direct naar inhoud van 6.8 Bodem
Plan: Saendelft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3774BP-0301

6.8 Bodem

De gemeente is verdeeld in zones van vergelijkbare bodemkwaliteit. Deze zijn opgenomen in een bodemkwaliteitskaart. Binnen het plangebied zijn twee zones van toepassing voor zowel de boven- als ondergrond.

Het deel langs de Dorpsstraat valt binnen de zone 'matig verontreinigd' met zware metalen en PAK. Het betreft hier een stedelijke ophooglaag, welke door eeuwenlang gebruik van de bodem, verontreinigd is geraakt met vooral zware metalen en PAK. Plaatselijk kunnen echter ook sterke verontreinigingen voorkomen. Het nieuwbouwdeel is bij de bouw opgehoogd met schoon zand. In het oostelijk deel van Saendelft licht een enkele gedempte sloot en een stort. Aangezien er geen contactmogelijkheden zijn doordat er twee meter zand op ligt, vormen deze verontreinigingen geen belemmering.

Indien grond wordt toegepast, bijvoorbeeld voor ophoging, aanvulling, versteviging, demping en bouwrijp maken, moet deze grond een bepaalde kwaliteit hebben.De minimale kwaliteit van de toe te passen grond is afhankelijk van de locatie waar de grond wordt toegepast. Er dient een dubbele toets uitgevoerd te worden. Er moet beoordeeld worden in welke bodemkwaliteitszone en in welke bodemfunctiezone de locatie valt. De strenge eis (meest schone zone) geldt vervolgens als toepassingseis. In de huidige situatie geldt dat binnen het plangebied alleen grond mag worden toegepast die voldoet aan de kwaliteit 'wonen'. De meest actuele versie van de bodemkwaliteitskaart, de bodemfunctiekaart en de toepassingskaart zijn op de website van de gemeente Zaanstad gepubliceerd.

Binnen het plangebied liggen gebieden waar in het verleden bodemonderzoeken en/of saneringen zijn uitgevoerd. Ter plaatse van de nieuwbouwwijk is een sanering uitgevoerd door de wijk in zijn geheel op te hogen. Voorafgaand aan de ophogingen zijn enkele dempingen verwijdert.

Voor zover bekend leveren de verontreinigingen die in het plangebied aanwezig zijn, geen humane, ecologische of verspreidingsrisico's op. Daarom is het niet noodzakelijk deze verontreinigingen bij het huidige gebruik te saneren.

Op basis van de genoemde informatie blijkt dat de huidige bodemkwaliteit geschikt is voor de bestaande functies. Er bestaat in de huidige situatie geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend bodemonderzoek of sanerende maatregelen.