Plan: | Molenweide en Groene Oase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3927BP-0301 |
Het bestemmingsplan Molenweide en Groene Oase met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3927BP-0301 van de gemeente Zaanstad.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
De van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een in de (bestemmings)planregels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Verhuur van een deel van een zelfstandige woonruimte voor kort verblijf bij de aanwezigheid van (de vertegenwoordiger van) de hoofdbewoner van de betreffende woonruimte, al dan niet met ontbijt.
Een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een bedrijfsterrein, kennelijk slechts bestemd voor bewoning door (het huishouden van) één persoon, gezin of andere groep personen, die behoort bij en waarvan de bewoning noodzakelijk is voor en verband houdt met de bedrijfsuitoefening of het beheer van het bedrijf of de instelling op het perceel waarop de woning zich bevindt.
Een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, te weten:
Verwijzingen in de bovenstaande leden verwijzen naar onderdelen van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de aard omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit ter plaatse (in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen) kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
Het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van het bestemmingsplan of kan worden gebruikt krachtens een omgevingsvergunning voor het gebruik.
Hieronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bouwwerken die op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerp van het bestemmingsplan:
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Kelder, souterrain, kap of zolder en onderbouw.
Panden met een bijzonder bouwvolume (rond, trapezium e.d.). Onder bijzondere architectuur wordt in ieder geval verstaan de in de welstandsnota genoemde typologieën voor zover deze zijn of worden omgezet naar wonen:
Een geheel van geschakelde gebouwen dat op enige manier een herkenbaar blok of rij vormt.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. Deze zijn aan te merken als bijzondere bouwlaag.
Een aaneengesloten stuk grond, samenvallend met een kadastraal perceel of met aan dezelfde eigena(a)r(en) toebehorende kadastrale percelen, waarop krachtens het bestemmingsplan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1A.1.1 van het Vuurwerkbesluit, te weten:
vuurwerk dat is ingedeeld in categorie F1, F2 of F3 van het Vuurwerkbesluit en dat bij of krachtens het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Musea, (muziek)theaters, expositieruimten en de naar aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Bovenbeëindiging van een gebouw.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de goot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Hoogste punt van een schuin dak.
Een hellend vlak in een dak.
Laagste punt van een schuin dak.
Zie bedrijfswoning.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in goederen van grote omvang, die vanwege de aard en omvang van de goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals bouwmarkten, grootschalige meubelbedrijven, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven.
Een gevel die voldoet aan de vereisten uit artikel 1b lid 4 van de Wet geluidhinder en daardoor geen gevel is in de zin van de Wet geluidhinder.
Al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover dit de regels van dit plan deze inrichting niet verbieden.
Ondergeschikte toevoeging van ten hoogste één bouwlaag aan de gevel van een gebouw, meestal uitgevoerd in hout en glas.
Gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Wet kinderopvang, te weten:
een vorm van kinderopvang:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
In het bestemmingsplan als zodanig toegestane gebruik.
Een geluidgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder (Bgh), te weten een:
Een gevel waarop het geluidsniveau niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van de te onderscheiden geluidsbronnen (wegverkeerslawaai, industrielawaai, railverkeer en vliegverkeer). De geluidsbronnen mogen hierbij afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar beoordeeld worden. Als het niet mogelijk is te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, mag voldaan worden aan de hogere waarde minus 10 dB.
Een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken.
Degene die officieel als bewoner van een woning of ander gebouw geregistreerd is en daarmee onder andere verantwoordelijk is voor het betalen van bepaalde lasten.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het uitstallen voor verkoop, het verkopen en het leveren van goederen, met uitzondering groothandel.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Bedrijfsactiviteiten gericht op: het verstrekken van voedsel en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse te nuttigen, het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het verstrekken van nachtverblijf.
Een persoon of groep personen, die een duurzame, gemeenschappelijke huishouding voer(t)(en) en wil(len) voeren. Hierbij moet sprake zijn van onderlinge, met een gezinsverband vergelijkbare, verbondenheid en continuïteit in de samenstelling. kamergewijze verhuur wordt hieronder niet begrepen.
Huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
Het duurzaam verblijven in een deel van een pand, zonder de bedoeling met de andere bewoners duurzaam in gezinsverband samen te wonen of duurzaam een gezamenlijk huishouden te voeren.
Een uitwendige scheidingsconstructie onder een bepaalde minimale en/of maximale hoek (uitgedrukt in graden) met het horizontale vlak. Een kap kan uitlopen in een nok of voorzien zijn van een platte afdelling.
Kleinschalige culturele voorzieningen zijn klein van opzet, vinden plaats op kleine schaal en geven geen grote milieuhygienische druk op directe omgeving. Voorbeelden hiervan zijn onevenredige verkeersaantrekkende werking of parkeeroverlast.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde als uitingen van één der beeldende kunsten.
Een kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, te weten:
Verwijzingen in de bovenstaande leden verwijzen naar onderdelen van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De bovenkant van het terrein.
Overheids-, sociale, culturele-, medische, onderwijs-, religieuze en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening, waaronder mede begrepen kinderopvangvoorzieningen.
Mantelzorg als bedoeld in artikel 1 lid 1 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) te weten:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Een verklaring van een bevoegde organisatie zoals de GGZ of ingeval een verzoek Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo).
De omgeving waarmee de molen in relatie staat. Het betreft een cirkel van 400 meter rond de molen waarbinnen de windtoevoer en het zicht op de molen moeten worden beschouwd.
Monument als bedoeld in de Monumentenwet, provinciale dan wel gemeentelijke monumenten-/erfgoedverordening.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Het omzetten van een (gedeelte van een) woning/zelfstandige woonruimte of een (gedeelte van een) gebouw waarin wonen is toegestaan, naar één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n).
Woonruimte, die geen eigen toegang heeft of welke niet door een huishouden zelfstandig kan worden bewoond, zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
Het oorspronkelijk hoofdgebouw als bedoeld in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning, is opgeleverd.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
Elke economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, niet zijnde:
Verhuur van woonruimte bij afwezigheid van degene die de woning rechtsgeldig aanbiedt.
Het plaatsgebonden risico als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub o van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, te weten:
Het plaatsgebonden risico als bedoeld in artikel 1 lid 1 van het Besluit externe veiligheid transportroutesl, te weten:
Het plaatsgebonden risico als bedoeld in artikel 1 lid 1 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen, te weten:
Activiteiten gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
Voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, zoals bioscopen, bowlingbanen, dierentuinen en volkstuinen.
Een gebouw voor de stalling van elektrische voertuigen (scootmobielen) voor invaliden en mindervaliden.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een speeltoestel als bedoeld in het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen.
Voorzieningen bedoeld voor kinderen om mee te spelen, zoals een schommel, glijbaan, wipwap, zandbak of speelweide.
Dienstgebouwen, stations, rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer-)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken behoeve van railvervoer.
Gronden en bouwwerken die gebruikt worden voor het beoefenen van een sport, zoals sporthal(len), sportvelden en gymzalen.
De tijdelijke bewoning, ook wel short stay genoemd, van (een deel) van een pand voor een periode van tenminste zeven nachten en maximaal zes maanden.
Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse in een daarvoor geschikte woning (hoofdgebouw of aangebouwd bijbehorend bouwwerk) verblijft. Daaronder ook begrepen bed & breakfast en particuliere vakantieverhuur.
Een plan dat in vergelijkbare situaties als uitgangspunt gehanteerd kan worden.
Gebieden waar het doen van verplaatsingen bij het gebruik van de weg of het plein ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie, zoals bijvoorbeeld de inrichting van de openbare ruimte die uitnodigt om in het gebied te verblijven.
Gronden en bouwwerken die als verkeersruimte gebruikt worden zoals rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
Strakke voorgevel zonder uit- of inspringingen. Uit- of inspringingen tot 0,30m niet inbegrepen.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
Als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en sanitaire voorzieningen.
Gehuisvest zijn en duurzaam verblijven in een woning.
Een complex van ruimten bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, niet zijnde kamerverhuur.
Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer zelfstandige woningen en/of het toevoegen van een extra woning in een bijbehorend bouwwerk.
Zelfstandige woonruimte, die verhuurd wordt.
Woonruimte die door een huishouden wordt bewoond zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte, waarbij sprake moet zijn van een eigen toegang tot de woonruimte.
Een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel.
Wonen met zorg door mensen die vanwege hun leeftijd, gezondheid of beperkingen aangewezen zijn op enige zorg en ondersteuning, ongeacht of deze door een professional, vrijwilliger of mantelzorger wordt verstrekt.
De kortste afstand tussen bouwwerken onderling alsmede van bouwwerken tot de perceelgrens gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk.
Het bebouwingsgebied wordt berekend als bedoeld in artikel 1 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, te weten:
bebouwingsgebied = achtererfgebied + grond onder het hoofdgebouw - grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw.
Binnen Nederland zijn geen formele (wettelijke) eisen gesteld aan de bezonning van woningen en/of andere bouwwerken. Wel bestaan er de zogenaamde 'lichte' en 'strenge' TNO-norm voor bezonning van woonkamers. Deze vinden hun oorsprong in het woonwaarderingsstelsel uit 1962. Zaanstad baseert de bezonningseisen op de lichte TNO-norm (2 i.p.v. 3 bezonningsuren/dag). De gemeente hanteert de eis van ten minste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 19 februari tot 21 oktober ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam, uitgaande van een zonshoogte van meer dan 10º. Daarbij wordt ook gekeken naar de bezonning van buitenruimten met een recreatief karakter.
Om bij de beoordeling van een bouwplan inzicht te krijgen in de toekomstige bezonningssituatie, wordt de schaduwwerking op maatgevende dagen gehanteerd. Te weten:
De laagste stand van de zon, op 22 december, valt buiten de reikwijdte van de TNO-norm en wordt derhalve bij bezonningsdiagrammen buiten beschouwing gelaten.
Als opname tijdstippen wordt achtereenvolgens gehanteerd: 8.00, 10.00, 12.00, 14.00, 16.00, 18.00 en 20.00 uur.
De bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De breedte van een bijbehorend bouwwerk wordt gemeten over de zijde die het dichtst bij de voorgevel van het hoofdgebouw ligt.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren. De steigerbreedte wordt gemeten ter plaatse van de oever.
De breedte van het straatprofiel is de kortste afstand tussen (denkbeeldig doorgetrokken) zij- en of voorgevel van hoofdgebouwen onderling. Ingeval slechts aan één zijde een hoofdgebouw aanwezig is geldt de kortste afstand tussen (denkbeeldig doorgetrokken) zij- en of voorgevel van hoofdgebouwen tot aan de buitenkant van de rijloper(weg)/voetpad aan de overzijde, loodrecht gemeten.
Helling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
De goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
De oppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De oppervlakte van een activiteit is de totale vloeroppervlakte van ruimten die ten dienste staan van die activiteit, met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
Voor het vaststellen van het peil gelden de volgende regels en uitzonderingen:
De verticale doorsnede van een straat, gemeten van gevel tot gevel.
Indien de voorgevelrooilijn niet op de verbeelding is aangegeven met een bouwaanduiding, dan wordt het volgende als de voorgevelrooilijn gezien:
een lijn die evenwijdig aan de as van de weg, langs een wegzijde met een regelmatig ligging van de voorgevel van de bestaande bebouwing is gelegen, die zoveel mogelijk aansluit aan de voorgevels van de bestaande bebouwing en zoveel mogelijk overeenkomstig de richting van de weg loopt.
De lijn die wordt getrokken vanuit het midden van het straatprofiel op 1,50m hoogte langs het snijpunt van het verticale gevelvlak en het horizontale dakvlak.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar aan ondergeschikt:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 3.3, aanngevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 10.
Het is toegestaan gebouwen te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van kunstobjecten alleen de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van erfafscheidingen alleen de volgende regels:
In aanvulling op overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van een sport- of speeltoestel, licht- of vlaggenmasten de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van panden en gronden ten behoeve van horeca ook de volgende regels:
Artikel 4 Wonen
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar bij behorend:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 4.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 10.
Het is toegestaan hoofdgebouwen te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan tot en met 4 meter van het hoofdgebouw een bijbehorend bouwwerk of de uitbreiding daarvan hoger dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw in het achtererfgebied te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan meer dan 4 meter van het hoofdgebouw en minder dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied een bijbehorend bouwwerk of de uitbreiding daarvan in het achtererfgebied te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van bouwwerken in het bebouwingsgebied de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwwerken uitgesloten' is het niet toegestaan bouwwerken te bouwen, met uitzonderingen van erfafscheidingen als bedoeld in lid 4.2.9 en erkers en serres als bedoeld in lid 4.2.10.
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van erfafscheidingen alleen de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van erkers aan de voorgevel de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.2.3 t/m lid 4.2.6 en lid 4.2.18, gelden voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.2.3 t/m lid 4.2.6 , gelden voor voor het bouwen van een whirlpool of jacuzzi de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van een luifel de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.2.3 t/m lid 4.2.6 , gelden voor het bouwen van een sport- of speeltoestel hoger dan 2,5 meter de volgende regels:
Het is toegestaan een scootsafe te plaatsen in het voorerfgebied als wordt voldaan aan de volgende regels:
een scootsafe wordt alleen geplaatst voor de duur van de noodzaak vanuit een medische indicatie plaatsen van de scootsafe kan niet in het achtererfgebied of inpandig; en
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.2.3 t/m lid 4.2.6, gelden voor het bouwen van een vijver de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.2.3 t/m lid 4.2.6 , gelden voor het bouwen van een openlucht zwembad de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, is het gebruik van (gedeelten van) woningen en/of bijbehorende aangebouwde bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast toegestaan, indien en voor zover:
Tevens is het niet toegestaan om een bed & breakfast te realiseren in vrijstaand bijbehorend bouwwerken, zoals tuinhuisjes etc. Het is wel toegestaan om een bed & breakfast te realiseren aan huis met een doorgang naar het hoofdgebouw toe. Bestaand gebruik mag wel blijven voortbestaan.
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, is het gebruik van (gedeelten van) woningen en/of bijbehorende aangebouwde bouwwerken ten behoeve van particuliere vakantieverhuur toegestaan, indien en voor zover niet meer dan 4 personen tegelijkertijd gebruik maken van de toeristische verhuur; bestaand gebruik mag blijven voortbestaan.
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van een deel van een woning ten behoeve van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis ook de volgende regels:
In afwijking op het bepaalde in lid 4.3.4, gelden voor het gebruik van een deel van een woning ten behoeve van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis in de vorm van gastouderopvang alleen de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van een woning ten behoeve van zorgwonen ook de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 4.3.2 lid b en c om een bed & breakfast met meer gasten of kamers toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 4.3.4 sub c om een beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis toe te staan met een verkeersaantrekkende werking, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar aan ondergeschikt:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 5.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 10.
Het is toegestaan hoofdgebouwen te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van erfafscheidingen alleen de volgende regels:
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van vlaggenmasten alleen de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het gebruik van panden en gronden ten behoeve van horeca ook de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daar aan ondergeschikt:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 6.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 10.
Het is niet toegestaan gebouwen te bouwen.
In afwijking van het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van kunstobjecten alleen de volgende regels:
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
Het is niet toegestaan gronden te gebruiken voor het aan- en afmeren en/of afgemeerd houden van woonschepen.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bovenstaande gebruik gelden de specifieke gebruiksregels in lid 7.3, aangevuld met de algemene gebruiksregels zoals opgenomen in artikel 10.
In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw geldt dat:
Het is toegestaan duikers en bruggen boven water te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Het is toegestaan te bouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of waterhuishoudkundige voorzieningen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Tenzij in de bestemmingsregels nadrukkelijk anders is bepaald, is het toegestaan gronden en panden te gebruiken ten behoeve van de volgende functies, mits deze functies ondergeschikt zijn aan het ter plaatse geldende hoofdgebruik zoals opgenomen in de bestemmingsregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het beschermen van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.
Tenzij in de bouwregels binnen dit bestemmingsplan anders is bepaald (of is toegestaan) is het slechts toegestaan nieuwe gebouwen en bouwwerken te realiseren in de in lid 11.1.1 bedoelde zone indien er rekening wordt gehouden met de molenbiotoop. Daarbij dient te worden aangetoond dat het benodigde minimaal aantal draaiuren van 30 per maand ook na realisatie van de nieuwe gebouwen en bouwwerken kan worden gerealiseerd.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, dan kan bij omgevingsvergunning worden toegestaan dat:
mits voldaan wordt aan de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 10.1 om het veranderen en/of splitsen van een bestaande woning tot twee of meer zelfstandige woningen toe te staan, mits:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 10.1 om het veranderen in, om te zetten tot en/of te vergroten ten behoeve van kamergewijze verhuur, mits:
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan Molenweide en Groene Oase van de gemeente Zaanstad.
Horeca categorie 1A
Met een bedrijfsoppervlakte van 250 m2 of kleiner:
Horeca categorie 1B
Met een bedrijfsoppervlakte van 250 m2 of kleiner:
Horeca categorie 1C
Met een bedrijfsoppervlakte van meer dan 250 m2:
Horeca categorie 2
Horeca categorie 3