direct naar inhoud van Regels
Plan: Middengebied Poort Saendelft
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3921BP-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het uitwerkingsplan Middengebied Poort Saendelft met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3921BP-0301 van de gemeente Zaanstad.

1.2 uitwerkingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bestemmingsplan Saendelft

Het bestemmingsplan Saendelft met het identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3774BP-0301 van de gemeente Zaanstad.

1.4 overige begrippen

Voor de overige begrippen is artikel 1 van het bestemmingsplan Saendelft van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

Voor de wijze van meten is artikel 2 van het bestemmingsplan Saendelft van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied

Voor de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is artikel 16 van het bestemmingsplan Saendelft van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, detailhandel, zakelijke dienstverlening, horeca, maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  • b. wonen in de tweede en hogere bouwlagen;
  • c. de bij deze functies behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, waterhuiskundige voorzieningen, parkeervoorzieningen en verhardingen;

waarbij geldt dat:

  • d. de functies zoals bedoeld onder a uitsluitend toegestaan zijn indien zij voorkomen in categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. Op deze gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van
    • 1. de functie(s) zoals omschreven in lid 4.1;
    • 2. het algemeen toegestane gebruik zoals omschreven in artikel 7.
  • b. Voor het bouwen gelden de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 6, aangevuld met de volgende specifieke bouwregels.

4.2.2 Hoofdgebouwen

Het is toegestaan hoofdgebouwen te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de balkons van een hoofdgebouw mogen maximaal 1,80 m buiten het bouwvlak liggen;
  • c. het aantal woningen mag niet meer zijn dan 84;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van een hoofdgebouw niet hoger zijn dan de aangegeven hoogte.

4.2.3 Parkeergarage

Het is toegestaan een parkeergarage ten behoeve van of als onderdeel van hoofdgebouwen te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. een parkeergarage mag alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van een parkeergarage niet hoger zijn dan de aangegeven hoogte.

4.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Het is niet toegestaan bijbehorende bouwwerken te bouwen.

4.2.5 Voorwaardelijke verplichtingen
  • a. Het bouwen van een geluidgevoelige objecten is slechts toegestaan als:
    • 1. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
      • de geluidbelasting op de gevels van het geluidgevoelig object voldoet aan de voorkeursgrenswaarde of de vastgestelde hogere grenswaarde;
      • het geluidgevoelig object één of meer geluidluwe gevels heeft; en
    • 2. als het geluidgevoelig object een appartement betreft lid a onder 1, tweede bullet, niet van toepassing is:
      • als het uitvoeren van ten minste één geluidsluwe gevel niet mogelijk is;
      • het geluidgevoelig object ten minste één gevel met geluidsluw te openen delen grenzend aan een geluidsgevoelige ruimte heeft;
    • 3. de maatregelen als beschreven in dit artikel worden in stand te gehouden zo lang het gebouw in gebruik is als geluidgevoelig object.
  • b. Het bouwen van een gebouw is slechts toegestaan als: binnen het plangebied en/of aangrenzende percelen wordt voorzien in waterberging met een inhoud waarbij - berekend over het hele plangebied - minimaal 70 mm in 1 uur kan worden opgevangen en verwerkt, met dien verstande dat de waterberging in stand dient te worden gehouden en dat bij aanvraag van de omgevingsvergunning uit onderzoek of een berekening blijkt dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.

4.2.6 Dakterras

Voor het bouwen van een dakterras gelden de volgende bepalingen:

  • a. het dakterras wordt vanuit de woning ontsloten;
  • b. op het dakvlak is alleen een bouwwerk geen gebouw zijnde toegestaan in de vorm van een terrasafscheiding;
  • c. het onder b bedoelde bouwwerk is maximaal 1,5 meter hoog;
  • d. zowel het onder b bedoelde bouwwerk als het dakterras liggen minstens 1 meter terug ten opzichte van de voorgevel;
  • e. als de zijgevel gericht is naar het openbaar toegankelijk gebied, ligt het onder b bedoelde bouwwerk en het dakterras minstens 1 meter terug ten opzichte van de zijgevel;
  • f. als het dakterras op een bijbehorend bouwwerk is gelegen en vanuit een kap wordt ontsloten, is de toegang geregeld via een dakkapel of dakloggia;
  • g. als het dakterras op een bijbehorend bouwwerk is gelegen en het terras vanuit een rechte gevel wordt ontsloten, is de toegang geregeld via de bestaande, eventueel aangepaste gevel zonder verdere uitbreidingen.

4.2.7 Overige bouwwerken

In aanvulling op het overige bepaalde in dit artikel, gelden voor het bouwen van overige bouwwerken die niet genoemd zijn in de andere bouwregels van dit artikel de volgende regels:

  • a. het bouwwerk mag geen gebouw zijn;
  • b. de bouwhoogte van het bouwwerk mag niet hoger zijn dan 3 meter.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene bouwregels

De algemene bouwregels zoals genoemd in artikel 24 van het bestemmingsplan Saendelft, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

De algemene gebruiksregels zoals genoemd in artikel 25 van het bestemmingsplan Saendelft, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Algemene aanduidingsregels

8.1 Luchtvaartverkeerzone - luchtvaartverkeerzone - 2

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 2' is gelegen het gebied waarop het bepaalde in artikel 2.2.2 van het Luchthavenindelingbesluit van toepassing is en hier geldt een hoogtebeperking van 150 meter.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

De algemene afwijkingsregels zoals genoemd in artikel 27.1 van het bestemmingsplan Saendelft, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Overige regels

De overige regels zoals genoemd in artikel 29 van het bestemmingsplan Saendelft, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: regels van het uitwerkingsplan Middengebied Poort Saendelft van de gemeente Zaanstad.