direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Hoogendijk geluid
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0482.abgoodman108-vg01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Initiatiefnemer heeft het voornemen op industrieterrein Het Nieuwland aan de Hoogendijk in Alblasserdam een pand ten behoeve van een logistiek bedrijf te realiseren. Industrieterrein Het Nieuwland maakt deel uit van het vastgestelde gezoneerde industrieterrein 'Aan de Noord'. Dit industrieterrein is voorzien van een geluidzone als bedoeld in de Wet geluidhinder. In het geldende bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam' is de geluidemissie en de geluidimmissie in de directe omgeving per akoestische gebiedseenheid (AGE) vastgelegd.

Het bedrijfsperceel aan de Hoogendijk ligt in vier verschillende AGE's. Hierdoor kan niet goed worden beoordeeld of de voorgenomen activiteiten inpasbaar zijn binnen de vastgestelde geluidzone en maximaal toelaatbare grenswaarden ter hoogte van geluidgevoelige bestemmingen. Om de beoogde ontwikkeling te kunnen realiseren, kan gebruik gemaakt worden van de in de parapluherziening opgenomen wijzigingsbevoegdheid geluidruimte. Met het wijzigingsplan wordt een herverkaveling van de geluidruimte mogelijk gemaakt.

1.2 Ligging plangebied

De locatie waar de ontwikkeling plaatsvindt, is geel omlijnd in figuur 1.1. Omdat het nieuwe voornemen gedeelten van vier AGE's omvat, is het plangebied groter dan het initiatief. Ook de delen van de bestaande AGE's die buiten het initiatief liggen worden opnieuw vastgelegd en maken onderdeel uit van het wijzigingsplan (rood omlijnd).

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.abgoodman108-vg01_0001.jpg"

Figuur 1.1 Locatie initiatief (in geel) met begrenzing wijzigingsplan (in rood)

1.3 Geldend bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam' van de gemeente Alblasserdam, vastgesteld op 31 maart 2015. De gronden hebben voor het grootste deel de bestemming 'Bedrijventerrein - 1'. Een strook langs de noord- en oostzijde van het plangebied heeft een groenbestemming.

Industrieterrein Het Nieuwland betreft een gezoneerd industrieterrein. In het kader van de geluidzonering op het industrieterrein is het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam' opgesteld. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 24 januari 2017. Voor het plangebied gelden vier akoestische gebiedseenheden waarvoor de maximale geluidemissie en -immissie zijn vastgelegd (zie figuur 1.2). Uit figuur 1.2 blijkt dat het te ontwikkelen gebied ook terreindelen bevat waarvoor binnen het bestemmingsplan geen geluidemissie is gereserveerd (huidige groenbestemming).

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.abgoodman108-vg01_0002.png"

Figuur 1.2 Uitsnede geldend bestemmingsplan

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat gaat in op zowel de huidige als de toekomstige situatie. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van relevant onderzoek. Een toelichting op de juridische regeling van het plan is opgenomen in hoofdstuk 4. De uitvoerbaarheid komt aan de orde in hoofdstuk 5.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

In de huidige situatie gelden voor het perceel vier verschillende akoestische gebiedseenheden:

  • AGE_001: reservering AL 01, Alblasserdam (oppervlakte 18.830 m2);
  • AGE_002: reservering AL 02, Alblasserdam (oppervlakte 33.088 m2);
  • AGE_003: reservering AL 03, Alblasserdam (oppervlakte 13.586 m2);
  • AGE_004: reservering AL 04, Alblasserdam (oppervlakte 31.004 m2).

Elke AGE heeft een set maximale emissie- en immissiewaarden. De maximale emissiewaarden zijn op de verbeelding weergegeven (zie figuur 1.2). De maximale immissiewaarden zijn opgenomen in een tabel behorende bij de regels van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam'.

Het bedrijfsperceel doet momenteel dienst als opslagterrein voor voertuigen en containers. De AGE's beslaan niet het hele terrein. Voor de randen met de groenbestemming is geen geluidemissie gereserveerd.

2.2 Toekomstige situatie

De ontwikkeling voorziet in de realisatie van een logistiek pand op het bedrijventerrein. Het pand voorziet in een bvo van circa 65.000 m2 en is verdeeld in zes verschillende units met bijbehorende kantoorruimtes. De units kunnen los van elkaar worden verhuurd. Voor de realisatie van het pand is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld om af te wijken van het bestemmingsplan.

De nieuwe invulling van dit deel van het industrieterrein vraagt ook om een andere akoestische invulling. Voor het afwijken van de geldende geluidverkaveling wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam'.

Door TecMap is akoestisch onderzoek uitgevoerd om de nieuwe gebiedsindeling te vertalen in een wijziging van AGE's met bijbehorende maximale emissiewaarden en geluidbelastingen op bewakingspunten (maximale immissiewaarden). Het door TecMap uitgevoerde onderzoek is bijgevoegd als bijlage 1.

Op basis van het akoestisch onderzoek worden met dit wijzigingsplan de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • AGE_001, AGE_002, AGE_003 en AGE_004 worden samengevoegd en gesplitst in de nieuwe akoestische gebiedseenheden AGE_187, AGE_188 en AGE_189 (zie figuur 2.1). De terreindelen waarvoor nog geen geluidemissie is gereserveerd, maar waar wel bedrijfsactiviteiten zijn voorzien, zijn meegenomen in AGE_187. Hiervoor zijn de begrenzingen van de akoestische gebiedseenheden aangepast. AGE_187 betreft de akoestische gebiedseenheid voor het bedrijfsperceel waar het logistieke pand is beoogd;
  • De maximale emissiewaarden voor de nieuwe akoestische gebiedseenheden AGE_188 en AGE_189 bedragen 72, 67 en 61 dB(A) per m2 bedrijventerrein voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Omdat voor bedrijfsactiviteiten verbonden met de logistieke sector minder geluidruimte nodig is, is voor AGE_187 onderzocht welke geluidemissie te verwachten is van de bedrijfsactiviteiten die op deze locatie kunnen gaan plaatsvinden. Naar aanleiding daarvan is het emissiebudget van gebiedseenheid AGE_187 op verzoek van de Omgevingsdienst verlaagd naar 66, 61 en 55 dB per m2 voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.
  • Uit het akoestisch onderzoek volgt dat de nieuwe geluidverkaveling niet resulteert in een wezenlijk andere bijdrage op de bewakingspunten. De berekende maximale immissiewaarden zijn aan de nieuwe gebiedseenheden gekoppeld. Hiervoor wordt verwezen naar de tabel in artikel 3 van de regels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0482.abgoodman108-vg01_0003.png"

Figuur 2.1 Voorstel gewijzigd indelingsplan akoestische gebiedseenheden (bron: TecMap)

Hoofdstuk 3 Onderzoeksaspecten

3.1 Inleiding

Het beoogde logistieke bedrijfspand is grotendeels mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. Voor de onderdelen die niet passen binnen het geldende bestemmingsplan (de bouwhoogte en het bouwen binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering') wordt een afwijkingsprocedure gevolgd. Voor het verplaatsen van de RWZI-leiding aan de noordzijde van het perceel is een apart bestemmingsplan opgesteld, waarin ook de beoogde verkeersvoorzieningen binnen de groenbestemming zijn meegenomen. Voor het afwijken van de gemeentelijke parkeernorm wordt gebruik gemaakt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid.

Alleen het aspect geluid vraagt aandacht in dit wijzigingsplan. Daarop wordt in paragraaf 3.2 ingegaan. In deze paragraaf wordt getoetst aan de in het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam' opgenomen wijzigingsregels. Daarnaast dient bij een wijzigingsplan ook sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening en moet het plan binnen het vigerende beleid te passen. Hierop wordt ingegaan in paragraaf 3.3.

3.2 Toetsing wijzigingsregels

Toetsingskader

De verdeling van de geluidruimte is vastgelegd in het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam'. Dit plan is in samenhang met het bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam' voor de locatie van kracht. In artikel 2.3.1 van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam' zijn de regels met betrekking tot de geluidruimteverdeling opgenomen. De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 2.3.2.

2.3.1 Algemene gebruiksregels

Aan artikel 59 Algemene gebruiksregels wordt het volgende artikel toegevoegd:

59.2 Geluidruimteverdeling

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 4, 6 t/m 13, 43, 45 t/m 57, 63, t/m 78, 129, 130, 132, 135, 137 t/m 145, 174 t/m 176 en 181' gelden tevens de volgende regels:

  • a. de geluidemissie per akoestische gebiedseenheid mag niet meer bedragen dan:
    • 1. in de dagperiode: de ter plaatse van de aanduiding 'dag: maximum geluidemissie in dB(A)/m2' de aangegeven geluidemissie in dB(A)/m2;
    • 2. in de avondperiode: de ter plaatse van de aanduiding 'avond: maximum geluidemissie in dB(A)/m2' de aangegeven geluidemissie in dB(A)/m2;
    • 3. in de nachtperiode: de ter plaatse van de aanduiding 'nacht: maximum geluidemissie in dB(A)/m2' de aangegeven geluidemissie in dB(A)/m2;
  • b. de geluidimmissie in de dag-, avond- en nachtperiode mag per akoestische gebiedseenheid niet meer bedragen dan de geluidimmissie op de toetspunten zoals zijn aangegeven in Bijlage 1;
  • c. indien de geluidimmissie in Bijlage 1 minder bedraagt dan 15 dB(A) etmaalwaarde, geldt een maximale geluidimmissie van 15 dB(A) etmaalwaarde;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder sub a is een hogere geluidemissie toegestaan indien de maximum geluidimmissie zoals op grond van sub b en c toegestaan niet wordt overschreden;
  • e. binnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 57' is het navolgende gebruik niet toegestaan: het gebruik van de gronden door inrichtingen voor zover dit gebruik een grotere geluidemissie en/of geluidimmissie tot gevolg heeft dan is aangegeven in de voorgaande subleden.

2.3.2 Wijzigingsregels

Aan artikel 62 Algemene wijzigingsregels wordt een nieuw lid toegevoegd luidende:

62.3 Wijzigingsbevoegdheid geluidruimte

  • a. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de maximum geluidimmissie op de toetspunten als bedoeld in artikel 59.1 sub b te veranderen onder de volgende voorwaarden:
    • 1. er vindt geen overschrijding van de geluidzone plaats;
    • 2. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein worden niet onevenredig aangetast;
    • 3. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
      • de geluidbelasting op de toepasselijke toetspunten verruiming toelaat;
      • ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken en een uit oogpunt van milieuhinder optimale terreinindeling, een grotere geluidimmissie noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidimmissie te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden.
  • b. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de akoestische gebiedseenheden te wijzigen die zijn aangegeven met de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 4, 6 t/m 13, 43, 45 t/m 57, 63, t/m 78, 129, 130, 132, 135, 137 t/m 145, 174 t/m 176 en 181', alsmede de aanduidingen 'dag: maximum geluidemissie in dB(A)/m2', 'avond: maximum geluidemissie in dB(A)/m2' en 'nacht: maximum geluidemissie in dB(A)/m2', rekening houdende met de toepasselijke toetspunten en onder de volgende voorwaarde:
    • 1. er vindt geen overschrijding van de geluidzone plaats.

Toetsing voorwaarden wijzigingsbevoegdheid geluidruimte - geluidimmissie

In artikel 62.3 onder a zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden getoetst alvorens tot verandering van de maximum geluidimmissie over te kunnen gaan. De herverkaveling van de geluidruimte op het bedrijfsperceel aan de Hoogendijk leidt tot de volgende conclusies:

  • 1. er vindt geen overschrijding van de geluidzone plaats;

Uit het door TecMap uitgevoerde akoestisch onderzoek (zie bijlage 1) blijkt dat de nieuwe invulling van het industrieterrein en de herverdeling van de akoestische gebiedseenheden zodanig is doorgevoerd dat geen sprake is van een overschrijding van de geluidzone. Deze voorwaarde vormt derhalve geen belemmering om tot verandering van de geluidimmissie over te gaan.

  • 2. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein worden niet onevenredig aangetast;

Andere inrichtingen op het industrieterrein kunnen op twee manieren in hun belangen worden aangetast. Ten eerst kan het slopen of oprichten van gebouwen ertoe leiden dat de geluidimmissie van omliggende bedrijven verandert door wijzigingen die zijn toe te rekenen aan reflecties of afscherming. Ten tweede zouden andere bedrijven in hun mogelijke uitbreidingen kunnen worden beperkt doordat er geen geluidruimte meer beschikbaar is.

Voor de andere inrichtingen geldt dat hun huidige geluidruimte in het bestemmingsplan verankerd is en deze rechten niet worden aangetast. Uit de toetsing van de geluidimmissie volgt dat op de bewakingspunten geen sprake is van een toename ten opzichte van de waarden zoals in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Op diverse punten is sprake van een afname van de geluidimmissie.

Geconcludeerd wordt dat de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein niet onevenredig worden aangetast en dat deze voorwaarde derhalve geen belemmering vormt om tot verandering van de geluidimmissie over te gaan.

  • 3. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
  • de geluidbelasting op de toepasselijke toetspunten verruiming toelaat;

De bestaande AGE's zijn samengevoegd en herverdeeld om aan te sluiten op de beoogde ontwikkeling en de nieuwe kadastrale grenzen. Op verzoek van de Omgevingsdienst is het emissiebudget van gebiedseenheid AGE_187 verlaagd. Mede hierdoor blijkt uit de toetsing dat op de bewakingspunten geen sprake is van een hogere geluidbelasting, maar soms zelfs van een lagere geluidbelasting.

  • ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken en een uit oogpunt van milieuhinder optimale terreinindeling, een grotere geluidimmissie noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidimmissie te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden.

Uit het akoestisch onderzoek uitgevoerd door TecMap (zie bijlage 1) blijkt dat geen grotere geluidimmissie op de toetspunten noodzakelijk is. De geluidimmissie op de toetspunten is voor de nieuwe AGE's opgenomen in de tabel in artikel 3 van de regels.

Deze voorwaarde vormt derhalve geen belemmering om tot verandering van de geluidimmissie over te gaan.

Toetsing voorwaarden wijzigingsbevoegdheid geluidruimte - akoestische gebiedseenheden

In artikel 62.3 onder b is de bevoegdheid opgenomen de akoestische gebiedseenheden te wijzigingen en is de bevoegdheid opgenomen de maximum geluidemissie te wijzigingen, mits geen overschrijding van de geluidzone plaatsvindt.

Voor bedrijfsactiviteiten verbonden met de logistieke sector is minder geluidruimte nodig dan uit het huidige akoestische verkavelingsplan blijkt. Dit betekent dat het emissiebudget voor het bedrijfsperceel op verzoek van de Omgevingsdienst is verlaagd. Zoals aangegeven wordt de geluidzone gerespecteerd.

3.3 Planologische afweging

De ontwikkeling is planologisch gezien grotendeels mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam'. Voor het verleggen van de RWZI leiding aan de noordzijde van het perceel en het mogelijk maken van inritten binnen de groenbestemming wordt het bestemmingsplan 'RWZI leiding Hoogendijk' in procedure gebracht. Voor het afwijken van de bouwhoogte en het bouwen binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' wordt een afwijkingsprocedure gevolgd. Ook is er geen beleid dat de ontwikkeling in de weg staat.

Door de nieuwe akoestische invulling van het industrieterrein wordt de gebiedseenheden deels groter en deels vindt een herverdeling plaats, omdat bepaalde terreindelen buiten het nieuw in te delen gebied (kadastrale grenzen) vallen. De herverdeling is zodanig doorgevoerd dat de toegestane geluidemissie per m2 bedrijventerrein van die terreinen die buiten het onderzoeksgebied vallen niet wordt aangetast. De aanpassingen zijn zodanig doorgevoerd dat deze niet resulteren in een wezenlijke wijziging van de geluidbelasting op de toetspunten. Er is door de aanpassing ook geen sprake van een overschrijding van de geluidzone. Door het vrij maken van een deel van de reservering kan er in de toekomst geluidruimte geboden worden waar dat nodig is, zonder deze ontwikkeling te beperken. Daarmee is het plan ruimtelijk aanvaardbaar.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

Dit wijzigingsplan maakt na vaststelling integraal onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam' (zoals herzien met het bestemmingsplan 'Parapluherziening Geluid Aan de Noord - Alblasserdam').

In het plangebied zijn de akoestische gebiedseenheden AGE_001, AGE_002, AGE_003 en AGE_004 samengevoegd en gesplitst in de nieuwe akoestische gebiedseenheden AGE_187, AGE_188 en AGE_189. Enkele terreindelen buiten het nieuw in te delen gebied zijn bij AGE_187 getrokken. Deze aanpassingen zijn weergegeven op de verbeelding. De nieuwe maximale geluidemissiewaarden voor de dag-, avond- en nachtperiode zijn eveneens op de verbeelding aangegeven. De nieuwe maximale geluidimmissiewaarden voor de toetspunten als gevolg van de nieuwe AGE's krijgen hun beslag via aanpassing van de tabel in bijlage 1 bij de regels.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Er is geen sprake van een aangewezen bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro jo. 6.2.1 Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is daarom niet nodig. De kosten voor de uitvoering van het plan worden volledig gefinancierd door de initiatiefnemer. Dit is vastgelegd in een overeenkomst met de gemeente Alblasserdam. De initiatiefnemer heeft hiervoor voldoende middelen beschikbaar. Het plan is dan ook financieel haalbaar.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Wettelijk vooroverleg

De wettelijke overlegpartners krijgen tijdens de termijn van terinzagelegging van het ontwerpwijzigingsplan gelegenheid op het plan te reageren.

Zienswijzen

Het ontwerpwijzigingsplan is conform de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ingediend.