direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.herz01aandeNoord-1001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0482.herz01aandeNoord-1001 van de gemeente Alblasserdam.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Overig

2.1 Regels vigerend bestemmingsplan

De regels van het onderstaande bestemmingsplan met identificatienummer zijn op dit plan van overeenkomstige toepassing en worden als volgt gewijzigd:

Plannaam   identificatienummer  
Herstelplan Alblasserdam   NL.IMRO.0482.bpherstelplan083-vg01  

2.2 Begrippen

Aan het bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam' worden aan Artikel 1 Begrippen de onderstaande begrippen toegevoegd:

1.31 akoestische gebiedseenheid

een op de verbeelding aangegeven deel van een industrieterrein waarvan de beschikbare geluidruimte is uitgedrukt in een maximale geluidemissie.

1.32 best beschikbare technieken

best beschikbare technieken, als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.33 geluidemissie

geluidemissie van een kavel of akoestische gebiedseenheid uitgedrukt als bronvermogen per vierkante meter, als Lw per m2, uitgedrukt in dB(A)/m2.

1.34 geluidruimte

een aan een akoestische gebiedseenheid toegekende maximale geluidemissie en/of -immissie.

1.35 grenswaarde

de vastgestelde of geldende ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, zoals:

  • de toelaatbare geluidbelasting van 50 dB(A) op de buitenste zonegrens;
  • de vastgestelde maximaal toelaatbare grenswaarde op een MTG-punt;
  • de vastgestelde hogere waarde voor een woning binnen de zone;
  • de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor de overige woningen binnen de zone.

1.36 geluidimmissie

de geluidbelasting op een toetspunt ten gevolge van de geluidemissie afkomstig van een akoestische gebiedseenheid.

1.37 (relevante) immissiebijdrage

een geluidbelasting die leidt tot een geluidbelasting op een toetspunt van minder dan 15 dB(A) onder de grenswaarde.

1.38 toetspunt

een beoordelingspunt (tevens immissiepunt in de zin van artikel 2.1 van het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012) gelegen op of binnen een geluidzone als bedoeld in artikel 40 Wet geluidinder of een bij besluit vastgestelde maximale of ten hoogste toelaatbare (grens)waarde of hogere toelaatbare geluidbelasting bij of krachtens de Wet geluidhinder.

2.3 Geluidruimteverdeling
2.3.1 Algemene gebruiksregels

Aan Artikel 59 Algemene gebruiksregels wordt het volgende artikel toegevoegd:

59.2 Geluidruimteverdeling

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 4, 6 t/m 13, 43, 45 t/m 57, 63, t/m 78, 129, 130, 132, 135, 137t/m 145, 174 t/m 176 en 181' gelden tevens de volgende regels:

  • a. de geluidemissie per akoestische gebiedseenheid mag niet meer bedragen dan:
    • 1. in de dagperiode: de ter plaatse van de aanduiding 'dag: maximum geluidemissie in dB(A)/m2' de aangegeven geluidemissie in dB(A)/m2;
    • 2. in de avondperiode: de ter plaatse van de aanduiding 'avond: maximum geluidemissie in dB(A)/m2 ' de aangegeven geluidemissie in dB(A)/m2;
    • 3. in de nachtperiode: de ter plaatse van de aanduiding 'nacht: maximum geluidemissie in dB(A)/m2 ' de aangegeven geluidemissie in dB(A)/m2;
  • b. de geluidimmissie in de dag-, avond- en nachtperiode mag per akoestische gebiedseenheid niet meer bedragen dan de geluidimmissie op de toetspunten zoals zijn aangegeven in Bijlage 1;
  • c. indien de geluidimmissie in Bijlage 1 minder bedraagt dan 15 dB(A) etmaalwaarde, geldt een maximale geluidimmissie van 15 dB(A) etmaalwaarde;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder sub a is een hogere geluidemissie toegestaan indien de maximum geluidimmissie zoals bedoeld in sub b en c niet wordt overschreden;
  • e. binnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 57' is het navolgende gebruik niet toegestaan: het gebruik van de gronden door inrichtingen voor zover dit gebruik een grotere geluidemissie en/of geluidimmisisie tot gevolg heeft dan is aangegeven in de voorgaande subleden.

59.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

59.2.1 Sloopverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - sloopverbod' te slopen.

59.2.2 Uitzonderingen op het sloopverbod

Het verbod van lid 59.2.1 is niet van toepassing, indien het bouwwerken betreft waarvan:

  • a. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
  • b. de bouwhoogte meer bedraagt dan 4 m, maar de betreffende bouwwerken geen geluidwerende functie hebben.

59.2.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 59.2.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat de sloop van het bouwwerk geen toename van de geluidbelasting geeft op de geluidzone of op de toetspunten, of;
  • b. zekerheid is verkregen dat na de sloop geluidafschermende voorzieningen worden gerealiseerd waardoor de geluidbelasting op de geluidzone gelijk blijft of afneemt.

Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden om het bepaalde onder 59.2.3 onder b zeker te stellen.

2.3.2 Wijzigingsregels

Aan artikel 62 Algemene wijzigingsregels wordt een nieuw lid toegevoegd luidende:

62.3 Wijzigingsbevoegdheid geluidruimte

  • a. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de maximum geluidimmissie voor de toetspunten als bedoeld in artikel 59.1 sub b te veranderen onder de volgende voorwaarden:
    • 1. er geen overschrijding van de geluidzone plaatsvindt;
    • 2. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
      • de geluidbelasting op de toepasselijke toetspunten verruiming toelaat;
      • ondanks toepassing van de best beschikbare technieken en een uit oogpunt van milieuhinder optimale terreinindeling, een grotere geluidimmissie noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidimmissie te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden;
    • 4. er geen overige milieutechnische belemmeringen zijn.
  • b. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de akoestische gebiedseenheden te wijzigen die zijn aangegeven met de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 4, 6 t/m 13, 43, 45 t/m 57, 63, t/m 78, 129, 130, 132, 135, 137t/m 145, 174 t/m 176 en 181', alsmede de aanduidingen 'dag: maximum geluidemissie in dB(A)/m2', 'avond: maximum geluidemissie in dB(A)/m2' en 'nacht: maximum geluidemissie in dB(A)/m2', rekening houdende met de toepasselijke toetspunten en onder de volgende voorwaarden:
    • 1. er geen overschrijding van de geluidzone plaatsvindt;
    • 2. er geen overige milieutechnische belemmeringen zijn.
2.4 Bijlage bij de regels

Aan de bijlage bij de regels wordt een nieuwe bijlage toegevoegd, zoals is opgenomen in Bijlage 1.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 3 Overgangsrecht

3.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam'.