direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Van Spoorbrug tot Sluis
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3826BV-0001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Leeswijzer en opzet van de beheersverordening

De regels van de beheersverordening verklaren de voorschriften/regels en plankaart/verbeelding van het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' opnieuw van toepassing, alsmede verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken. Het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' en de daarbij behorende toelichting, regels (voorschriften) en kaart (verbeelding) zijn opgenomen als bijlagen.

De kaart van de beheersverordening geeft het verordeningsgebied weer. De kaart vormt samen met de regels het voor een ieder bindende deel van de beheersverordening.

De toelichting geeft uitleg over en een onderbouwing van de beheersverordening. Voor de onderbouwing van de beheersverordening wordt onder meer ingegaan op de achtergrond van het wettelijke instrument, de uitgangspunten en de geldende beleidskaders.

1.2 Aanleiding, doel en kern van de beheersverordening

Het besluitgebied van de beheersverordening is gelijk aan het plangebied van het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' dat op 7 december 2006 is vastgesteld. Op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient het gehele grondgebied van de gemeente over een actueel planologisch juridisch kader te beschikken.

Om op korte termijn over een actueel planologisch-juridisch regime te beschikken, is door middel van de beheersverordening het planologisch-juridische regime van het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' opnieuw van toepassing verklaard.

1.3 Ligging van het besluitgebied

Het besluitgebied van de beheersverordening Van Spoorbrug tot Sluis omvat het plangebied van het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis'.

Het besluitgebied kent de volgende globale begrenzing:

Het plangebied Van Spoorbrug tot Sluis beslaat de Zaanoevers in Zaandam tussen grofweg de spoorbrug en de Beatrixbrug, met de Westzijde en de Oostzijde als centrale assen daartussen.

De begrenzing van het plangebied is op bovenstaande luchtfoto (globaal|) ingetekend:

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3826BV-0001_0001.png"

1.4 Voorgaande bestemmingsplannen

Het volgende bestemmingsplan is opgenomen in de beheersverordening:

Naam   Vastgesteld  
Bestemmingsplan Van Spoorbrug tot Sluis   7 december 2006  

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten en achtergrond

2.1 Achtergrond beheersverordening

De beheersverordening is een vormvrij alternatief voor een bestemmingsplan waarmee het bestaande recht binnen een gebied opnieuw wordt vastgesteld. Het is niet mogelijk om met een beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiervoor dient met een omgevingsvergunning afgeweken te worden van de beheersverordening, of een nieuw bestemmingsplan vastgesteld te worden. De mogelijkheden om in afwijking van de beheersverordening een ontwikkeling mogelijk te maken zijn daarmee niet anders dan de mogelijkheden voor het afwijken van een bestemmingsplan.

Het opnemen van het bestaand gebruik in ruime zin betekent dat alle bestaande rechten en plichten uit het bestemmingsplan van toepassing blijven.

Het is niet mogelijk om in de beheersverordening uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden op te nemen, deze zijn immers gericht op het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Bestemmingsplan Van Spoorbrug tot Sluis bevat geen uitwerkingsplichten. Wel zijn in het plan wijzigingsbevoegdheden opgenomen om in enkele gevallen de Staat van Horeca-activiteiten en/of de Lijst van Bedrijfsactiviteiten aan te passen. Deze wijzigingsbevoegdheden komen met het in werking treden van deze beheersverordening te vervallen.

Gelet op het conserverend karakter van de beheersverordening heeft de wetgever het niet wenselijk geacht bezwaar of beroep tegen de verordening mogelijk te maken. Het uitgangspunt is immers dat er geen wijzigingen van de bestaande rechten en plichten uit het voorheen geldende plan plaatsvinden. Van de wettelijke voorgeschreven participatiemogelijkheden kon bij dat bestemmingsplan gebruik gemaakt worden.

2.2 Uitgangspunten beheersverordening

De volgende uitgangspunten zijn voor de beheersverordening in acht genomen:

  • Bestaand planologisch toegestane gebruik
    De beheersverordening Van Spoorbrug tot Sluis verklaart het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Het bestaand planologisch gebruik is geregeld in het bestemmingsplan en de sindsdien verleende omgevingsvergunningen voor het afwijken van het bestemmingsplan. De bestaande rechten en plichten blijven hierdoor ongewijzigd.

  • Tijdelijk van aard
    Om het planologisch regime voor het gebied actueel te houden, is de beheersverordening ingezet. Tevens wordt hiermee voorkomen dat de legessanctie van artikel 3.1 lid 4 Wro in werking treedt. De beheersverordening heeft slechts een beperkte beoogde geldigheidsduur; namelijk tot de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan 'Zaanzone'.

  • Ontwikkelingen in het plangebied
    Voorwaarde voor de mogelijkheid tot vaststellen van een beheersverordening is de omstandigheid dat binnen het plangebied geen nieuwe planologische ontwikkelingen op korte termijn worden verwacht. De beheersverordening is conserverend van aard. Voor zover zij ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, gaat het om ontwikkelingen die ook al in het voorheen geldende bestemmingsplan zijn geregeld. Voor zover in de toekomst wel nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, zal daarvoor een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure worden opgestart, of de ontwikkeling wordt door middel van een omgevingsvergunning in afwijking van de beheersverordening mogelijk gemaakt (inclusief onderzoeksverplichtingen en burgerparticipatie).
  • Bekende documenten gebruiken
    Het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' is opgenomen in de bijlagen bij de regels van de beheersverordening. Er is bewust voor gekozen om de huidige documenten ongewijzigd op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat met het vertalen van de regels naar de beheersverordening onbedoelde wijzigingen plaatsvinden. Dit kan gebeuren tijdens het vertalen van de regels naar het huidige recht, maar ook bij het opnieuw intekenen van de kaart. Wijzigingen, hoe onbedoeld en ondergeschikt dan ook, zijn niet in lijn met het uitgangspunt om met de beheersverordening enkel het bestaande planologische regime ongewijzigd te laten.
  • Geen uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden
    Conform de wettelijke beperkingen van de beheersverordening kunnen uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan niet opgenomen in de beheersverordening. Het bestemmingsplannen 'Van Spoorbrug tot Sluis' kent geen uitwerkingsplichten. In het bestemmingsplan zijn wel wijzigingsbevoegdheden opgenomen om de Staat van Horeca-activiteiten en/of de Lijst van Bedrijfsactiviteiten te kunnen wijzigen. Deze wijzigingsbepalingen komen in de regels van deze beheersverordening te vervallen.

2.3 Procedure

Omdat de beheersverordening geen nieuwe planologische ontwikkelingen mogelijk maakt, heeft de wetgever het niet nodig geacht inspraak-, bezwaar- of beroep mogelijk te maken. Dit betekent dat geen inspraakprocedure wordt toegepast en bezwaar of beroep tegen de beheersverordening niet mogelijk is. Door het vaststellen van een beheersverordening leeft het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' voort. Bij het opstellen van bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' heeft een ieder zienswijzen naar voren kunnen brengen en zijn deze overwegingen meegenomen bij de vaststelling van het bestemmingsplan in 2006. Doordat het juridisch planologisch kader met het vaststellen van de beheersverordening ongewijzigd blijft verandert de rechtspositie van de gebruikers niet.

Hoofdstuk 3 Juridische aspecten en haalbaarheid

3.1 Specifieke toelichting op de regels

3.1.1 Inleidende regels

In artikel 1 van de regels zijn de voorschriften, regels, plankaart en verbeelding van het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' van toepassing verklaard, alsmede de nadien verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken. Deze bepalingen sluiten aan bij het uitgangspunt het planologisch bestaand gebruik vast te leggen met de beheersverordening en daarmee de rechten en plichten van de burgers gelijk te houden. Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis' zijn er besluiten verleend die bouwen en gebruik in strijd met de regels van het plan mogelijk maken. De rechten die voortvloeien uit deze verleende besluiten veranderen niet door het vaststellen van de beheersverordening.

In artikel 2 van de regels is een aantal begrippen gedefinieerd die in de beheersverordening genoemd worden. In de van toepassing verklaarde bestemmingsplanregels en voorschriften zijn ook begrippen gedefinieerd. Deze begripsbepalingen blijven van toepassing voor het betreffende bestemmingsplan. Met deze bepaling wordt verwarring over de verschillende definities van het plan voorkomen.

3.1.2 Algemene regels
3.1.2.1 Parkeerbepaling

Stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de parkeerbepaling) in de bouwverordening vormen geen toetsingskader meer voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen. Bestaande vigerende plannen vallen onder het overgangsrecht, zodat de parkeerbepaling hier wel op van toepassing blijft. De beheersverordening valt echter niet onder dit overgangsrecht. Om die reden is het noodzakelijk in de beheersverordening een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen te toetsen aan het Zaanse parkeerbeleid. Gekozen is voor een dynamische verwijzing, zodat de 'Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016', en ook nadien door te voeren wijzigingen daarvan, ook van toepassing is voor het besluitgebied. De bestaande rechten en plichten van de burgers veranderen hiermee niet.

3.1.3 Overgangs- en slotregels

De wetgever heeft in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat in de beheersverordening moet worden voorzien in overgangsrecht, zoals dit in artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld.

Omdat de beheersverordening in overgangsregels voorziet, vervallen de overgangsregels uit het bestemmingsplan 'Van Spoorbrug tot Sluis'.

3.2 Haalbaarheid

De beheersverordening is conserverend van karakter en verklaart enkel het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Zoals bij een bestemmingsplan met enkel conserverende bestemmingen bestaat ook bij een conserverende beheersverordening geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.