direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Nieuwland Parc 520
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.bpwtnwparc520086-on01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Planbeschrijving en doel wijzigingsplan

Aanleiding voor het opstellen van voorliggend wijzigingsplan is het voornemen om op een bestaand parkeerterrein een truckparking voor voertuigen met gevaarlijke stoffen te realiseren. Dit parkeerterrein is gelegen op de inrichting van Maat-Groep. De gevaarlijke stoffen zullen in de regel bestaan uit brandbare vloeistoffen en brandbare gassen. Door het stallen van trucks met gevaarlijke stoffen zal deze inrichting een zogenaamde Bevi-inrichting worden.

De truckparking voor gevaarlijke stoffen past binnen de wijzigingsbevoegdheid van het vigerend bestemmingsplan die het mogelijk maakt risicovolle inrichtingen toe te staan. De gemeente is voornemens medewerking te verlenen aan dit initiatief, mits voldaan wordt aan een goede ruimtelijke ordening. Dit wijzigingsplan is conform de wijzigingsbevoegdheid opgesteld en voorziet in een goede ruimtelijke ordening.

1.2 Plangebied

Het plangebied is gelegen aan de Nieuwland Parc 520 te Alblasserdam. Het plangebied ligt hiermee op het industrieterrein 'Nieuwland' (zie figuur 1.1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.bpwtnwparc520086-on01_0001.png"

Figuur 1.1 ligging plangebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

1.3.1 Bestemmingsplan 'Werkgebied'

Ter plaatse van het plangebied vigeert bestemmingsplan 'Werkgebied' welke is vastgesteld op 26 november 2013. Aan het plangebied is de bestemming 'Bedrijventerrein' toegekend, waarbinnen bedrijfsactiviteiten tot en met bedrijfscategorie 3.2 zijn toegestaan (zie figuur 1.2 voor een uitsnede van de verbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.bpwtnwparc520086-on01_0002.png"

Figuur 1.2 Uitsnede plankaart bestemmingsplan 'Werkgebied'.

Op basis van deze bestemming zijn geen risicovolle inrichtingen toegestaan. De toegekende bestemming voorziet echter wel in een wijzigingsbevoegdheid. Deze wijzigingsbevoegdheid geeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om, door middel van dit wijzigingsplan, risicovolle inrichtingen ter plaatse toe te staan.

De opgenomen wijzigingsbevoegdheid is als volgt:

3.6.2 Wijzigingsbevoegdheid voor risicovolle inrichtingen

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor de deelgebieden Hoogendijk en Nieuwland (plangebied voorzover ten zuiden van de Rijksweg A15 gelegen), met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig te wijzigen dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing - de afstand, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Bevi jo artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen:
    • 1. binnen het perceel van de risicovolle inrichting en/of;
    • 2. op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' of 'Water';
  • b. in de toelichting bij het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting

Toetsing aan de wijzingingsregels

  • De gronden waar dit wijzigingsplan betrekking op heeft liggen ten zuiden van de Rijksweg A15;
  • de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico en afstand liggen in zijn geheel binnen het perceel van de risicovolle inrichting.
  • In paragraaf 2.1 wordt een verantwoording gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.

1.3.2 Herstelplan Alblasserdam

Voor het stedelijk gebied van de gemeente Alblasserdam vigeert een groot aantal bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen. Het is wenselijk om die plannen op onderdelen aan te passen. De aanpassingen betreffen onder meer het doorvertalen van nieuw beleid, het verbeteren- verduidelijken van regels en het verwerken van wijzigingen op locatie- perceelniveau om de planologische situatie beter aan te sluiten op de feitelijke situatie. Hiervoor is momenteel het 'Herstelplan Alblasserdam' in voorbereiding.

Het herstelplan heeft voor het plangebied echter geen planologische wijzigingen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan 'Werkgebied'.

Hoofdstuk 2 Sectorale aspecten

2.1 Externe veiligheid

Onderzoek

Het voornemen is een beveiligde truckparking te realiseren op de inrichting Maat gevestigd aan de Nieuwland Parc 520 in Alblasserdam. In het kader van de aanvraag voor de omgevingsvergunning is in 2013 een kwantitatieve risicoanalyse opgesteld voor het parkeren van voertuigen met gevaarlijke stoffen. De gevaarlijke stoffen zullen in de regel bestaan uit brandbare vloeistoffen (ADR klasse 3, vooral benzine en verwante brandstoffen) en brandbare gassen (ADR klasse 2, vooral LPG en verwante mengsels). In de uitgevoerde QRA is dan ook ingegaan op dit type stoffen. Deze uitgevoerde QRA is opgenomen in Bijlage 1.

In aanvulling hierop is op verzoek van de omgevingsdienst Zuid Holland Zuid (OZHZ) een berekening uitgevoerd waarin de twee LPG-tankauto's vervangen zijn door twee tankauto's met ammoniak, een giftig gas. In Bijlage 2 wordt verslag gedaan van de resultaten van dit onderzoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.bpwtnwparc520086-on01_0003.png"

Conclusie

Uit het onderzoek (en zoals weergegeven in figuur 2) blijkt dat de contour voor de grenswaarde van het plaatsgebonden risico van 1.0 10-6 /jr op het terrein van de inrichting ligt. Daarnaast veroorzaakt de inrichting geen groepsrisico.

2.2 Overige milieuaspecten

Voorliggend wijzigingsplan voorziet uitsluitend in het planologisch mogelijk maken van het stallen van voertuigen met gevaarlijke stoffen op een bestaand parkeerterrein. Ten behoeve van deze ontwikkeling zullen geen werkzaamheden plaatsvinden. Hierdoor is geen onderzoek nodig naar de aspecten water, ecologie, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuhinder, bodemkwaliteit en archeologie.

2.3 Conclusie

Op basis van voorgaande paragrafen kan worden geconcludeerd dat de sectorale aspecten de vaststelling van dit wijzigingsplan niet in de weg staan.

Hoofdstuk 3 Juridische planopzet

Planregels

Dit wijzigingsplan maakt na vaststelling integraal onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Werkgebied'. Dit betekent dat alle algemene bepalingen en bestemmingen die op het bestemmingsplan van toepassing zijn (zoals bijvoorbeeld de begripsbepalingen, de wijze van meten en de overgangsbepalingen) ook voor het voorliggende plan gelden. In dit wijzigingsplan komen geen nieuwe regels voor ten opzichte van het vigerende plan. Voor de uitleg van de planregels wordt dan ook verwezen naar het bestemmingsplan 'Werkgebied'.

Door middel van dit wijzigingsplan wordt aan het plangebied uitsluitend de nadere aanduiding 'risicovolle inrichting' toegekend. Deze aanduiding maakt een risicovolle inrichting mogelijk. De onderliggende bestemmingen blijven van toepassing.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het wijzigingsplan, een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of een anterieure overeenkomst. De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen. Daarnaast kan de gemeente aan de hand van de kostensoortenlijst van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) kosten verhalen op de ontwikkelaar.

De kosten die voor het wijzigingsplan gemaakt worden zullen middels een anterieure overeenkomst en planschadevergoedingsovereenkomst op de initiatiefnemer verhaald worden.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het wijzigingsplan zal, zoals wettelijk voorgeschreven, voor een periode van 6 weken ter inzage worden gelegd. In deze periode hebben belanghebbenden de mogelijkheid om een zienswijze tegen het ontwerpwijzigingsplan in te dienen.

Vanwege de kleinschaligheid van de ontwikkeling en de geringe maatschappelijke gevoeligheid van de beoogde ontwikkeling wordt afgezien van een afzonderlijke inspraakprocedure. Vanwege de beperkte ontwikkeling en het feit dat er maar beperkte overlegreacties binnen zijn gekomen, wordt het wijzigingsplan in het kader van het vooroverleg gelijktijdig met de tervisielegging aan de overlegpartners toegestuurd.