noord, dat een kleine uitbreiding van de geluidzone als gevolg heeft.

Bij de zoneverruiming zijn twee voorwaarden van toepassing:

  • de zoneverruiming blijft beperkt tot de strikt noodzakelijk geluidruimte die nodig is voor de gewenste ontwikkelingen op Aan de Noord.
  • Het woon- en leefklimaat van de bewoners in Ridderkerk mag niet onevenredig nadelig worden beïnvloed.

Door de aanpassing van de zone komen circa 15 woningen aan de Damstraat binnen de zone te liggen. De geluidbelasting op deze woningen zal toenemen van 49-50 dB(A) tot circa 50-51 dB(A), waarbij een maximale geluidbelasting van 55 dB(A) als toelaatbaar wordt geacht. Voor de woningen worden hogere waarden vastgesteld. Hiervoor zal nog nader onderzoek per woning worden gedaan.

Conclusie

Door het vaststellen van de geluidemissie per m2 per AGE en een geluidimmissie per AGE in deze parapluherziening is met in achtneming van de wettelijke grenswaarden en de vergunde situatie bij de bedrijven een optimale geluidruimteverdeling op het industrieterrein gewaarborgd.

Om de gewenste ontwikkelingen op Aan de Noord mogelijk te maken, wordt de geluidzone aangepast. Dit leidt ertoe dat 15 woningen aan de Damstraat in Ridderkerk binnen de zone komen te liggen. Voor deze woningen worden hogere waarden vastgesteld. In grote delen van Hendrik-Ido-Ambacht en Alblasserdam worden tientallen woningen blijvend beschermd tegen industrielawaai.

Ter plaatse van alle woningen binnen de zone is sprake van een akoestisch aanvaardbaar klimaat vanwege industrielawaai.

Hoofdstuk 3 Inhoud van de herziening

3.1 Inleiding

Zoals blijkt uit Hoofdstuk 2 heeft een zonebeheerplan als toetsingsinstrument voor vergunningverlening onvoldoende juridische grondslag. Daarom is het noodzakelijk om de geluidruimte op gezoneerde industrieterreinen ook in het bestemmingsplan vast te leggen. De herziening heeft dan ook als doel om de geluidruimte voor het Industrieterrein Aan de Noord vast te leggen en de nieuwe geluidzone te regelen. In dit hoofdstuk wordt de opzet van de regeling en de bijbehorende aanpassingen in de vigerende bestemmingsregels toegelicht.

3.2 Opzet van de regeling

Geluidruimteverdeling

In het akoestisch onderzoek is het industrieterrein opgedeeld in verschillende akoestische gebiedseenheden. Deze gebiedseenheden komen over het algemeen overeen met het bedrijfsperceel van de aanwezige bedrijven. Deze akoestische gebiedseenheden zijn in de herziening apart aangeduid door middel van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid'. De akoestische gebiedseenheden op het hele industrieterrein zijn genummerd van 1 tot 181 en opgenomen op de verbeelding.

Per akoestische gebiedseenheid is in het akoestisch onderzoek de geluidemissie berekend. In het bestemmingsplan is deze geluidemissie per akoestische gebiedseenheid vastgelegd. Hiervoor zijn op de verbeelding de waarden voor de dag-, avond- en nachtemissie per akoestische gebiedseenheid opgenomen.

Ter bewaking van de geluidzone zijn in het akoestisch onderzoek toetspunten op de zone en op specifieke locaties gekozen. Voor deze geselecteerde toetspunten is voor elke akoestische gebiedseenheid de maximale geluidimmissie berekend. Een geluidimmissie van 15 dB(A) of lager, zo blijkt uit het akoestisch onderzoek, levert geen relevante geluidimmissie op voor het toetspunt en kan daarmee buiten beschouwing worden gelaten.

De regeling zoals opgenomen in de herziening gaat uit van een drie-traps-regeling. Vanwege de toetsbaarheid en de leesbaarheid voor de bedrijven is voor elke akoestische gebiedseenheid de maximale geluidemissie opgenomen. Hiermee is het grootste deel van de geluidruimte op het bestemmingsplan verdeeld.

Het kan echter zo zijn dat de geluidemissie van een akoestische gebiedseenheid hoger ligt dan de maximale geluidemissie zonder dat de maximale geluidimmissie op de toetspunten wordt overschreden. Voor deze situaties is een regeling opgenomen die het mogelijk maakt om bij recht, dus direct, een hogere geluidemissie toe te staan, mits dit niet leidt tot een overschrijding van de maximaal toelaatbare geluidimmissie op de toetspunten. Hiermee is dit deel van de flexibele ruimte in de geluidzone bij recht direct mogelijk.

Als laatste trap van de regeling is in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om de maximale geluidimmissie op de toetspunten te wijzigen, mits dit niet leidt tot een overschrijding van de geluidzone en de geluidbelasting op het toetspunt een dergelijke wijziging toelaat. Door middel van deze wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om ook de laatste flexibele ruimte in de geluidzone uit te kunnen geven.

Bij de berekening van de geluidemissie per akoestische gebiedseenheid en de geluidimmissie op de geselecteerde toetspunten is rekening gehouden met de reeds aanwezige bebouwing. Overwogen is om in verband hiermee een sloopregeling op te nemen in de planregels. Dit blijkt niet nodig te zijn in het plangebied, omdat eventuele sloop van eerstelijnsbebouwing niet leidt tot overschrijding van maximale geluidwaarden op de toetspunten.

Ten slotte is in de regeling een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de akoestische gebiedseenheden en de bijbehorende geluidemissies kunnen worden gewijzigd. Deze wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast bij de splitsing of samenvoeging van verschillende akoestische gebiedseenheden, bijvoorbeeld bij de aan- of verkoop van bedrijfspercelen.

Gezoneerd industrieterrein en geluidzone

Voor het gezoneerd industrieterrein is ervoor gekozen om alleen de nieuwe begrenzing op te nemen. Binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan en deze herziening is ook geregeld dat voor de gedezoneerde delen van het industrieterrein de vestiging van Wgh-inrichtingen niet meer is toegestaan. Voor de beperkte uitbreiding van het gezoneerd terrein is in de herziening een de regel opgenomen dat ter plaatse Wgh-inrichtingen zijn toegestaan.

Voor de aanpassing van de geluidzone is ook alleen de nieuwe zone opgenomen. Hiermee is de nieuwe geluidzone vastgelegd. Dit houdt daarmee indirect in dat voor de gronden waar de aanduiding 'geluidzone - industrie' niet is gelegen de geluidzone niet langer meer aanwezig is. In de regels is daarbij opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geluidgevoelige objecten niet zijn toegestaan.

3.3 Aanpassing in de regels

In de regels is opgenomen dat de regels van de vigerende bestemmingsplannen overeenkomstig van toepassing zijn. Deze regels worden op een aantal punten gewijzigd, dan wel aangevuld. Bij het opstellen van de regeling is in de regels rekening gehouden met de reeds aanwezige regels in het moederplan. Het kan zijn dat in sommige bestemmingsplannen enkele regels niet hoeven te worden toegevoegd, omdat ze reeds daarin zijn opgenomen. Deze regels worden dan niet nog eens opgenomen in deze herziening.

Begrippen

In de begrippen worden enkele relevante begrippen toegevoegd, die verband houden met de nieuwe regeling.

Algemene gebruiksregels

Geluidruimteverdeling

In de regels van de herziening worden nieuwe gebruiksregels opgenomen. In de regels is opgenomen dat binnen de akoestische gebiedseenheid de geluidemissie voor de dag-, avond en nachtperiode in dB(A)/m2 niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is bepaald.

Daarnaast is in de bijlage bij de regels opgenomen dat de geluidimmissie per gebiedseenheid

op de geselecteerde toetspunten niet meer mag bedragen dan in de tabel uit Bijlage 1 van de regels. Tevens is bepaald dat in geval van een maximale geluidimmissie lager dan 15 dB(A) etmaalwaarde een maximale geluidimmissie van 15 dB(A) geldt. Ook is aangegeven dat een hogere geluidemissie is toegestaan, mits de geluidimmissie niet wordt overschreden. Ten slotte is het gebruik van de gronden door inrichtingen niet toegestaan indien dit leidt tot een hogere geluidemissie of geluidimmissie zoals in het artikel is aangegeven.

Aanpassingen gezoneerd industrieterrein

Ten behoeve van de uitbreiding van het gezoneerd industrieterrein is opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' Wgh-inrichtingen zijn toegestaan. Daarnaast is opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen zijn toegestaan.

Algemene wijzigingsregels

In de herziening wordt een nieuw lid toegevoegd aan de wijzigingsregels, hiermee is het mogelijk het bestemmingsplan te wijzigen en de maximum geluidimmissie voor de toetspunten te veranderen. Ook kan met de wijzigingsbevoegdheid de maximale geluidimmissie op de toetspunten zowel te verhogen of te verlagen. Hierbij mag er geen overschrijding van de geluidzone plaatsvinden en mogen de belangen van andere inrichtingen op het terrein niet onevenredig worden geschaad. Uit akoestisch onderzoek moet blijken dat:

  • de geluidbelasting op de toetspunten een verruiming toelaat;
  • ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken en een uit oogpunt van milieuhinder optimale terreinindeling, een grotere geluidimmissie noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidimmissie te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden.

De bestaande bedrijfssituatie wordt in de afweging betrokken.

Daarnaast is het ook mogelijk om de akoestische gebiedseenheden, alsmede de aanduidingen voor de geluidemissies te wijzigen. Ook hierbij dient er geen overschrijding van de geluidzone plaats te vinden.

Overgangsrecht

In de parapluherziening is overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht heeft alleen betrekking op de regeling van deze parapluherziening. Voor de overige regels geldt het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in de vigerende bestemmingsplannen.

3.4 Aanpassing op de verbeelding

Op de verbeelding is op de bedrijfskavels een nieuwe aanduiding gelegd: 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid'. Binnen het industrieterrein zijn meerdere akoestische gebiedseenheden gelegen. In principe heeft elk bedrijfskavel zijn eigen akoestische gebiedseenheid. Voor bedrijfsverzamelgebouwen is één akoestische gebiedseenheid opgenomen. Binnen deze gebiedseenheid dienen de bedrijven in het bedrijfsverzamelgebouw gezamenlijk aan de voorwaarden in de parapluherziening te voldoen.

Per gebiedseenheid is daarnaast op de verbeelding de maximale geluidemissie opgenomen voor de dag-, avond- en nachtperiode.

Daarnaast is op de verbeelding bij de herziening ter plaatse van het geluidgezoneerd industrieterrein de aanduiding 'Overige zone - gezoneerd industrieterrein' opgenomen. Op de gronden buiten het gezoneerd industrieterrein en binnen de geluidzone is de aanduiding 'geluidzone - industrie' opgenomen, waarmee de nieuwe geluidzone wordt vastgeleged. Dit houdt daarmee indirect in dat voor de gronden waar de gewijzigde aanduiding 'geluidzone - industrie' niet is gelegen de geluidzone niet langer meer aanwezig is.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De parapluherziening is als voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de verschillende overlegpartners. Deze zijn in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een overlegreactie. Het voorontwerpbestemmingsplan is tevens onderwerp geweest van inspraak. De ontvangen reacties zijn samengevat en beantwoord in een Nota inspraak en overleg (zie bijlage 2).

Daarnaast is tijdens de inspraaktermijn voor de bedrijven op het industrieterrein een informatieavond georganiseerd.

Het ontwerpbestemmingsplan wordt ter inzage gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid wordt gesteld tot het indienen van een zienswijze. De eventueel binnengekomen zienswijzen worden samengevat en beantwoord in een Nota Zienswijzen, waarna het bestemmingsplan zal worden vastgesteld.