direct naar inhoud van 4.2 Stedenbouwkundige aspecten en welstand
Plan: Saendelft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3774BP-0301

4.2 Stedenbouwkundige aspecten en welstand

4.2.1 Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012

Op 1 juni 2012 is de Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012 (hierna: nota) door de raad vastgesteld. Deze nota is bedoeld om een verantwoorde, eenduidige afweging te kunnen maken over uitbreiding van een woning, bedrijfswoning en agrarische woning (hierna: woningen) en hierbij horende bouwwerken zoals aanbouwen e.d. In de nota zijn standaardregels opgenomen voor uitbreidingen en bijbehorende bouwwerken bij woningen. Er is gezocht naar een evenwichtige balans tussen deregulering in de zin van meer bouwmogelijkheden enerzijds en het sturen op ruimtelijke kwaliteit anderzijds. Daarnaast is zo veel mogelijk aangesloten bij de regels voor het vergunningvrij bouwen om tegenstrijdige voorschriften te voorkomen en eenduidigheid in het begrippenkader te scheppen.

De nota heeft betrekking op:

  • vergroting van het hoofdgebouw;
  • plaatsing en omvang van bijgebouwen;
  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde (o.a. arfafscheidingen, sport- en speeltoestellen en vlaggenmasten);
  • dakkapellen.

De nota is van toepassing op het gehele gemeentelijk grondgebied. De nota is niet van toepassing op woonschepen, woonwagens, recreatiewoningen, appartementencomplexen, monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten). Er is tenslotte bijzondere aandacht in de nota voor panden met een 'bijzonder bouwvolume en architectuur'. Dit zijn panden met een bijzonder bouwvolume (rond, trapezium, etc.) en bijzondere bouwtypologieën zoals benoemd in de welstandsnota. Voorbeelden hiervan zijn de typologieën 'Rijke Zaanse Huizen, 'Eenvoudige Zaanse Huizen', Stolpen', 'Kapbergen', 'Historische fabrieken' en 'Molens'.

De nota dient als basis voor de actualisatie van bestemmingsplannen en de welstandsnota. Voor zover mogelijk zijn de objectief meetbare zaken van de nota in het bestemmingsplan verwerkt. Het gaat daarbij om het vergroten van het hoofdgebouw (achterwaarts), dakkapellen, erkers, bijbehorende bouwwerken, dakterrassen en erfafscheidingen. Deze zijn grotendeels bij recht als bouwmogelijkheid opgenomen. Hiermee is voor een kleiner aantal gevallen van een (kleinschalige) uitbreiding bij wonen een aparte planologische procedure noodzakelijk. Een aantal onderdelen uit de nota zijn vergunningvrij. Dit betreft o.a. de bouwwerken ten behoeve van een zwembad, whirlpool, jacuzzi, vijver, keermuur, sport- en speeltoestellen en dergelijke.

Overigens is het onder sommige omstandigheden mogelijk van de in het bestemmingsplan gestelde regels af te wijken. In de meeste situaties gaat het om gevallen waarbij sprake is van een trendsetter of een medische indicatie. Onder een trendsetter van een dakkapel of dakopbouw wordt verstaan een als zodanig door de Welstandscommissie aangewezen plan in hetzelfde bouwblok of een bij gelijke architectuur in de nabije omgeving vergund bouwwerk dat al is gerealiseerd, maar dat afwijkt van de mogelijkheden in het bestemmingsplan. Ook bij andere bouwwerken kan er sprake van zijn dat burgemeester en wethouders afwijken van het bestemmingsplan. Bij een procedure tot afwijken zal in ieder geval getoetst worden of er geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:

  • de bezonningssituatie op aangrenzende percelen;
  • de gebruiksmogelijkheden van het perceel en de aangrenzende percelen;
  • het bebouwingsbeeld;
  • het ensemble;
  • de verkeerssituatie.
4.2.2 Welstand

De meest recente versie van de welstandsnota is op 13 maart 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. Onder meer zijn gebiedsgerichte welstandscriteria aangegeven. Heel Zaanstad is onderverdeeld in verschillende gebieden die afzonderlijk ruimtelijk (functioneel) geanalyseerd, getypeerd en beschreven zijn. Daarbij zijn vervolgens criteria aangegeven die bij het welstandstoezicht van belang zijn. In de welstandsnota worden ook criteria voor specifieke bouwwerken genoemd zoals Zaanse huizen, houten pakhuizen en loodsen, stenen pakhuizen en fabrieken.

Aanvragen van bouwvergunningen zullen door de welstandscommissie worden beoordeeld op grond van de criteria zoals deze verwoord staan in de nota. Een doel van de nota is ook om tot een eenduidig en samenhangend toetsingskader en beleid te komen, maar ook om als inspiratiebron te dienen voor degenen die (bouw)plannen maken.

4.2.3 Zaans Afwegingskader Hoogbouw

Het Zaans Afwegingskader Hoogbouw (ZAH) bevat een afwegingskader om toekomstige hoogbouwinitiatieven te kunnen toetsen. Het doel van het ZAH is een instrument in handen te hebben waarin vastligt hoe de gemeente procesmatig en inhoudelijk omgaat met hoogbouwinitiatieven.

De definitie van hoogbouw in het ZAH is gebaseerd op de definitie die het bouwbesluit hanteert: Hoogbouw is een verticale bouwvorm, bestaande uit meer dan vier gestapelde bouwlagen (met een minimale bouwhoogte van 12 meter), waarvan het programma ook in horizontale vorm uitgevoerd kan worden. Zodoende zijn zendmasten, lichtmasten, windturbines etc. uitgesloten (deze zijn niet in horizontale vorm te realiseren) en maken geen deel uit van het afwegingskader.

Hoogbouw is geen doel op zicht. Zaanstad wil zich niet profileren als 'hoogbouwstad'. Dit betekent niet dat er geen gebouw is of kan komen, het betekent dat de afweging voor wel of geen hoogbouw gemaakt wordt binnen de bestaande beleidskaders. In het ZAH worden deze kaders benoemd.

Belangrijk instrument in het beoordelen van hoogbouwinitiatieven is het Adviesteam Hoogbouw. Hierin hebben een aantal deskundigen zitting (extern en intern), onder voorzitterschap van de gemeente. Hoogbouwinitiatieven worden door het adviesteam voorzien van een positief of negatief advies. Daarna wordt het initiatief in de wijk getoetst. Beide adviezen gaan naar het college dat besluit of een initiatief doorgang vindt of niet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3774BP-0301_0026.jpg"

Het plangebied in het Zaans Afwegingskader Hoogbouw

In bovenstaande afbeelding zijn op hoofdlijnen de uitgangspunten uit het ZAH voor het plangebied in beeld gebracht. In het ZAH wordt Zaanstad in drie gebieden (kaartbeelden) verdeeld;

  • I. Beschermen wat goed is; In dit gebied is geen hoogbouw gewenst.
  • II. Ruimte bieden waar het kan; Hoogbouw is mogelijk, zodanig dat het passend is binnen het programma en de stad én positieve advisering heeft van het Adviesteam hoogbouw;
  • III. Maatwerk leveren waar het nodig is; In principe geen hoogbouw, tenzij zorgvuldig is aangetoond dat het betreffende initiatief een meerwaarde voor de stad is én positieve advisering heeft van het Adviesteam hoogbouw.