direct naar inhoud van Artikel 6 Leiding - Riool
Plan: Containertransferium Alblasserdam
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.bpcontainalblas063-On01

Artikel 6 Leiding - Riool

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.1.1 Primaire bestemming

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn primair bestemd voor een ondergrondse rioolpersleiding.

6.1.2 Secundaire bestemming

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn secundair bestemd voor de doeleinden van de onderliggende bestemmingen.

6.1.3 Volgorde dubbelbestemmingen

Voor zover dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

- primair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering";

- secundair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming "Leiding - Riool".

6.2 Bouwregels
6.2.1 Primaire bestemming

Op de in lid 6.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

6.2.2 Secundaire bestemming

Ten dienste van de in lid 6.1.2 bedoelde doeleinden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

6.3 Afwijking van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemmingen, op voorwaarde dat de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten.
  • b. Alvorens de omgevingsvergunning voor afwijking wordt verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze ingraven dan wel indrijven van voorwerpen;
  • c. het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverharding.

6.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op het uitvoeren van werken en werkzaamheden van geringe omvang of gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding, onderhoud of beheer van de leiding.

6.4.3 Toelaatbaarheid

Een vergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wordt slechts verleend indien door de werken en werkzaamheden geen schade kan ontstaan aan de leiding.

6.4.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk, of van werkzaamheden winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.