direct naar inhoud van 10.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Saendelft
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3774BP-0301

10.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan betrokken overleginstanties:

  • 1. Provincie Noord-Holland
  • 2. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
  • 3. Kamer van Koophandel Amsterdam
  • 4. Koninklijke KPN N.V.
  • 5. KPN Vastnet
  • 6. TenneT TSO B.V.
  • 7. NUON
  • 8. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 9. Waterleidingbedrijf Noord-Holland
  • 10. Kontakt Milieubeheer Zaanstreek
  • 11. Gemeentelijke monumentencommissie
  • 12. Vereniging Zaans Erfgoed
  • 13. Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
  • 14. Brandweer Zaanstad
  • 15. GGD Zaanstreek-Waterland
  • 16. GEM Saendelft
  • 17. Parteon
  • 18. Wijkoverleg Assendelft
  • 19. Zaanse Ondernemers Netwerk (ZON)
  • 20. Forbo Flooring systems
  • 21. Winkeliersvereniging De Saen
  • 22. Prorail Regio Randstad Noord

De volgende instanties hebben gereageerd op het ontwerpbestemmingsplan Saendelft; 1, 3, 6, 10, 13/14 en 15. De instanties genoemd onder 2, 8, 17 en 20 hebben een zienswijze ingediend. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 10.4.

De reacties in het kader van dit overleg worden hieronder zakelijk weergegeven, met daarbij een reactie van de gemeente over het betreffende onderdeel.

1. Provincie Noord-Holland

Reactie provincie

De ruimtelijke ontwikkelingen in het ontwerpbestemmingsplan zijn in overeenstemming met de bepalingen van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie. Het plangebied heeft een stedelijke functie en is conform de kaart 2 behorende bij de verordening aangeduid als bestaand bebouwd gebied. Het ontwerpbestemmingsplan geeft dan ook geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Reactie gemeente

Deze reactie heeft geen gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan.

2. Kamer van Koophandel

Reactie Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel maakt geen gebruik van de adviesmogelijkheid. Dit plangebied kent hoofdzakelijk woningen en is voor de Kamer van Koophandel minder interessant.

Reactie gemeente

Deze reactie heeft geen gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan.

3. Tennet

Reactie Tennet

In dit plangebied zijn geen eigendommen van het bedrijf betrokken. Er wordt bedankt voor het toezenden van de kennisgeving.

Reactie gemeente

Deze reactie heeft geen gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan.

4. Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Kontakt Milieubeheer Zaanstreek constateert dat met grote zorgvuldigheid aan het bestemmingsplan gewerkt is en beperkt zich daarom tot enkele inhoudelijke opmerkingen en vragen.

Reactie 1 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Bestaat er specifiek Zaans beleid omtrent UMTS masten? Zijn er plannen om deze binnenkort op te stellen/ vast te stellen? Zo ja maakt u in dat beleid melding van limieten voor straling en voorzorgen die te maken hebben met eventuele gezondheidseffecten?

Reactie 1 gemeente

Er is geen specifiek Zaans beleid omtrent UMTS masten. De gemeente volgt hierin het landelijke beleid. De gemeente is niet voornemens om gemeentelijk beleid omtrent UMTS op te stellen.

Reactie 2 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Omtrent 2002 is er een raadsmotie aangenomen om de waterbergingsopgave nabij Saendelft een meer gebiedseigen invulling te geven. Bedoeld is een geleidelijke overgang met het omringende landschap te bewerkstelligen. Er was toen sprake van een waterbergingsopgave buiten Saendelft dat tot een groot meer zou moeten leiden. Kunt u nagaan of en hoe deze motie tot uitvoering is gekomen?

Reactie 2 gemeente

Geconstateerd wordt dat waterhuishouding in Saendelft is uitgevoerd conform de plannen uit 1998. Hierbij is rekening gehouden met natuurontwikkeling en het vasthouden van gebiedseigen water. Bij de verdere ontwikkeling van geheel Noorderwelf, waar Saendelft onderdeel van uitmaakt, wordt door inbreng van het Hoogheemraadschap zorg gedragen voor een goede waterhuishouding op basis van de huidige inzichten. Op basis van deze huidige inzichten is het niet meer noodzakelijk een groot meer aan te leggen in het deelgebied De Omzoom. De inrichting van de waterhuishouding in deze strook zal vergelijkbaar zijn met de waterhuishouding in het landelijk gebied van Assendelft.

Reactie 3 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Indiener is van mening dat de mate van overlast of gevaar als criterium gehanteerd moet worden bij het toestaan van aan huis verbonden bedrijven i.p.v. de oppervlakte van het bedrijf. Wat is de visie van de gemeente?

Reactie 3 gemeente

De gemeente acht het van belang dat de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten kleinschalig blijven. De woonfunctie dient de primaire functie te blijven (dit blijkt ook uit jurisprudentie over beroepen en bedrijven aan huis). Het stellen van een limiet aan de oppervlakte ligt hiermee in de rede. De gemeente houdt daarom vast aan het percentage c.q. de oppervlakte.

Reactie 4 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Is het mogelijk een deel van het Poort Clam Dijcke-gebied in te richten voor maatschappelijke doelstellingen?

Reactie 4 gemeente

Van het gebied Poort Clam Dijcke is in dit bestemmingsplan alleen de strook grond opgenomen die parallel en tussen de provinciale weg en de spoorbaan is gelegen,. Deze strook grond is qua situering op zich zeer geschikt voor kantoorontwikkeling. In verband daarmee is niet onderzocht of de locatie geschikt zou zijn voor maatschappelijke functies. Hier was ook geen aanleiding toe omdat er geen concrete initiatieven kenbaar zijn bij de gemeente tot het oprichten/uitoefenen van maatschappelijke functies. Gelet hierop is volstaan met het bestemmen van de bestaande situatie.

Reactie 5 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Is het mogelijk om maatschappelijke bestemming soms ook toe te passen bij grote panden (bijvoorbeeld Dorpsstraat 932 en Dorpsstraat 988) of er aan toe te voegen?

Reactie 5 gemeente

Het pand aan de Dorpsstraat 932 heeft een gemengde bestemming. Dit betekent dat het toegestaan is om in het pand ook maatschappelijke functies uit te oefenen. De Dorpsstraat 988 heeft een bedrijfsbestemming. Maatschappelijke functies zijn daar niet toegestaan. Aangezien de eigendommen van deze, en vaak ook andere, panden niet in handen zijn van de gemeente en er ook geen concrete initiatieven kenbaar zijn bij de gemeente tot het oprichten/uitoefenen van maatschappelijke functies wordt dit niet zonder meer toegevoegd.

Reactie 6 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Is er zicht op hoe en waar extra fietsenstallingen worden gerealiseerd?

Reactie 6 gemeente

Fietsenstallingen maken deel uit van de inrichting van de openbare ruimte. Hier gaat het bestemmingsplan niet over. Het bestemmingsplan geeft enkel aan waar bijvoorbeeld verkeersbestemmingen zijn toegestaan (bijvoorbeeld fietspaden, voetpaden, autowegen en fietsenstallingen), maar niet hoe deze bestemmingen daadwerkelijk ingericht moeten worden.

Reactie 7 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Er wordt voor de richtafstand voor Forbo gerefereerd aan het VNG-boekje. In het VNG-boekje wordt er niet gesproken over linoleumfabrieken, wel van tapijt- kokos- en vloermattenfabrieken of loopvlakvernieuwing. Kunt u nader motiveren hoe u aan de richtafstand komt?

Reactie 7 gemeente

In de meest actuele editie van de VNG brochure wordt er inderdaad niet gesproken over linoleumfabrieken. In de vorige editie nog wel. Op basis van de vorige editie is vermeld dat Forbo een categorie 4.1 bedrijf is, maar dit zal anders omschreven worden in het Milieuonderzoek. In het bestemmingsplan waar Forbo in valt (bestemmingsplan Industrieterrein Assendelft Noord), wordt namelijk een maatbestemming voor dit bedrijf opgenomen. Dit betekent dat in zijn algemeenheid categorie 3.1 t/m 4.2 is toegestaan (afhankelijk van de afstand tot gevoelige objecten) en specifiek t.b.v. Forbo is een linoleumfabriek toegestaan.

Reactie 8 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Het monitoren van de vermindering van de geuroverlast o.b.v. verplichtingen die zijn opgelegd bij het bedrijf, heeft u daar zicht op?

Reactie 8 gemeente

De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag voor de milieuvergunning en monitort de verplichtingen die gelden vanuit de milieuvergunning.

Reactie 9 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Is er voldoende rekening gehouden met waterafvoer en waterberging i.v.m. de toename van zowel droge als natte periodes? En is het mogelijk om in de meer groene delen van het gebied ook waterberging toe te passen?

Reactie 9 gemeente

De woonwijk Saendelft is ingericht aan de hand van de actuele normering van het Hoogheemraadschap. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de gevolgen van de klimaatsverandering. In Saendelft zijn op diverse plekken ecologische oevers ingericht die ruimte bieden voor de waterberging.

Reactie 10 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Welke middelen heeft de gemeente om van burgers te eisen of te adviseren de tuinen zo min mogelijk te verharden?

Reactie 10 gemeente

De gemeente kan niet eisen dat tuinen niet verhard worden. Dit ligt binnen de vrijheid van de bewoners.

Reactie 11 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Indiener wil wijzen op de dubbelfunctie van natuurvriendelijke oevers. Het aanleggen van aflopende natuurvriendelijke oevers is een methode waar zo vaak mogelijk gebruik van gemaakt zou moeten worden.

Reactie 11 gemeente

Zie reactie 9 van deze zienswijze.

Reactie 12 Kontakt Milieubeheer Zaanstreek

Betreft de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.4 en de Algemene wijzigingsregels in artikel 28 ten aanzien van de toegestane milieucategorieën. Kan de gemeente de uitgangspunten in deze 2 artikelen met elkaar verzoenen in die zin dat er op papier geen sprake meer kan zijn van toegestane milieuoverlast?

Reactie 12 gemeente

Nee, de artikelen kunnen niet zodanig gecombineerd worden dat er op papier geen sprake meer is van milieuoverlast. Artikel 3.4 is er juist voor bedoeld om de milieuoverlast terug te dringen. De specifiek bestemde bedrijfsactiviteiten zijn van een hogere milieucategorie dan algemeen toelaatbaar op die plek. De wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.4 betreft de bevoegdheid om die specifiek bestemde bedrijfsactiviteiten te laten vervallen bij bedrijfsbeëindiging.

Artikel 28 staat hier los van. Dit artikel biedt enige flexibiliteit inzake de Staat van Bedrijfsactiviteiten – functiemening, maar het uitgangspunt blijft dat de milieu-invloed op zijn minst gelijk blijft. Dit blijkt uit de gestelde voorwaarden in dit artikel.

5. Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

De reactie van de Brandweer Zaanstreek-Waterland van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (hierna: Veiligheidsregio) is geschreven in de vorm van een advies met betrekking tot de externe veiligheid van het ontwerpbestemmingsplan Saendelft. In het advies zijn diverse scenario's opgesteld met betrekking tot de externe veiligheid. Hieronder worden de scenario's dan ook verwerkt als 3 reacties.

Reactie 1 Veiligheidsregio

De eerste reactie heeft betrekking op het scenario: BLEVE (dit is een Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion. Dit is een explosie als gevolg van het falen van een tank, gevolgd door een explosieve expansie van de vloeistof, zoals LPG). De woningen in het uiterste noordoosten van het plangebied liggen binnen het effectgebied en daarom is een snelle waarschuwing en alarmering belangrijk. Ontruiming en evacuatie zijn de beste opties. De Veiligheidsregio beveelt aan om de zelfredzaamheid te bevorderen door specifieke risicocommunicatie, onbelemmerde vluchtroutes en schuilmogelijkheden.

Reactie 1 gemeente

Het bestemmingsplan is niet het aangewezen ruimtelijk instrument om risicocommunicatie tot stand te brengen of om onbelemmerde vluchtroutes en schuilmogelijkheden te waarborgen. Reactie 1 geeft geen aanleiding tot aanpassing van de planregels of de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan.

Wel zal op basis van het advies van de Veiligheidsregio de verantwoording van het groepsrisico opgesteld worden en toegevoegd worden aan het Milieuonderzoek dat als bijlage is opgenomen bij de toelichting. Hierin wordt ingegaan op risicoreducerende en effectbeperkende maatregelen.

Reactie 2 Veiligheidsregio

Reactie 2 heeft betrekking op het scenario: Fakkelbrand hoge druk aardgasleiding.

In het effectgebied bevinden een aantal kwetsbare objecten, zoals een school, kindercentrum en woningen. Uit het advies van Brandweer Zaanstad blijken bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid voor het grootste deel van het plangebied toereikend te zijn. Vluchten is de beste optie. De zelfredzaamheid kan bevorderd worden door risicocommunicatie. Voor objecten waar verminderd zelfredzame personen verblijven (zoals het kindercentrum en de buitenschoolse kinderopvang) wordt een intern noodplan aanbevolen.

Reactie 2 gemeente
Het bestemmingsplan is niet het aangewezen ruimtelijk instrument om risicocommunicatie tot stand te brengen, om onbelemmerde vluchtroutes te waarborgen of om medewerking te stimuleren voor de borging van de zelfredzaamheid in een intern noodplan. Reactie 2 geeft geen aanleiding tot aanpassing van de planregels of de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan.

Wel zal op basis van het advies van de Veiligheidsregio de verantwoordingsplicht groepsrisico opgesteld worden en toegevoegd worden aan het Milieuonderzoek dat als bijlage is opgenomen bij de toelichting. Hierin wordt ingegaan op risicoreducerende en effectbeperkende maatregelen.

Reactie 3 Veiligheidsregio

Reactie 3 heeft betrekking op het scenario: Toxische wolk N246.

Bij een ongeval op de N246 met een tankwagen met een toxische stof, kan een toxische wolk zich over het plangebied verspreiden en (dodelijke) slachtoffers veroorzaken, een en ander afhankelijk van de concentratie en soort giftige stof en de specifieke (weers)omstandigheden. Het gevaar is niet in alle gevallen juist in te schatten. Daarom is het van belang om tijdig te alarmeren. Schuilen is de beste optie, bijvoorbeeld naar relatief luchtdichte ruimtes. De zelfredzaamheid kan worden bevorderd door onbelemmerde vluchtroutes en risicocommunicatie.

Reactie 3 gemeente

Het bestemmingsplan is niet het aangewezen ruimtelijk instrument om risicocommunicatie tot stand te brengen of om onbelemmerde vluchtroutes te waarborgen. Reactie 3 geeft geen aanleiding tot aanpassing van de planregels of de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan.

Wel zal op basis van het advies van de Veiligheidsregio de verantwoordingsplicht groepsrisico opgesteld worden en toegevoegd worden aan het Milieuonderzoek dat als bijlage is opgenomen bij de toelichting. Hierin wordt ingegaan op risicoreducerende en effectbeperkende maatregelen.

6. Brandweer Zaanstad

Reactie Brandweer Zaanstad

Advies is een aanvulling op dat van de Veiligheidsregio. Primaire bluswatervoorziening is voor het grootste gedeelte conform de norm en de bereik-baarheid is thans goed. Nieuwe projecten, als-mede de aanleg van nieuwe wegen en herinrich-ting van bestaande wegen graag i.o.m. Brandweer Zaanstad. Geen opmerkingen m.b.t. de aanrijdtijd. Voor maatregelen m.b.t. externe veiligheid wordt verwezen naar het advies van Brandweer Zaanstreek-Waterland van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland.

Reactie gemeente

Het bestemmingsplan staat toe dat wegen en bij een bestemming behorende ondersteunende voorzieningen als brandkranen e.d. worden aangelegd. Er is echter sprake van toelatingsplanologie, de daadwerkelijke aanleg en realisatie gaat het bereik van een bestemmingsplan te buiten. Dit geldt ook voor de eisen waaraan wegen ten behoeve van de bereikbaarheid door de brandweer aan moeten voldoen. Deze zijn niet ruimtelijk relevant.

De gemeente betrekt en informeert de Brandweer Zaanstad bij diverse gelegenheden. Zo wordt bij nieuw te realiseren ruimtelijke projecten en bij verkeersbesluiten de Brandweer Zaanstad betrokken om te adviseren over bereikbaarheid, bluswatervoorziening en aanrijdtijd.

7. GGD Zaanstreek-Waterland

Reactie GGD Zaanstreek-Waterland

De GGD adviseert bij de uitbreiding van de school De Bijenkorf rekening te houden met het volgende; Voldoende ventilatie dient gewaarborgd te worden in de klaslokalen. Het openen van ramen kan betekenen dat er geluidsoverlast ontstaat (Provincialeweg en het spoor) waardoor de les verstoord wordt. Het is goed om hier van tevoren een oplossing voor te bedenken zodat zowel geluidbeperking als binnenluchtkwaliteit optimaal zijn.

Reactie gemeente

Voor wat betreft de eventuele geluidoverlast wordt er bij dit bestemmingsplan voorzien in het verlenen van een hogere waarde ten behoeve van de uitbreiding van de school De Bijenkorf.

Voor wat betreft de luchtkwaliteit in de klaslokalen is het bestemmingsplan niet het aangewezen ruimtelijk instrument om dit te waarborgen. Dit zal geregeld dienen te worden bij de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de uitbreiding.